Brieven aan de Kamer
De positie van het Politiek en Veiligheidscomité en het Militair Comité
08-05-2001
Hierbij bied ik u mede namens de minister van Buitenlandse Zaken een
notitie aan over de positie van het Politiek en Veiligheidscomité en
het Militair Comité binnen de Europese Unie. Ik heb deze notitie
toegezegd naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van Ardenne-Van
der Hoeven tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor
Defensie over het Europees Veiligheids en Defensie Beleid (EVDB) van
31 januari jl.
DE MINISTER VAN DEFENSIE,
Mr F.H.G. de Grave
Notitie over de positie van het Politiek en Veiligheidscomité en het
Militair Comité binnen de Europese Unie
Inleiding
Tijdens de Europese Raad van Helsinki (1999) zijn de EU-lidstaten
overeengekomen permanente structuren in stellen ten behoeve van het
EVDB en van de Helsinki Headline Goal. Het gaat met name om het
Politiek en Veiligheidscomité (PSC) en het Militair Comité van de
Europese Unie (EUMC). Hierover zijn, zoals overeengekomen in Helsinki,
tijdens de Europese Raad van Nice (9 en 10 december 2000) nadere
afspraken gemaakt, die zijn vastgelegd in het Franse
voorzitterschapsrapport en wat het PSC betreft, op Nederlands
aandringen, ook in het Verdrag van de Europese Unie. Het PSC is
permanent verklaard op 20 januari jl.; het EUMC op 9 april jl.
PSC
Het PSC krijgt een centrale rol bij de besluitvorming over en de
uitvoering van de Petersbergtaken (crisisbeheersingstaken); ook het
signaleren van crises (early warning) en het doen van aanbevelingen
terzake behoren tot de verantwoordelijkheden van het PSC. Bij zijn
werkzaamheden wordt het PSC geadviseerd door het EUMC en het Comité
voor Civiele Aspecten van Crisisbeheersing (CCCM). Uiteraard zal ook
de Hoge Vertegenwoordiger een aansturende rol vervullen. Hij kan in
tijden van crisis het PSC voorzitten. Als het gaat om de uitvoering
van EU-besluiten kan het PSC richtlijnen geven aan het EUMC en aan het
CCCM.
Het PSC, waarin de EU-lidstaten zijn vertegenwoordigd op hoog
ambtelijk/ambassadeursniveau, dient wat het EVDB betreft als
voorportaal van de Algemene Raad (AR), die besluiten neemt en de
politieke verantwoording draagt. De AR kan, met name in tijden van
crises, het PSC een vergaand mandaat verlenen voor besluiten met het
oog op de politieke controle en strategische richtlijnen voor
EU-geleide operaties. Hierdoor kan het PSC, uiteraard onder politieke
aansturing vanuit de hoofdsteden, slagvaardig reageren en snelle
besluiten nemen, wat het crisisbeheersingsvermogen van de EU ten goede
komt. Nederland heeft, zoals bekend, met succes aangedrongen op de
opneming in het verdrag van deze mogelijkheid. Ook wordt de gang van
zaken rondom de besluitvorming over crisisbeheersingsoperaties
vastgelegd in interne besluitvormingsprocedures van de EU.
Verschillende institutionele actoren zijn immers op grond van hun
taken en bevoegdheden betrokken bij de EU-besluitvorming. Nederland
zet zich ook in dit verband in voor goede afspraken, met binnen de
institutionele structuur van de EU - een centrale rol voor het PSC als
uitgangspunt.
EUMC
Het EUMC bestaat uit de EU-Chefs-van-Defensiestaven (doorgaans
vertegenwoordigd door hun militaire vertegenwoordigers) en geeft -
gevraagd en ongevraagd - militair advies aan het PSC. Het EUMC stuurt
alle militaire activiteiten in EU-verband aan, waaronder de
werkzaamheden van de Militaire Staf van de Europese Unie (EUMS). Het
PSC kan het EUMC richtlijnen geven voor de uitvoering van
EU-maatregelen. De voorzitter van de EUMC is aanwezig bij
vergaderingen van de AR en van het PSC als daar wordt overlegd over
besluiten met militaire implicaties. Wanneer de AR besluiten dient te
nemen zal het PSC adviezen van het EUMC onversneden, vanzelfsprekend
passend in een door het PSC vast te stellen politiek kader, voorleggen
aan de ministers.
Conclusie
De werkverhouding tussen het PSC en het EUMC/EUMS is grosso modo
vergelijkbaar met de relatie tussen Noord-Atlantische Raad in
permanente zitting (op ambassadeursniveau) en het Militair Comité van
de Navo. Niettemin bestaan er belangrijke verschillen, die zijn terug
te voeren op de inpassing van de (nieuwe) permanente structuren in de
reeds bestaande EU-constructie. Het spreekt vanzelf dat bij
crisisbeheersingstaken, zoals de EU die wil gaan uitvoeren, politieke
en militaire instrumenten en doelstellingen nauw op elkaar moeten zijn
afgestemd. Dat vereist optimale afstemming tussen de politieke en
militaire organen van de EU. De Nederlandse inspanningen zijn erop
gericht goede afspraken te maken over de besluitvorming, waarbinnen
het PSC en het EUMC optimaal kunnen functioneren.