Toespraak minister Van Boxtel op het Extern Congres Business Week:
I-Business, Ten Ways to Create Value with Information
Een toespraak bij het onderwerp Betere publieke dienstverlening
24 april 2001
Dames en heren,
De vorige vice-president van de Verenigde Staten, Al Gore, sprak
ooit met een groep studenten over technologie. "Als autotechniek
zich net zo snel ontwikkelde als ICT, dan zou een Cadillac 1 op
40.000 rijden - en ongeveer een halve dollar kosten," zei Gore.
Waarop één van de studenten antwoordde: "Klopt, en hij zou
ongeveer net zo groot zijn als een computer."
Ik wil maar zeggen: we moeten ons niet blind staren op informatie-
en technologie. We hebben gezien dat we de jubelverhalen van een
poosje terug moeten relativeren. Maar dat neemt niet weg dat ICT
het leven van ons allemaal verandert. Of we nou boodschappen doen,
medisch advies zoeken of een vakantie boeken - we zullen het op
een andere manier doen dan we tot nu toe gewend waren.
Mijn zorg geldt de plaats van de democratie temidden van al die
sociale en economische veranderingen. Informatie- en
communicatietechnologie is voor de overheid de grootste
verandering sinds Thorbecke. Het is nog te vroeg om precies te
kunnen zeggen in welke richting e-government en e-politics zich
zullen ontwikkelen. Maar één ding staat voor mij vast: een
elektronische overheid is een overheid waarbij de burger aan de
knoppen staat - in democratisch opzicht, bij de dienstverlening en
in relatie tot de overheidsorganisatie zelf. Vraagsturing zal de
leidraad voor de overheid zijn. Vanuit die grondgedachte bezint de
overheid zich op haar positie in de informatiemaatschappij.
Met dat uitgangspunt heb ik een aantal grote projecten in gang
gezet. Ik noem bijvoorbeeld OL2000, Kiezen Op Afstand,
Stroomlijning Basisgegevens en de Public Key Infrastructure. Deze
projecten staan niet los van elkaar: er is geen elektronische
dienstverlening zonder een koppeling van basisgegevens en een
betrouwbare beveiliging. De grondgedachte achter de verschillende
programmas is steeds dezelfde: versterking van de positie van de
burger. Een deel van de projecten zal pas in de toekomst vruchten
afwerpen - maar de toekomst wordt vandaag gemaakt. Dat bewijzen de
vele pilots, proeven en experimenten.
Het Expertisebureau voor Innovatieve Beleidsvorming (EIB) zal
vanaf dit jaar alle ontwikkelingen volgen. Het bureau maakt deel
uit van de net opgerichte stichting ICTU (Informatie en
Communicatie Technologie Uitvoeringsorganisatie), die kennis over
ICT-toepassingen gaat verspreiden onder overheden.
Ook de manier waarop politieke partijen functioneren, zal
veranderen. E-politics is meer dan een website in mooie kleuren en
een vlot lettertype. Om hun bestaansrecht veilig te stellen moeten
politieke partijen op zoek naar nieuwe manieren om hun achterban
te mobiliseren en te betrekken bij het formuleren van standpunten.
Zij moeten de deuren van de rokerige zaaltjes achter zich
dichttrekken en zich bezinnen op hun toekomst in het digitale
tijdperk.
Vandaag ligt de focus op de economie. Het staat vast dat een goed
overheids-informatiebeleid niet alleen essentieel is voor de
burger, maar ook voor de economie. Over de relatie tussen
overheids-informatiebeleid en economie ga ik het vandaag met u
hebben. Dat doe ik aan de hand van drie themas: elektronische
dienstverlening, stroomlijning van basisgegevens en beveiliging.
De verschillende programmas die ik op die gebieden in gang gezet
heb, staan niet los van elkaar. Ze ondersteunen mijn visie op de
elektronische overheid: dat is een overheid waarbij de burger aan
de knoppen staat. Vanuit die grondgedachte bezint de overheid zich
op haar positie in de informatiemaatschappij.
Ik begin met de Elektronische Dienstverlening.
Gemeenten, provinciale diensten en politie bieden hun
dienstverlening steeds vaker elektronisch aan burgers, bedrijven
en maatschappelijke organisaties aan. Het gaat zowel om
informatie-uitwisseling, als om interactie en transacties. Mijn
doelstelling is 25% elektronische dienstverlening in 2002.
Inmiddels staan we op 18% elektronische dienstverlening voor
burgers, en 19% voor het bedrijfsleven. Dat is het gemiddelde voor
de hele overheid - duidelijk is dat de Rijksoverheid voorop loopt.
Ik stel vast dat gemeenten, provinciale diensten en politieregio's
samen het grootste deel van de loketfunctie voor publieke
dienstverlening vervullen. Helaas blijven zij nog achter bij de
toepassing van ICT, maar ik zie de laatste maanden dat er ook daar
schot in zit. Blijkbaar rest er nog wat weerstand tussen de oren.
De VNG zei onlangs dat ik te hoge eisen stel, maar ik neem geen
genoegen met een verlaging van het tempo. Ik blijf overheden
achter de broek zitten.
Dat doe ik bijvoorbeeld door het gemeenten zo makkelijk mogelijk
te maken. Zo maken we standaard-bouwstenen, zoals instrumenten,
programmatuur en handleidingen. Het 1-Loket Concept is daarvan een
voorbeeld. In 2001 en 2002 zullen we de loketten bouwen en wonen
en zorg en welzijn en het bedrijvenloket landelijk invoeren. Ander
voorbeeld is de Gemeentelijke Productencatalogus. Daarin staat
informatie over ruim 300 gemeentelijke producten. Al 320 gemeenten
hebben inmiddels gebruikgemaakt van de stimuleringsregeling voor
de aanvraag van de catalogus en dat zullen er spoedig meer worden.
Ik bied de gemeenten verder financiering van de noodzakelijke
herinrichting van werkprocessen binnen de eigen organisaties. Het
is immers niet voldoende om de formulieren elektronisch te maken
als je transacties digitaal wilt afdoen. De elektronische
verwerking van administratieve lasten, aangiftes, subsidies,
beschikkingen en vergunningen, veronderstelt ook een snelle - waar
mogelijk geautomatiseerde - afhandeling in de back-office.
Mijn tweede thema is het programma Stroomlijning Basisgegevens.
Binnen dit programma werken we onder andere aan de totstandkoming
van een stelsel van zogeheten authentieke registraties. Dat zijn
gegevensbestanden, die fungeren als unieke bron van gegevens voor
de hele overheid. Ze voldoen aan heldere, gezamenlijk vastgestelde
eisen met betrekking tot beschikbaarheid, betrouwbaarheid,
actualiteit en koppelbaarheid. Afgezien daarvan stel ik me het
principe van de eenmalige gegevensverstrekking ten doel. Dat houdt
in dat we als overheid elk bedrijf en elke burger niet vaker dan
één keer om zijn gegevens vragen. Stroomlijning van basisgegevens
maakt dat mogelijk.
Een andere ontwikkeling die voor bedrijven van belang zal zijn, is
de modernisering van de Gemeentelijke Basisadministratie. De
Commissie Snellen heeft hierover in maart advies uitgebracht. De
commissie stelt voor om elke burger een digitale kluis te geven,
waarin zijn persoonsgegevens bewaard worden. Hij kan dan zelf
bepalen aan wie hij zijn gegevens verstrekt, voorzover hij daartoe
niet verplicht is op grond van de wet.
Ik ben gecharmeerd van deze originele gedachte, maar er zijn nog
veel vragen die we moeten beantwoorden - we kunnen bijvoorbeeld de
veiligheid van zon kluisje nog niet garanderen. De digitale kluis
zal er in elk geval niet van vandaag op morgen zijn.
De Gemeentelijke Basisadministratie, het Kadaster en het
Voertuigenregister zijn voorbeelden van gegevensbestanden die al
grotendeels aan de geschetste eisen voldoen. Nog vóór de zomer
hoop ik het principebesluit te kunnen nemen om te komen tot de
bouw van een Basisbedrijvenregister, een Gebouwenregister en een
Geografisch Kernbestand. Daarnaast worden nog dit jaar 15
haalbaarheidsstudies of verkenningen gestart op andere terreinen,
zoals inkomens, zorginstellingen, wegen, opleidingen en kabels en
leidingen.
Het derde thema noem ik Identiteit en Vertrouwen.
Ik doel op het gebruik van technologie voor identificatie en
beveiliging. De overheid heeft een unieke vertrouwensfunctie. Zij
bezit immers een monopolie op het identificatiedocument bij
uitstek, het paspoort. Maar in bredere zin gaat het om een
overheid die betrouwbaar is. Een overheid die bij de uitvoering
van haar taken garant staat voor een veilige infrastructuur en een
veilige omgang met gegevens. Per slot van rekening is de overheid,
meer dan welke maatschappelijke instantie ook, partij in gevoelige
gegevenstransacties - zowel intern als in het verkeer met
bedrijven en burgers. Hierdoor heeft ze een meer dan gemiddeld
belang bij en een grote verantwoordelijkheid voor een goede
identificatie en beveiliging.
Concrete uitwerking daarvan is het project Nieuwe Generatie
Reisdocumenten. Binnen dat project werken we aan een elektronische
Nederlandse Identiteitskaart (e-NIK). Deze kaart is bij uitstek
geschikt om te fungeren als een hoogwaardig en breed beschikbaar
elektronisch identificatiemiddel en als betrouwbare elektronische
handtekening.
Een ander belangrijk project is de Public Key Infrastructure
Overheid. Het idee achter PKI is de ontwikkeling van een
betrouwbare en vertrouwelijke elektronische communicatie van de
overheid. De elektronische Nederlandse Identiteitskaart (e-NIK)
combineert Public Key Infrastructure met smartcard- en
biometrische technologie.
We willen de e-NIK spoedig introduceren in de elektronische
dienstverlening met burgers en bedrijven. Eind 2002 moet het zover
zijn. Ik verwacht dat deze kaart zich dan ook ontwikkelt tot dé
standaard voor het elektronisch gegevensverkeer tussen bedrijven
onderling en tussen bedrijven en consumenten.
Basisvoorwaarde voor de uitwerking van de drie thema die ik u heb
genoemd, is een goede infrastructuur. ICT-infrastructuur bevat
drie elementen: data-infrastructuur - zeg maar Stroomlijning
Basisgegevens - Public Key Infrastructure en breedband. Ik heb u
geschetst dat het kabinet met de eerste twee elementen voortvarend
bezig is. Op het gebied van breedband hebben we te maken met de
gevolgen van de privatiseringsgolf van de jaren 80 en 90. Een
deskundige als professor Soete stelde vast dat die golf tot
onderinvestering door de overheid heeft geleid. Het kabinet
beraadt zich op manieren om daar iets aan te doen. Simpelweg geld
aan het bedrijfsleven overmaken lost het probleem niet op. Moet de
overheid de schop ter hand nemen om betaalbaar breedband-Internet
naar elke voordeur te brengen?
Dames en heren,
Elektronische dienstverlening, de stroomlijning van basisgegevens
en veiligheid zijn uitwerkingen van dezelfde gedachte. De effecten
zijn niet keurig per thema te verdelen; ze beïnvloeden elkaar
voortdurend. Er is geen elektronische dienstverlening zonder een
koppeling van basisgegevens en een betrouwbare beveiliging en
identificatie.
De drie themas waarover ik heb gesproken, hebben rechtstreeks
invloed op de economie. Ik geef u daarvan een paar voorbeelden.
* Denkt u eens aan de besluitvaardigheid van de overheid. De
"stroperigheid" in de besluitvorming hangt vaak samen met het
ontbreken van eenduidige, koppelbare en onomstreden kengetallen.
Dat heeft gevolgen voor een breed scala aan beleidsterreinen,
zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, bouwen en wonen,
vestigingsbeleid grote stedenbeleid, fiscaliteit, sociale
zekerheid, gezondheidszorg en openbare orde en veiligheid.
* Tweede voorbeeld: het investeringsklimaat. Een sterke economie
heeft een sterke overheid nodig. Een overheid die snel en
nauwkeurig beslist en handelt. Een overheid die anticipeert op
nieuwe ontwikkelingen. Die betrouwbaar en voorspelbaar is. Die het
bedrijfsleven niet lastig valt met onnodige regels. Zon overheid
vormt een gunstige factor voor een bedrijf dat een
vestigingsplaats uitkiest. Zon overheid trekt investeringen aan.
Zon overheid vervult bovendien een voorbeeldfunctie voor burgers
en bedrijfsleven.
* Verder vervult de overheid een actieve rol als launching customer
door nieuwe technologieën in de markt te introduceren. Daarmee
creëert ze een cruciale voorwaarde voor de ontwikkeling van de
elektronische handel. Ik heb het al even gehad over de e-NIK. Het
voordeel van de kaart voor het bedrijfsleven kan enorm zijn.
Recent onderzoek laat zien dat in Nederland de online verkoop aan
consumenten in 2000 is toegenomen met 119 procent. Totaal gaat het
om 709 miljoen gulden. Ik zeg er wel bij dat de online markt
slechts een fractie van de totale detailhandelomzet beslaat:
minder dan 0,5 procent. Vergeleken bij de Verenigde Staten blijken
Europese consumenten en bedrijven terughoudend bij het
elektronisch bestellen en betalen van producten en diensten. Stelt
u zich de doorbraak eens voor die het gevolg kan zijn van
betrouwbare voorzieningen voor identificatie en veilig betalen!
Ook partijen buiten de overheid zullen daarom bereid zijn de e-NIK
te accepteren en op basis hiervan toepassingen te ontwikkelen. Het
ontbreken van goede identificatie- en beveiligingstechnieken is
een belangrijke belemmering voor de ontwikkeling van e-commerce.
De e-NIK kan ook voor bedrijven een doorbraak betekenen.
* Stroomlijning Basisgegevens zorgt voor een andere economische
stimulans: de overheid wil overheidsinformatie kosteloos, of tegen
kostprijs, beschikbaar stellen. Een belangrijke overweging daarbij
is dat de overheid over grote hoeveelheden bestanden beschikt met
een potentieel groot economisch nut. Dit geldt bij uitstek voor de
op geografische informatie gebaseerde markt, die als
ICT-groeimarkt bij uitstek geldt. Een hoogwaardig en toegankelijk
Geografisch Kernbestand kan bij uitstek aan de ontwikkeling van
zon markt in Nederland bijdragen.
* Niet alleen burgers, maar ook bedrijven zullen in de toekomst hun
gegevens maar één keer aan de overheid hoeven verstrekken. Dat zal
grote gevolgen hebben voor de administratieve lasten: die zullen
flink kunnen dalen. Zoals u misschien weet, heeft de Commissie
Administratieve Lasten de kosten daarvan voor het bedrijfsleven
becijferd op 16,5 miljard gulden. Het Basisbedrijvenregister zal
moeten gaan fungeren als unieke bron voor de basisgegevens van
alle bedrijven, zelfstandige beroepsbeoefenaars en instellingen.
Verder hebben we te maken met een groot aantal transacties tussen
overheid en bedrijven, waarbij strikt genomen geen sprake is van
administratieve lasten. De transacties zijn niet gekoppeld aan een
plicht, maar aan een recht. Denkt u aan het inzien van
bestemmingsplannen, het aanvragen van subsidies, het indienen van
bezwaarschriften etcetera. Vooral het Geografische Kernbestand,
maar ook het Basisbedrijvenregister, kunnen behulpzaam zijn bij
het digitaliseren en stroomlijnen van deze transacties.
De Rijksoverheid gebruikt ICT al om te komen tot een structurele
administratieve lastenverlichting. Maar een aanzienlijk deel van
de administratieve lasten vloeit voort uit regelingen en diensten
op het niveau van gemeenten en provincies. Het is daarom nodig om
ook op dat niveau initiatieven te nemen. Elektronische
dienstverlening is daarvoor cruciaal.
* De e-NIK zal bedrijven ook helpen de fraude bij elektronische
transacties drastisch te beperken. Ook het Basisbedrijvenregister
zal door de eenduidigheid en kwaliteit van de gegevens bijdragen
aan een preventie en bestrijding van economische fraude. Daarnaast
zal het Basisbedrijvenregister de bedrijven zelf een actueel en
volledig overzicht bieden van bedrijven en instellingen, uiteraard
voorzover de wet dat toestaat. Dat verhoogt de rechtszekerheid en
de transparantie van de markt enorm.
Tot slot wil ik kort ingaan op een andere belangrijke productiefactor
van onze economie - naast informatie - namelijk arbeid. Als gevolg van
de krapte op de arbeidsmarkt hebben zowel de markt als de overheid
soms moeite om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken. De
overheid heeft een verantwoordelijkheid voor de inzet van personeel
voor haar eigen organisatie, maar ook voor een goed werkende
arbeidsmarkt. Een verhoogde inzet van ICT is daarvoor een krachtig
instrument. De collectieve sector heeft de ruime mogelijkheden hiervan
nog maar nauwelijks onderkend. De gerichte inzet van ICT maakt het
mogelijk dat de continuïteit van de overheidsdienst-verlening niet
alleen wordt gegarandeerd, maar zelfs sterk verbeterd wordt.
Tegelijkertijd kan ICT ons helpen om arbeidsmarktknelpunten te
verlichten of te vermijden.
In dit verband is het interessant dat men in de Verenigde Staten al
een paar jaar metingen verricht naar de invloed van ICT-gebruik op de
arbeidsparticipatie. Dat gaat nu in Nederland ook gebeuren en dat is
gunstig - zeker op een krappe arbeidsmarkt. Kijken we bijvoorbeeld
naar de Belastingdienst. Die werkt in hoge mate digitaal, waardoor de
organisatie met minder mensen méér kan doen. De Commissie Van Rijn,
die onlangs geadviseerd heeft over de arbeidsmarkt in de collectieve
sector, wees terecht op de bonus die we langs die weg kunnen
incasseren.
Dames en heren,
We hebben gezien dat een goed overheids-informatiebeleid essentieel is
voor onze economie. Een vitale economie speelt in op de
ICT-ontwikkelingen en heeft behoefte aan een vitale overheid die
hetzelfde doet. De wisselwerking tussen bedrijfsleven, overheid en ICT
maakt dat Nederland zich in de kopgroep van geïnformatiseerde landen
kan blijven manifesteren. Het gerenommeerde bureau Accenture maakte
onlangs bekend dat Nederland uitstekend scoort op het gebied van
e-government en dat we zelfs Frankrijk, Duitsland en Engeland
voorbijgestreefd zijn. Dat is prachtig, maar het mag ons niet
zelfgenoegzaam maken. En neemt u van me aan: dat zál het ook niet.
Waarschijnlijk vindt u het over een paar jaar doodnormaal dat u langs
digitale weg zaken doet met de overheid. Ik ben in elk geval overtuigd
dat ICT onze samenleving veel te bieden heeft. Ik heb een groot aantal
programmas en pilots in gang gezet. Daarvan zullen we pas in de
toekomst de resultaten kunnen zien, maar u weet: de toekomst wordt
vandaag gemaakt. Die programmas zijn gebaseerd op een heldere visie,
waarvoor de vraag van de klant bepalend is - of die nou een burger of
een bedrijf is.
Dát is onze leidraad bij de vormgeving van de overheid van de
toekomst.
Ik dank u voor uw aandacht.
N.B. alleen het gesproken woord geldt.