Herwaardering onroerende zaken duurder
Het College van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam is tot de
slotsom gekomen dat het krediet voor uitvoeringskosten van de Wet
Waardering Onroerende Zaken (WOZ), bijstelling behoeft. De kosten
zullen in totaal
fl. 77,8 mln. bedragen. Dat is fl. 36,5 mln. meer dan in oktober 1999
werd voorzien. Van de totale kosten zal de gemeente naar verwachting
fl. 44,4 mln. kunnen declareren. Het saldo, een bedrag van fl. 33,4
mln. plus fl. 9,1 mln. rentekosten over het krediet, in totaal fl.
42,5 mln., komt voor rekening van de gemeente Rotterdam. Dit bedrag
wordt verdeeld over de jaren 2001-2004. Het College geeft in een
raadsvoorstel aan dat de toename is te wijten aan een veelheid van,
soms onontkoombare, oorzaken.
De bekende problemen bij de dienst Gemeentebelastingen Rotterdam
hebben, aldus het College, invloed gehad op de beheersing van de
complexe operatie 'herwaardering in het kader van de wet WOZ'. Voor
het College is hierdoor eens te meer duidelijk dat het ingezette
verbetertraject voor de dienst Gemeentebelastingen
noodzakelijk is en met onverminderde inspanning zal worden voortgezet.
Het college komt tot de conclusie dat de gevolgen voor de gemeentebegroting beperkt zijn. In de begroting 2001 is al rekening gehouden met een benodigd krediet van fl. 57 mln. Dit bedrag was in de jaarrekening over 1999 en in het jaarplan 2001 al door Gemeentebelastingen Rotterdam gemeld. Hierdoor kunnen de gevolgen beperkt blijven tot ongeveer fl. 9 mln. voor de jaren 2001-2004. Het college stelt tevens voor circa fl. 5 mln. hiervan te financieren uit een nog bij Gemeentebelastingen Rotterdam aanwezige reserve. Verder is uit voorzichtigheid in de jaarrekening van Gemeentebelastingen een voorziening van fl.15,5 mln. getroffen tegen bedrijfsrisico's.