LISV
Plaatsing arbeidsgehandicapten met de Wet Rea in 1999
In 1999 zijn 13.918 arbeidsgehandicapten met de inzet van uitsluitend een reïntegratie-instrument geplaatst bij de eigen of een andere werkgever. In totaal zijn 3.497 instrumenten ingezet voor voortzetting van de oude functie bij de eigen werkgever. Voor het werken bij de oude werkgever in een nieuwe functie werd 1.198 keer een instrument ingezet. Het aantal instrumenten ingezet voor plaatsing bij een nieuwe werkgever kwam uit op 4.281. Daarnaast zijn nog 4.851 instrumenten ingezet voor plaatsing of herplaatsing, daarvan is niet duidelijk of het gaat om plaatsing bij de eigen of een andere werkgever. Het aantal ingezette instrumenten voor zelfstandigen bleef beperkt tot 91.
Door de uitvoeringsinstellingen is in 1999 51.716 keer een
reïntegratie-traject voor arbeidsgehandicapten ingekocht. Dat gebeurde
43.305 keer bij Arbeidsvoorziening en 8.411 keer bij een ander
bedrijf. In 1999 zijn 11.272 trajecten beëindigd, waarvan 4.859
geplaatst zijn met een reïntegratie-instrument. Waarvan 752 keer bij
de oude werkgever in de oude functie en 78 keer in een nieuwe functie.
Bij een nieuwe werkgever is 3.225 een arbeidsgehandicapte geplaatst.
Daarnaast is 766 keer geplaatst als gevolg van plaatsing of
herplaatsing, waarbij niet duidelijk is of dit is gebeurd bij de eigen
of een nieuwe werkgever. Zelfstandigen zijn 38 keer geplaatst.
Overigens zijn in totaal in 1999 11.105 arbeidsgehandicapten via een
reïntegratie-traject aan de slag gekomen. Dat cijfer is inclusief de
resultaten van trajecten die al voor de invoering van de Wet Rea (1
juli 1998) zijn gestart. De inkoop van een traject leidt niet direct
tot resultaat. Voorafgaand aan een eventuele plaatsing is meestal
sprake van een doorlooptijd van enkele maanden tot langer dan een
jaar.
Voor een arbeidsgehandicapte met een dienstverband die bij de eigen
werkgever kan blijven werken met bijvoorbeeld een aanpassing van de
eigen werkplek kan de werkgever een reïntegratie-instrument bij de
uitvoeringsinstelling(uvi) aanvragen. Dit kan leiden tot voortzetting
van de eigen functie of het aanvaarden van een nieuwe functie bij de
eigen werkgever.
Heeft een arbeidsgehandicapte geen dienstverband of is terugkeer naar
de eigen werkgever niet meer mogelijk, dan wordt de uvi
verantwoordelijk voor de reïntegratie. Dan kan bijvoorbeeld een
reïntegratietraject worden ingekocht. Hiervoor wordt eerst een
reïntegratievisie opgesteld, waarin de belastbaarheid in kaart wordt
gebracht en de reïntegratiemogelijkheden worden verkend. De
bemiddelende instantie met wie de uvi een contract heeft afgesloten
stelt op basis van deze visie vervolgens een bemiddelingsplan op.
Hierin worden concrete activiteiten voor de arbeidsgehandicapte
opgenomen. Als de uvi akkoord gaat met het bemiddelingsplan kan het
worden uitgevoerd. Tijdens een reïntegratietraject kan sprake zijn van
de inzet van instrumenten, zoals scholing en proefplaatsing. Nodig is
dat echter niet. Ook is het niet altijd noodzakelijk om een traject in
te kopen. Soms kan voor herplaatsing worden volstaan met de inzet van
een instrument.