08.05.01
Nieuwe prognoses sanctiecapaciteit naar Tweede Kamer
Aan de periode van zeer sterke groei van de benodigde gevangeniscapaciteit in de tachtiger- en negentiger jaren lijkt een einde te zijn gekomen. De behoefte aan capaciteit in justitiële jeugdinrichtingen stijgt. Dat blijkt uit de brief bij het rapport "Prognose Sanctiecapaciteit 2000-2005" die vandaag door minister Korthals van Justitie aan de Tweede Kamer is gezonden. Tevens geeft de minister in de brief een toelichting op de gespannen huidige situatie in het gevangeniswezen en de te nemen maatregelen op korte termijn.
De rapportage, is gebaseerd op een onderzoek van het wetenschappelijk
onderzoek- en documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van
justitie. De brief schetst op basis van dit rapport en verwachte
effecten van aanvullende maatregelen de benodigde sanctiecapaciteit
van 2001 tot 2005.
Sancties
Uit de brief komt naar voren dat het aantal Halt-afdoeningen met
ongeveer 22% toeneemt in de periode tot 2005 tot ongeveer 29 duizend
per jaar. Dit is ongeveer de helft van het totale, verwachte aantal
door de politie gehoorde minderjarige verdachten. De toename is
voornamelijk toe te schrijven aan een intensievere verwijzing door de
politie. Een nog sterkere groei is te zien bij het aantal taakstraffen
voor minderjarigen, dat tot 2005 met 40% toeneemt tot bijna 20
duizend. De groei is volgens de onderzoekers vooral toe te schrijven
aan een steeds intensievere toepassing van de taakstraf en de
verwachte toename van het aantal door de politie gehoorde
minderjarigen van aantal 12- t/m 17 jaar. Het aantal taakstraffen voor
meerderjarigen zal in dezelfde periode met 8% stijgen tot 23600.
Capaciteit
De behoefte aan capaciteit bij de justitiële jeugdinrichtingen is
hoger dan in 1999 werd voorspeld. Voor de gehele sector is een groei
geraamd van ongeveer 37% tot iets minder dan 3000 plaatsen. Vooral de
verwachte stijging van het aantal bevelen tot bewaring èn van
het aantal lopende ondertoezichtstellingen onder de 12- t/m 17-jarigen
zijn daar debet aan.
De capaciteitsbehoefte in het gevangeniswezen stijgt nog iets tot en
met 2002 en daalt dan tot 2005 met ongeveer 5 %. De behoefte aan
plaatsen voor vreemdelingenbewaring neemt volgens de prognose toe tot
circa 1.770, een stijging met 27 %. Dit is onder meer het gevolg van
de invoering van de nieuwe vreemdelingenwet per 1 april.
De behoefte aan plaatsen in tbs-klinieken stijgt tot 2003 naar circa 1.340 plaatsen. Volgens de onderzoekers zal daarna een lichte afname optreden. Bij deze voorspelling past een voorbehoud, omdat de ontwikkelingen in het verleden grillig zijn geweest.
Het verleden heeft geleerd dat bij prognoses altijd fouten kunnen optreden. Deze nemen toe naarmate verder vooruit wordt geblikt: de uitkomst over twee jaar is nauwkeuriger te voorspellen dan over vijf jaar. Voor de planning is 2002 aangehouden. De prognoses zullen in de loop van volgend jaar opnieuw worden geactualiseerd.
Maatregelen
Zonder aanvullende maatregelen zullen op verschillende
sanctieterreinen nieuwe tekorten ontstaan. Daarom stelt minister
Korthals maatregelen voor die betrekking hebben op de periode tot en
met 2002.
Op het terrein van de jeugd is het van het grootste belang het
oplopende tekort te reduceren. Een stevige aanpak van de
jeugdcriminaliteit maakt het noodzakelijk dat in het uiterste geval
jeugdigen moeten kunnen worden opgesloten. De twee belangrijkste
maatregelen zijn: het tijdelijk uitbreiden van de capaciteit van
bestaande inrichtingen door het treffen van noodmaatregelen en het
inkopen van plaatsen bij niet-justitiële jeugdinrichtingen. Met deze
maatregelen is de verwachting dat het tekort wordt teruggebracht in
2001 en 2002 en dat in 2003 naar verwachting een evenwicht zal worden
bereikt tussen vraag en aanbod.
De ruimte die op langere termijn ontstaat bij het gevangeniswezen zal
voor een belangrijk deel kunnen worden benut om het toenemende tekort
in de vreemdelingenbewaring enigszins te verlichten. Niet alle
capaciteit is geschikt voor vreemdelingen zodat er de komende jaren
nog een tekort zal zijn op dat terrein.
In de tbs-sector blijft de noodcapaciteit gehandhaafd. Daardoor kan
bij de inrichtingen het tekort worden teruggebracht. Mede met het oog
op de verkenningen die nu plaatsvinden met betrekking tot de
wenselijke positie van de tbs-klinieken in relatie tot de
GGZ-voorzieningen (commissie Kosto) acht de minister het niet
verstandig om nu ingrijpende uitbreidingsbeslissingen te nemen.
Actuele situatie
Het afgelopen jaar is hard gewerkt door het gevangeniswezen om de
capaciteit beter af te stemmen op het sterk fluctuerende aanbod. Door
de aanhoudende druk op de capaciteit, die op dit moment hoger is dan
verwacht, wordt de zogenaamde overvol-maatregel ingezet. De recente
druk op de capaciteit heeft duidelijk gemaakt dat de
flexibiliseringmaatregelen ook hun grenzen kennen. De veelheid aan
vacatures als gevolg van de gespannen situatie op de arbeidsmarkt
draagt direct bij aan de toegenomen druk op het inrichtingspersoneel.
Dit resulteert in een oplopend ziekteverzuim en onrust onder het
personeel. Deze factoren maken het noodzakelijk enkele bijzondere
maatregelen te treffen. Zo zal onderzoek plaatsvinden naar de
mogelijkheid om een bijzondere buffervoorziening te creëren die
niet tot de structurele capaciteit van het gevangeniswezen behoort. De
buffervoorziening kan bij piekaanbod worden benut in de eerste fase
van de voorlopige hechtenis.
Verder wil de Minister komen tot toewijzing van bepaalde vormen van
celcapaciteit voor bijzondere categorieën misdrijfplegers. Het
gevangeniswezen heeft zelf nagenoeg geen invloed op het
gedetineerdenaanbod. In tijden van schaarste is afstemming met alle
betrokken partners noodzakelijk. Met de contingentering wordt het
tijdstip van aanbod afgestemd op de beschikbare celruimte. Er valt te
denken aan planning van bijzondere opsporings- en vervolgingsacties.
Hetzelfde geldt voor de vreemdelingenbewaring.
Minister Korthals heeft al eerder aangekondigd in noodgevallen ook
incidenteel vervroegd ontslag (ivo) niet uit te sluiten, nu de
flexibiliseringmaatregelen binnen het gevangeniswezen niet verder
kunnen worden opgerekt. Hoe onwenselijk ook, geeft hij hier toch in
uiterste nood de voorkeur aan boven het heenzenden van preventief
gehechten. "Het is buitengewoon frustrerend voor het
opsporingsapparaat als een zojuist gearresteerde pleger van een
ernstig misdrijf direct weer op vrije voeten komt", aldus de minister.
In de brief schrijft minister Korthals verder dat aan de Dienst Justitiële Inrichtingen een buitengewone inspanning wordt gevraagd om de beschikbare inrichtingscapaciteit zo goed mogelijk te benutten.
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 08-05-2001