De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
IZ. 2001/794
datum
08-05-2001
onderwerp
Verslag van de Landbouwraad te Luxemburg op 24 april 2001
TRC 2001/4550 doorkiesnummer
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Op dinsdag 24 april jl. vond in Luxemburg een vergadering plaats van de Europese ministers van Landbouw. Tijdens deze Landbouwraad is onder meer gesproken over de stand van zaken ten aanzien van MKZ, BSE, de verordening dierlijke bijproducten en de oprichting van een Europese Voedselautoriteit. Ten aanzien van MKZ heeft de Raad een verklaring betreffende de evaluatie van het non-vaccinatiebeleid aangenomen. De Raad heeft ingestemd met de voorstellen voor de verordening voor katoen en met de verlenging van het diermeelverbod met een half jaar tot eind 2001. Over het onderwerp de integratie van milieuoverwegingen en duurzame ontwikkeling in het GLB zijn Raadsconclusies vastgesteld. Deze Raadsconclusies worden verder besproken tijdens de Europese Raad van Götenborg. In de Raad is tevens gediscussieerd over suiker. Op verzoek van Portugal en Frankrijk is gesproken over de verzoeken tot nationale steun voor de distillatie van bepaalde producten van de wijnsector. Tijdens de lunch heeft Commissaris Fischler de stand van zaken ten aanzien van het bananendossier toegelicht. Onder het punt diversen gaf de Italiaanse minister een uiteenzetting over de Italiaanse visie over de toekomst van het GLB.
up
datum
08-05-2001
kenmerk
IZ. 2001/794
bijlage
Bovine Spongiforme Encefalopathie (BSE)
a. Laatste ontwikkelingen
Commissaris Byrne gaf een uiteenzetting over de stand van zaken
van de BSE-crisis. Tot op heden zijn 63 BSE-gevallen geconstateerd
op 1.3 miljoen testen op gezonde runderen in het slachthuis, 68
BSE-gevallen zijn vastgesteld uit 116.000 testen op zieke dieren,
3 gevallen zijn bevestigd op 18.300 tests in het kader van het
uitroeiingsprogramma en nog eens 212 BSE-gevallen zijn ontdekt op
1520 tests op runderen die klinische verschijnselen vertoonden.
Uit het overzicht blijkt dat meer dan 60% van de gevallen wordt
vastgesteld bij klinisch verdachte runderen. De Commissaris wees
erop dat in bepaalde lidstaten tekortkomingen zijn vastgesteld bij
de uitvoering van testen. Om die reden zal de Commissie op korte
termijn met aanvullende voorstellen komen.
Het verwijderen van Specifiek Risico Materiaal (SRM's) is nu ook
verplicht voor invoer vanuit derde landen. Dit geldt voor de
landen die niet onder risicocategorie I vallen. Dat betekent dat
de VS, Canada en de Oost-Europese landen SRM's moeten verwijderen
als ze rundvlees naar de EU willen exporteren. Voor het ruggemerg
geldt dat dit ook in de EU verwijderd mag worden. Onderzoek naar
de risico's per land wordt voorgezet. Het standpunt over de
geografische risicoverspreiding volgt nog, zo deelde de
Commissaris mee.
Een uitvoerige discussie heeft niet plaats gevonden over dit
onderwerp. Zelf heb ik ingebracht dat de strenge maatregelen om
BSE te bestrijden effect lijken te sorteren. Ik heb er tevens op
gewezen dat een uniforme aanpak daarvoor wel noodzakelijk blijft.
Harmoniseren van maatregelen blijft essentieel.
b. Toekomstige strategie voor het gebruik van verwerkte dierlijke
eiwitten in diervoeders
De Voorzitter, mevrouw Winberg, lichtte toe dat het gebruik van
diermeel in voeders verder uitgewerkt wordt in de TSE-verordening
en in de verordening over dierlijke bijproducten. Mevrouw Winberg
gaf aan bezorgd te zijn dat de eerstgenoemde verordening wellicht
niet per 1 juli 2001 in werking zou kunnen treden doordat het
Europese Parlement nog een aantal amendementen in zal dienen. Het
huidige verbod op het gebruik van diermeel loopt eind juni af. De
Commissie stelt een verlenging van het verbod voor tot de
desbetreffende regelgeving beschikbaar is.
De Commissie sloot zich aan bij de inleiding van de Zweedse
minister. De heer Byrne bevestigde dat de Commissie voorstelt om
het verbod op gebruik van diermeel te verlengen tot dat de
verordening voor dierlijke bijproducten in werking treedt. Hierin
zijn regels opgenomen betreffende de omgang met diermeel. De
regels aangaande voedselingrediënten voor dierlijke bijproducten
zullen op basis van wetenschappelijk advies opgesteld worden.
Hierbij zal uitdrukkelijk rekening gehouden worden met de eisen
vanuit de WTO en de wensen van het Europese Parlement. Onder geen
beding zal de consument blootgesteld worden aan enig risico, zo
betoogde de heer Byrne. Hij sloot niet uit dat de eindconclusies
wel eens konden leiden tot een definitief verbod op het gebruik
van diermeel.
Uit de standpunten van de lidstaten bleek dat een aantal lidstaten
nu reeds voorstander is van een definitief verbod op het gebruik
van diermeel en kon instemmen met het voorstel van de Commissie.
Enkele lidstaten wilden van de Commissie weten wat het standpunt
zal zijn ten aanzien van dierlijke vetten en vismeel.
Van Nederlandse zijde heb ik opgemerkt dat we de discussie over
een permanent diermeelverbod pragmatisch moeten voeren. Op dit
moment kunnen we het ons niet permitteren om het verbod op het
gebruik van diermeel op te heffen. Tot de presentatie van de
Commissie van de verordening over de dierlijke bijproducten waar
deze kwestie in behandeld wordt, is het noodzakelijk om het verbod
te verlengen. In de tussentijd dient de Commissie op basis van
feiten te werken aan een regeling voor de lange termijn.
In het licht van deze discussie gaf de Commissaris aan dat een
beslissing over een permanent verbod niet aan de orde is. De
discussie dient binnen de juiste procedures gevoerd te worden. Met
de discussie over een eventueel definitief verbod zal worden
gewacht tot de nieuwe verordening over dierlijke bijproducten rijp
voor besluitvorming is. De publieke opinie is ook een belangrijke
factor waar terdege rekening mee gehouden moet worden, daarom komt
de Commissie ook met het voorstel voor verlenging van het verbod,
zo vervolgde de heer Byrne. Aangaande het vraagstuk over dierlijke
vetten, liet de Commissaris weten dat hierover eerst het
wetenschappelijke advies beschikbaar moet komen. Vervolgens zullen
voorstellen aan het Permanent Veterinaire Comité (PVC)
gepresenteerd worden. Afhankelijk van het wetenschappelijk advies
dat de Commissie zal ontvangen zal de Commissie besluiten of
aanvullende voorstellen over dierlijke vetten en vismeel
noodzakelijk zijn.
Mond- en klauwzeer
De Voorzitter deelde mee dat in Östersund een goede discussie heeft
plaatsgevonden. Er is geconcludeerd dat er lopende de crisis geen
reden is om de bestrijdingsstrategie aan te passen, maar dat na de
crisis een grondige evaluatie gemaakt zal worden. Ook informatie van
de FAO inzake de MKZ-bestrijding is daarvoor van belang.
Inmiddels zijn meer dan 1400 besmette gevallen van MKZ in het Verenigd Koninkrijk vastgesteld, zo liet de Commissaris weten. Hoewel vanaf begin april een daling van het aantal nieuwe gevallen is waar te nemen is het te vroeg om te juichen. De heer Byrne was evenwel van mening dat er licht is aan het einde van de tunnel; hij steunde dan ook de aanpak van het Verenigd Koninkrijk. De heer Byrne sprak zich positief uit over de Nederlandse aanpak van de crisis. De Commissaris was van mening dat de bestrijding in ons land onder moeilijke omstandigheden plaats vindt, maar dat desondanks de vooruitzichten op het onder controle houden van de ziekte gunstig zijn. De Commissie heeft conform het advies van het PVC een aantal maatregelen die van toepassing waren op Nederland opgeheven. Als de positieve tendens zich voortzet dan zullen meer maatregelen opgeheven worden, zo deelde de heer Byrne mee.
In de tussentijd wordt er alles aan gedaan om derde landen objectief
te informeren over de situatie betreffende MKZ, zodat de export weer
op gang kan komen. De heer Byrne waarschuwde dat er wat dat betreft
wel veel werk verzet moet worden. De financiële consequenties van de
MKZ-crisis zijn aanzienlijk, deze worden momenteel op 450 miljoen Euro
geraamd. Over het onderwerp vaccinatie wilde de heer Byrne nu niet
discussiëren; dat onderwerp was reeds uitvoerig ter sprake gekomen in
Östersund. Twee onderwerpen komen naar aanleiding van de crisis
duidelijk naar voren:
* de communautaire grenzen. De controle zal verbeterd moeten worden
mede met het oog op de uitbreiding van de EU;
* transport en traceerbaarheid met name bij schapen. Hier is nog
veel verbetering mogelijk.
Later dit jaar zal de Commissie een overzicht presenteren over de
zwakke schakel transport, zo besloot de heer Byrne zijn inleiding.
Net zoals mijn Britse collega de heer Brown heb ik een uiteenzetting gegeven over de situatie in Nederland en de manier waarop wij de crisis bestrijden. Ik heb de heer Byrne en mevrouw Winberg bedankt voor hun bezoek aan Nederland. Voorts heb ik stilgestaan bij het feit dat de getroffen maatregelen in Nederland tot grote welzijnsproblemen leiden. Om die reden heb ik maatregelen voorgesteld om daarvoor oplossingen te bieden. Ik heb deze maatregelen kort toegelicht.
Tevens heb ik nogmaals duidelijk gemaakt dat het vaccinatiebeleid in Nederland anders wordt beoordeeld dan bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk. De visie ten aanzien van vaccineren is in Nederland omgeslagen. Ook ik heb benadrukt dat de strategie tijdens de crisis niet moet worden aangepast, maar dat na de crisis het fundamentele debat over het vaccinatiebeleid dient te worden gevoerd.
Tegen de achtergrond van de discussie tijdens de informele
Landbouwraad in Östersund heeft de Raad unaniem een verklaring
aangenomen waarin is aangegeven dat:
* lopende de MKZ-crisis de bestrijdingsstrategie niet wordt
aangepast;
* na afloop van de MKZ-crisis een grondige evaluatie noodzakelijk is
over de manier waarop het huidige EU-beleid ten aanzien van MKZ
verbeterd kan worden. Deze evaluatie wordt uitgevoerd op basis van
opgedane ervaringen en nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen.
Voorts heb ik, mede namens mijn Britse collega Brown, het initiatief
gelanceerd om gezamenlijk in samenwerking met de Commissie en het
Belgisch voorzitterschap een conferentie te organiseren in het najaar
van 2001. Op deze conferentie wordt de gehanteerde bestrijdingsaanpak
in het Verenigd Koninkrijk en Nederland met elkaar vergeleken en
geëvalueerd. Doel van de conferentie is stil te staan bij de aanpak
van de crisisbestrijding in het Verenigd Koninkrijk en Nederland en de
lessen die daaruit voor de toekomst kunnen worden geleerd. Het is onze
bedoeling om daarbij de verschillende geledingen in de maatschappij
zoals landbouworganisaties, de levensmiddelenbranche en
consumentenorganisaties te betrekken. Daarmee kan de conferentie over
MKZ belangrijke bouwstenen aanleveren voor de voorziene evaluatie van
het vaccinatiebeleid.
De Voorzitter reageerde enthousiast op ons gezamenlijke initiatief.
Mevrouw Winberg was van mening dat het initiatief tot het organiseren
van een dergelijke conferentie goed aansluit bij de voorliggende
Raadsconclusies over MKZ. Ook België, dat voor de volgende termijn het
Voorzitterschap bekleedt, zegde alle medewerking toe. Het voorstel van
de heer Brown en mij is vervolgens unaniem overgenomen in de
Raadsconclusies.
Hygiëneregels voor dierlijke bijproducten niet bedoeld voor humane
consumptie
De voorzitter gaf een korte toelichting over dit onderwerp. Dit
voorstel gaat onder andere over de condities waaronder diermeel in
diervoeder verwerkt mag worden. Het is een kaderregeling voor alle
dierlijke producten die niet bestemd zijn voor consumptie en bevat
daarmee de toekomstige criteria voor het toestaan van dierlijke
eiwitten in veevoeding.
Bij het vaststellen van de verordening dient goed rekening gehouden te
worden met de milieuaspecten van eventuele verbranding van diermeel.
De Voorzitter deelde mee dat als er hard aan gewerkt wordt, het
mogelijk moet zijn om de regeling vanaf 1 januari 2002 in te laten
gaan.
De Commissie had hier weinig aan toe te voegen. De verordening is zeer
belangrijk voor de gezondheid van dier en mens. De heer Byrne sprak de
hoop uit dat er op redelijke termijn een compromis bereikt wordt.
Europese Voedsel Autoriteit (EVA) - stand van werkzaamheden
De Voorzitter legde uit dat al verschillende keren is vergaderd in de
werkgroep over de oprichting van de EVA en het uitwerken van het Early
Warning System. De vooruitgang die inmiddels is geboekt is
bemoedigend. Naar het zich laat aanzien, kan reeds volgend jaar de EVA
operationeel zijn. De EVA wordt een instituut met veel invloed, zo
stelde de Voorzitter. In de toekomst zal de EVA zich ook gaan bezig
houden met het uitvoeren van risico-analyses van toekomstige nieuwe
bedreigingen voor de voedselveiligheid. Het voorzorgsprincipe dient in
de nieuwe Levensmiddelenwet opgenomen te worden. Tevens zullen
standpunten in de werkgroep ingenomen moeten worden over het belang en
de reikwijdte van wetenschappelijke adviezen. De EVA moet preventief
kunnen opereren.
De heer Byrne is van mening dat de oprichting van de EVA en het
uitwerken van de algemene levensmiddelenwetgeving zeer belangrijk is
om overzicht te creëren in de voedselketen. De Commissaris was tevens
van mening dat overeenstemming over de EVA en de algemene
levensmiddelenwetgeving in juni te bereiken moet zijn.
Er heeft geen verdere discussie plaats gevonden
Integratie van milieu-overwegingen in het gemeenschappelijk
landbouwbeleid
Tijdens de Europese Top van Cardiff (juni 1998) is overeengekomen dat
op de beleidsterreinen energie, vervoer en landbouw, strategieën
ontwikkeld moeten worden om milieuoverwegingen en duurzame
ontwikkeling te integreren in het beleid. Inmiddels zijn verschillende
voortgangsverslagen besproken zoals tijdens de Europese Raad van Wenen
(november 1998) en de Europese Raad van Helsinki (december 1999). Deze
besprekingen hebben geresulteerd in een werkdocument van de Commissie
over een kader voor het ontwikkelen van indicatoren 'voor de
economische en sociale dimensie van duurzame landbouw' en een
werkdocument waarin een voorzet gegeven wordt voor het ontwikkelen van
een 35-tal indicatoren.
De Voorzitter lichtte toe dat er intensief is gewerkt, dit heeft
geresulteerd in een rapport aan de Raad en ontwerp-raadsconclusies. Er
is inmiddels een grote mate van overeenstemming. De Voorzitter stelde
dan ook voor om de tekst niet te wijzigen.
De heer Fischler onderstreepte het belang van het proces dat plaats
vindt, de bewustwording van de noodzaak van de verduurzaming van het
GLB. Sinds de Top van Cardiff is er veel vooruitgang geboekt. De heer
Fischler sprak de hoop uit dat de Raad kon instemmen met het voorstel
van de Voorzitter en dat het rapport en de ontwerp-raadsconclusies
aangenomen kunnen worden.
Van Nederlandse zijde heb ik aangegeven het belang van het proces te
ondersteunen. Het ontwikkelen van de juiste indicatoren is hierbij
essentieel. Ondanks het zeer intensieve karakter van de Nederlandse
landbouw is het in de afgelopen 10 jaar toch gelukt om op het gebied
van milieu vooruitgang te boeken. Ik heb medegedeeld verheugd te zijn
dat de Europese Raad van ministers van Landbouw meer en meer belang
hecht aan het milieu als voorwaarden voor de garantie voor een
duurzame landbouw.
De Voorzitter dankte de lidstaten voor de steun.
Voorstellen hervorming marktordening rundvlees en akkerbouwgewassen in
verband met BSE (7 punten plan)
rundvlees
Ter bespreking lag het voorstel van de Commissie voor om de crisis in
de rundvleesmarkt op de middellange termijn weer in evenwicht te
brengen.
Het consumentenvertrouwen in het product rundvlees is naar aanleiding
van de BSE-crisis fors gedaald. Het voorstel van de Commissie is
verwoord in het zogeheten 7-puntenplan. Eén onderdeel uit het voorstel
van de Commissie, het speciale opkoop-programma, is reeds aangenomen.
Nederland heeft zich daar tegen verzet.
Het Europese Parlement zal niet voor 7 mei reageren op het voorstel
van de Commissie. Besluitvorming is nu dan ook niet voorzien. De
Voorzitter vat samen dat de meningen van de lidstaten zeer
verschillen.
De Commissaris liet weten dat de situatie op de rundvleesmarkt niet
verslechterd is. De consumptiedaling in maart was gemiddeld 23% en in
april was dat enigszins hersteld tot minder dan 18% van het gemiddelde
niveau in de EU voor de crisis. In hoeverre deze lichte verbetering
tijdelijk is, blijft natuurlijk de vraag. De heer Fischler was
niettemin van mening dat de consument weer meer vertrouwen krijgt in
rundvlees. Het blijkt ook dat de MKZ-crisis in Nederland en het
Verenigd Koninkrijk geen invloed heeft op de consumptie. De
marktprijzen zijn in de EU (met uitzondering van Duitsland) enigszins
hersteld. Het aantal slachtingen is ook weer iets toegenomen en zit nu
op een niveau van 12% onder het normale aantal slachtingen. De heer
Fischler benadrukte dat de Commissie er alles aan doet om de uitvoer
naar derde landen op gang te houden, maar dat is een moeizaam proces.
De heer Fischler betreurde het verder dat nu geen besluit genomen kon worden omdat het standpunt van de Europese Parlement niet voor handen is. De grens van 350.000 ton voor de interventie-aankopen zal snel bereikt worden; daarom is het noodzakelijk om in mei een beslissing te nemen anders kunnen niet langer interventie-aankopen gedaan worden. De Commissaris verzocht de lidstaten nogmaals goed na te denken over het in te nemen standpunt in het licht van de afspraken die gemaakt zijn in Berlijn in het kader van Agenda 2000. Het is essentieel dat in mei tijdens de Landbouwraad een oplossing wordt gevonden.
De Voorzitter dankte de heer Fischler voor de heldere uiteenzetting.
In de tussenliggende tijd tot aan de Raad van mei zal nog op het
voorstel van de Commissie gestudeerd worden. In de Raad van mei zal
weer verslag van de werkzaamheden gedaan worden. Tijdens die Raad zal
ook tot een besluit gekomen worden.
Akkerbouw
Eén onderdeel van het 7-puntenplan van de Commissie gaat in op het
stimuleren van de biologische landbouw. Het is een maatregel van de
Commissie om een impuls te geven aan de verduurzaming van het
landbouwbeleid. De mogelijkheid wordt geboden om vlinderbloemige
voedergewassen (luzerne, klaver, lupinen, wikke) te telen binnen de
verplichte braaklegging. Deze mogelijkheid is uitsluitend van
toepassing op bedrijven die biologisch produceren. De biologische
landbouw krijgt hierdoor een steun in de rug.
De Voorzitter vatte de meningen van de lidstaten ten aanzien van het
voorstel samen. De grote meerderheid van de lidstaten staat positief
tegenover het voorstel. Een aantal lidstaten vindt echter dat de
reikwijdte van het voorstel te beperkt is. Voorstellen zijn inmiddels
gedaan om meerdere typen gewassen toe te staan als ook meerdere typen
bedrijven dan alleen biologische. Denemarken heeft het voorstel gedaan
om alle biologische bedrijven vrij te stellen van de braakplicht, zo
besloot mevrouw Winberg haar inleiding.
De Commissaris legde uit dat de intentie van het voorstel is om de
biologische landbouw te stimuleren. Het voorstel is niet bedoeld om
het eiwittekort op te vullen dat ontstaan is door het diermeelverbod.
Het Europese Parlement heeft ook aangegeven dat het belangrijk is dat
snel een besluit genomen wordt. De heer Fischler was bevreesd dat als
de regeling te ver wordt uitgebreid het nagestreefde doel in gevaar
komt. Alleen bepaalde bedrijven mogen gebruik maken van de regeling.
Om die reden heeft de Commissie besloten om de suggestie van
Denemarken te onderzoeken. Het is echter niet mogelijk deze suggestie
reeds dit jaar te laten ingaan.
In het debat dat volgde heb ik mijn steun voor het voorstel
uitgesproken. De verdere vergroening van het landbouwbeleid acht ik
van groot belang. Ik heb aangegeven het belangrijk te vinden om tot
overeenstemming te komen zodat nog dit jaar met dit voorstel aan de
slag gegaan kan worden. Voorts heb ik gesteld te hopen dat de
Commissie na haar onderzoek positief kan besluiten over het Deense
voorstel om alle biologische bedrijven vrij te stellen van de
braakverplichting.
De Voorzitter concludeerde dat het voorstel met een meerderheid van de
stemmen kon worden aanvaard.
Hervorming marktordening Katoen
De Commissie heeft besloten de marktordening voor katoen te wijzigen
om onder andere de budgettaire lasten beter te kunnen beheersen. Ook
worden meer milieubepalingen opgenomen. In de huidige marktordening
vindt productiesteun plaats op basis van een 'deficiency payment'. De
hoogte van het uit te keren bedrag is gekoppeld aan de
wereldmarktprijs. Dit heeft tot gevolg dat er niet beheersbare
fluctuaties plaatsvinden in de hoogte van dit bedrag. De uitkeringen
worden gedaan over een Gegarandeerde Maximale Hoeveelheid (GMH). Deze
is verder verdeeld over Spanje en Griekenland, in Gegarandeerde
Nationale Hoeveelheden (GNH). Bij overschrijding van de GNH vindt een
korting plaats op de uitgekeerde steun.
In het voorstel van de Commissie wordt een verhoging van de
strafkorting van 50% naar 60% voor elke procent
productieoverschrijding voorgesteld. Spanje kon niet akkoord gaan met
dit voorstel en daarom heeft zij een eigen voorstel ingediend. Het
voorstel van Spanje houdt in dat tussen de GMH van 1.031.000 ton en de
huidige productie van 1.600.000 ton, de strafkorting 50% blijft en dat
boven de 1.600.000 ton iedere overschrijding met 20.000 ton een extra
korting van 1% oplevert. Tot het productieniveau van 1.600.000 ton
verandert er in dit voorstel niets.
Mevrouw Winberg deelde mee dat het voorzitterschap tezamen met de
Commissie een compromisvoorstel heeft voorgelegd.
De Commissaris lichtte het compromis voorstel toe. De GMH blijft
1.031.000 ton. Tussen het productieniveau 1.031.000 ton en de
1.500.000 ton vindt een strafkorting plaats van 50%. Bij een productie
boven de 1.500.000 ton wordt dit percentage bij iedere 20.000 ton
extra met 2% verhoogd zodat bij een productieomvang van 1.600.000 ton
de strafkorting 60% bedraagt. De heer Fischler lichtte verder toe dat
bij een productieomvang van 1.500.000 ton de lasten voor de begroting
wat hoger zijn maar bij een productieomvang van 1.600.000 ton dit
voorstel goedkoper uitvalt dan de huidige regeling. Gemiddeld genomen
zal dit voorstel budgetneutraal uitpakken, zo was de Commissaris van
mening.
De Voorzitter concludeerde dat de lidstaten akkoord gaan met het
compromisvoorstel. In het Speciaal Landbouw Comité zal het verder
uitgewerkt worden, zodat het tijdens de volgende Raad als A-punt kan
worden aangenomen.
Hervorming marktordening Suiker
In oktober 2000 heeft de Commissie het voorstel voor de wijziging van
de marktordening suiker aan de Raad aangeboden. De belangrijkste
onderdelen uit het voorstel zijn een verlenging van de huidige
marktordening met 2 jaar, een structurele quotumkorting van 115.000
ton en het afschaffen van de opslagbijdrageregeling. Besluitvorming
over het voorstel heeft tot op heden nog niet plaats gevonden. De
huidige regeling loopt per 1 juli 2001 af. Het advies van het Europese
Parlement is beschikbaar. Een nagenoeg ongewijzigde verlenging van de
huidige marktordening tot en met 2005/2006 is wat het Europese
Parlement voorstaat.
De Voorzitter streeft naar een compromis. De technische onderdelen van
het voorstel zijn inmiddels afgerond. Alleen over het politieke deel
van het voorstel dient overeenstemming bereikt te worden, zo leidde
mevrouw Winberg het onderwerp in. Het voorzitterschap stelde tezamen
met de Commissie een compromis voor. Hierin wordt een verlenging van
de marktordening met 4 jaar voorgesteld waarna een verslag over die
periode wordt gemaakt. Tevens wordt eind 2002 een tussenrapportage aan
de Raad aangeboden.
De Commissaris zei bereid te zijn om deze verlenging van de looptijd
toe te staan als tegelijkertijd in een beoordeling wordt voorzien eind
2002. De heer Fischler sprak de hoop uit dat de Raad een besluit zal
nemen omdat de huidige marktordening per 1 juli 2001 afloopt. De
Commissie is daarna namelijk bevoegd om zelf maatregelen te treffen.
In het debat dat volgde bleek dat onvoldoende lidstaten bereid waren het compromis van de Commissie en het Voorzitterschap te steunen. Alleen Duitsland gaf aan in te kunnen stemmen met dit voorstel, naast de landen die het oorspronkelijke voorstel van de Commissie reeds steunden (Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en Nederland).
Van Nederlandse zijde heb ik mijn collega's voorgehouden dat het voor
geen van de lidstaten een makkelijke beslissing is. We zijn al een
jaar aan het debatteren over dit dossier. Ik heb nogmaals benadrukt
dat hervorming noodzakelijk is en een meer marktgerichte benadering
nodig is, zeker gezien de externe factoren die in toenemende mate
invloed hebben op het Europese landbouwbeleid. Ik heb mijn voorkeur
uitgesproken voor het oorspronkelijke voorstel, maar kan instemmen met
een verlenging tot 2004/2005 omdat de review clausule er in opgenomen
is.
De Commissaris voelde niet de behoefte commentaar te geven op de
posities van de lidstaten.
De Voorzitter constateerde dat er hard gewerkt moet worden om een
compromis te bereiken, maar dat dit momenteel niet mogelijk lijkt.
Mevrouw Winberg sprak de hoop uit dat tijdens de Raad van mei dit
dossier afgesloten kan worden.
Verzoek tot aanvullende nationale steun voor wijnproducenten (verzoek
Portugal en Frankrijk)
Frankrijk en Portugal hebben verzoeken bij de Commissie ingediend om
aanvullende nationale steun voor distillatie van wijn aan de sector te
geven. Dit is toegestaan onder buitengewone omstandigheden. Op dit
moment is er sprake van een groot wijnoverschot en daardoor lage
prijzen. De marktordening wijn biedt in dat geval de mogelijkheid tot
steun voor distillatie van wijn. In december 2000 kregen Duitsland,
Italië en Frankrijk toestemming voor toekenning van additionele
nationale steun.
Frankrijk, Portugal en vervolgens ook Italië schetsen de moeilijke
situatie in hun land in de wijnsector en de noodzaak tot het overgaan
tot aanvullende nationale steun.
De Commissaris lichtte toe dat het de taak van de Raad is om te
beoordelen of in de respectievelijke gevallen van Frankrijk, Portugal
en Italië sprake is van een bijzondere omstandigheid. Vervolgens stemt
de Raad al dan niet in met de verzoeken. De Commissaris gaf de
lidstaten de overweging mee dat de Commissie twijfelt of het wel een
bijzondere omstandigheid betreft. De marktordening is sinds augustus
2000 van kracht. Frankrijk, Portugal en Spanje willen overgaan tot het
geven van aanvullende nationale steun op een wijze waarmee de
Commissie niet kan instemmen. Deze landen willen aanvullende steun
geven aan individuele bedrijven in plaats van het aan te wenden voor
de verbetering van de structuur van de sector, zo vervolgde de
Commissaris.
De Voorzitter concludeerde dat de verzoeken van Frankrijk, Portugal en
Italië besproken moeten worden in het Speciaal Landbouw Comité,
voordat het weer op de Agenda van de Raad opgevoerd wordt.
Risico van verspreiding MKZ door veterinaire controles (verzoek
Oostenrijk)
Oostenrijk wil de controles ter plaatse op maatregelen in het kader
van het GLB opschorten in verband met de uitbraak van MKZ. Opschorting
is momenteel echter alleen toegestaan in besmette regio's van
lidstaten waar MKZ heerst. Indien een lidstaat zich niet houdt aan de
controle verplichtingen, kan een financiële correctie uit Brussel
volgen.
De heer Molterer had in de Raad de Commissie om toestemming willen
verzoeken. Oostenrijk dankte de Commissie voor de ontheffing die de
Commissie inmiddels heeft verleend. Een meerderheid van de delegaties,
inclusief Nederland dankte de Commissie voor de snelle reactie.
Diversen
a. Bananen - stand van besprekingen
Tijdens de lunch heeft de Commissie een uiteenzetting gegeven over
de stand van besprekingen inzake het Bananen-dossier. De EU en de
VS hebben, na 9 jaar, een akkoord bereikt over een nieuw EU-regime
voor bananen voor de periode tot het 'tariff only system in 2006'
van toepassing zal worden. Het door de Raad van Ministers in
december 2000 in Brussel overeengekomen akkoord dient derhalve
wederom aangepast te worden. De optie van 'First come, first
serve' die in dit akkoord was voorgesteld zal niet meer van
toepassing zijn: er wordt nu gekozen voor een verdeling van de
tariefcontingenten op basis van historische referenties (de
verdeling van de licenties in de periode '94-'96). Voorts is een
verschuiving van 100.000 ton bananen van het ACP-quotum naar het
algemene quotum overeengekomen. Dit betekent dat er meer
markttoegang zal komen voor niet ACP-landen. Deze komen met name
uit Latijns-Amerika, waar Amerikaanse bedrijven actief zijn. In de
overeenkomst is voorgesteld dat nieuwkomers, waaronder de Fair
Trade Organisaties, gebruik kunnen maken van 17% van de
beschikbare quota. De markttoegang van dergelijke organisaties zou
dus gewaarborgd zijn.
Het nieuwe systeem zou op 1 juli aanstaande van kracht moeten
worden, vanaf dan zal de VS haar lopende retaliatiemaatregelen
intrekken.
Uiteraard betekent een overeenkomst tussen de VS en de EU nog niet
automatisch dat het gehele conflict is opgelost. Ook andere
spelers zijn er immers in betrokken. Zo heeft Ecuador al
aangegeven dat de EU te veel tegemoet komt aan de handelsbelangen
van de VS. Ecuador vindt het haar toegewezen contingent van
500.000 ton tot 2006, onvoldoende.
b. Italiaanse voorstellen voor de hervorming van het GLB
De Italiaanse minister lichtte toe hoe Italië wil opereren in de
discussie over de hervormingen van het GLB. Daartoe heeft de
Italiaanse regering een discussiedocument opgesteld. De heer
Pecoraro Scanio deelde mee dat hij met dit initiatief een debat
tussen de Raad en de Commissie op gang wil brengen.
In het document wordt ingegaan op de noodzaak om vroegtijdig de
discussie in de EU te voeren en niet te wachten tot 2006. De
Italiaanse minister lichtte toe dat Italië wat dat betreft niet
achterop wil lopen maar zeer sterk de behoefte voelt om de
discussie mede vorm te geven. In het stuk komt duidelijk naar
voren dat landbouw een andere benadering behoeft dan andere
sectoren door de unieke eigenschappen die de landbouw kenmerken.
De heer Pecoraro Scanio vervolgde zijn betoog dat Italië van
mening is dat aan de twee bestaande pijlers van het GLB, te weten
marktbeleid en plattelandsbeleid, een derde aan toegevoegd dient
te worden: kwaliteit van voedsel en milieu. Daarvoor dienen ook
gelden verschoven te worden vanuit de eerste pijler naar de nieuwe
derde pijler.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst