Senter

25 Apr 2001.

Senter Bedrijvendag drukbezocht De Bedrijvendag van Senter op 24 april 2001 in Rotterdam is drukbezocht. Grote en kleine bedrijven waren er, mensen van adviesbureaus, uit het onderwijs, van gemeenten en onderzoeksinstellingen, noem maar op. Zij konden onder leiding van televisiepresentator Victor Deconinck hun vragen stellen aan enkele Senter-managers en ondernemers die vertelden over hun ervaringen met Senter. Op de informatiemarkt was er gelegenheid voor een persoonlijk gesprek met de projectadviseurs van Senter.

Minister Jorritsma van Economische Zaken kon niet naar de Bedrijvendag komen, zij moest een kabinetsberaad bijwonen. Haar plaatsvervanger, secretaris-generaal J.W. Oosterwijk, kondigde de stroomlijning aan van de technologieregelingen van het ministerie. Vanaf
1 mei 2001 zijn er vier categorieën te onderscheiden, vertelde hij. ´De eerste categorie is bestemd voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO), een fiscale tegemoetkoming voor speur- en ontwikkelingswerk. In categorie twee is de samenwerkingsregeling Technologische Samenwerking ondergebracht. Als u samen met iemand anders aan research & development gaat doen, zit u in deze categorie goed. De derde categorie omvat de ontwikkelingsregeling Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP), die steun geeft aan ondernemers die alleen aan een (risicovol) ontwikkelingsproject werken. De laatste categorie biedt onderdak aan twee regelingen voor kennisoverdracht: één voor de ondernemer en één voor de branche. De volgende stap is dat we ook de overige EZ-regelingen onder handen nemen´, vervolgde Oosterwijk. ´Op dit moment nemen we de energieregelingen en de regelingen voor de buitenlands-economische betrekkingen onder de loep.´

Technostarters

De heer B. van Capelle, directeur van Acriter Nederland BV, en de heer W. Mosmuller, manager Technisch Ontwikkelingskrediet (TOK) bij Senter, vertelden over de subsidiemogelijkheden, kansen en valkuilen voor technostarters. Regelingen als de WBSO en TOK zijn zeer geschikt voor kleine bedrijven met projecten die financieel gezien een groot beslag leggen op het bedrijf, vertelde Mosmuller. Hij adviseerde startende ondernemers al in een vroeg stadium langs te komen, op het moment dat zij een idee hebben.

MKB

De heer D. Rakhorst, directeur Armeda BV, en de heer B. Giesen, projectmanager Technologie bij Senter, gingen in op stimuleringsmaatregelen speciaal voor het MKB. ´Senter heeft een aantal interessante faciliteiten voor het MKB´, vertelde Giesen. ´Behalve TOK en WBSO is er het Programma starters op buitenlandse markten (PSB), dat het MKB helpt bij de eerste stappen op het exportpad. Vanaf 1 mei voeren we een nieuwe kennisoverdrachtregeling uit, waarin MKB´ers de haalbaarheid en de toepassing van een nieuwe technologie in het bedrijf kunnen onderzoeken. Verder heeft de nieuwe TOP-regeling een hoger percentage voor MKB´ers. Ook kunt u eens aankloppen bij EGL, een afdeling binnen Senter die Europese subsidies voor Nederlandse bedrijven binnenhaalt, bijvoorbeeld vanuit CRAFT, het Europese programma dat innovatie bij het MKB bevordert.´

Internationaal ondernemen

Internationaal ondernemen en de kansen, bedreigingen en (on)mogelijkheden daarvan, was onderwerp van de plenaire sessie met de heer W. Kernkamp, general manager Hifeed (onderdeel van Nutreco), en de heer B. Pulles, manager Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM) bij Senter.

Pulles: ´We concentreren ons op drie aspecten. Op de eerste plaats is dat internationale technologische samenwerking, waarbij nieuwe processen en producten met een buitenlandse partner worden ontwikkeld. Dit gebeurt vooral in West-Europese landen. Op de tweede plaats ondersteunen we export en investeringen. Sommige instrumenten zijn specifiek gericht op activiteiten in bepaalde landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Midden- en Oost-Europa; andere generieke instrumenten zijn wereldwijd van toepassing. Ten slotte stimuleren we internationale samenwerking, bijvoorbeeld met landen die in de toekomst gaan toetreden tot de Europese Unie. Hierbij kan een Nederlandse organisatie bijvoorbeeld helpen de veterinaire inspectie in een land op Europese schaal vorm te geven, of in samenwerking met een lokale partner een opleiding opzetten, gekoppeld aan bedrijven die duurzaam iets met dat onderwijs gaan doen.´