Wet tegen dopinghandel in werking getreden
Dinsdag 8 mei 2001, Persbericht nummer 44
Illegale handel in geneesmiddelen kan voortaan een gevangenisstraf
van maximaal zes jaar of een geldboete van 100.000 gulden
opleveren. Een wijziging van de Wet op de
Geneesmiddelenvoorziening (WOG) die dat regelt is dinsdag van
kracht geworden door publicatie in het Staatsblad. De hogere
strafmaat moet er tevens toe leiden dat deze illegale handel beter
opgespoord kan worden. De betreffende geneesmiddelen worden vaak
gebruikt voor doping in de sport.
Staatssecretaris Margo Vliegenthart van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (VWS) heeft in 1999 het initiatief genomen voor de
wetswijziging. De directe aanleiding waren de ervaringen van de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en een rapport van het
Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo). In dit
rapport werd geconstateerd dat er tussen de 150 en 200 miljoen
gulden omgaat in de handel in dopingmiddelen in de sport. Het
NeCeDo stelde ook dat de lage strafmaat voor overtredingen van de
WOG een belemmering vormt om de handel effectief aan te kunnen
pakken. Een werkgroep onder leiding van de IGZ heeft vervolgens
concrete voorstellen voor wetswijziging ontwikkeld.
De ministerraad heeft in juni 2000 op voorstel van minister Borst
(VWS), minister Korthals (Justitie) en Vliegenthart ingestemd met
een wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening. De
Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben vervolgens met de
wetswijziging ingestemd. Door deze wijziging wordt illegale handel
in geneesmiddelen en het verhandelen van nagemaakte geneesmiddelen
niet langer als een in de WOG opgenomen overtreding maar als een
economisch delict in de zin van de Wet op de economische delicten
aangemerkt. Hierdoor kunnen zwaardere straffen worden opgelegd;
als gevolg van de hogere strafmaat kunnen ook meer
opsporingsmiddelen worden toegepast.