Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Dossier MKZ

Wijziging Regeling tijdelijke sluiting jacht en verbod gebruik vergunningen en beschikkingen Vogelwet 1936 en Jachtwet
dd. 04-05-2001

4 mei 2001

Toelichting

Op 22 maart 2001 is de Regeling tijdelijke sluiting jacht en verbod gebruik vergunningen en beschikkingen Vogelwet 1936 en Jachtwet, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 12 april 2001 (Stcrt. 2001, 73) in werking getreden. In deze regeling zijn bepaalde activiteiten die op grond van de Jachtwet en de Vogelwet 1936 zijn toegestaan, verboden ten einde overbrenging van besmetting van mond- en klauwzeer te voorkomen.

Aangezien het zaaiseizoen is begonnen, dient de mogelijkheid te bestaan om dieren, die onder de bescherming van de Jachtwet of de Vogelwet 1936 vallen, te verjagen of te doden ter voorkoming van schade aan landbouwgewassen.

In het kader van de voorkoming en bestrijding van de besmettelijke dierziekte mond- en klauwzeer bestaat er - gelet op de huidige situatie - geen bezwaar om toe te staan dat gebruik gemaakt kan worden van de bevoegdheden verleend bij of krachtens de Vogelwet 1936 en de Jachtwet buiten de toezichtsgebieden als aangewezen in de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden MKZ 2001 op akker- en tuinbouwpercelen en percelen vollegrondsgroententeelt. Gelet op de MKZ-gevoeligheid van grofwild (evenhoevigen) is deze verruiming niet voor deze dieren van toepassing.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Overeenkomstig het door de minister genomen besluit, De directeur-generaal C.J. Kalden

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 17, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Regeling tijdelijke sluiting jacht en verbod gebruik vergunningen en beschikkingen Vogelwet 1936 en Jachtwet 1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3 wordt een artikel 3a toegevoegd, luidende:

Artikel 3a

Artikel 1, eerste lid, en artikel 2, eerste lid, met uitzondering van de jacht op grofwild als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Jachtwet, en artikel 3, eerste lid, zijn niet van toepassing voorzover van de bevoegdheden bij of krachtens de Jachtwet onderscheidenlijk de Vogelwet 1936 gebruik wordt gemaakt buiten de toezichtsgebieden als aangewezen in de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden MKZ 2001 op akker- en tuinbouwpercelen en percelen vollegrondsgroententeelt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 mei 2001.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Overeenkomstig het door de minister genomen besluit, De directeur-generaal C.J. Kalden

Regeling