'Ondraaglijk en uitzichtloos lijden'?
KNMG-commissie zet discussie voort!

9 mei 2001

De KNMG wil een verdere discussie over de situaties waarin artsen hulp kunnen bieden bij verzoeken om hulp bij levensbeëindiging. De KNMG ziet in de ontwikkelingen van de laatste tijd (o.a. de zaak-Brongersma en de parlementaire behandeling van het wetsontwerp) aanleiding om te komen tot een nadere verkenning van één van de zorgvuldigheidseisen bij levensbeëindigend handelen. Het gaat hier om het criterium 'ondraaglijk en uitzichtloos lijden'.

De KNMG stelt een commissie in om deze discussie te faciliteren. Op basis hiervan kan de KNMG een nader standpunt bepalen. Dit is gisteravond besloten in het Federatiebestuur van de artsenorganisatie.

In de discussie rondom de euthanasiewet zijn allerlei grensvragen nog niet afdoende beantwoord. Te denken valt aan de grenzen aan de rol c.q. betrokkenheid van artsen bij (verzoeken om) stervenshulp en de begrenzing van de begrippen 'ondraaglijk en uitzichtloos lijden'. In een verdere maatschappelijke discussie moeten ook de gevolgen worden meegenomen voor de rol en de positie van de arts in gevallen waarin de balans verschuift van een zuiver medische naar een meer maatschappelijk getinte problematiek.

De commissie wordt voorgezeten door prof. dr. J.H. Dijkhuis, emeritus hoogleraar Klinische Psychologie. Dijkhuis stelt een multidisciplinaire commissie van deskundigen samen ter voorbereiding van een standpuntbepaling door de KNMG. De commissie buigt zich in eerste instantie over een diepgaande analyse van kernvragen en relevante overwegingen. Op basis hiervan zal zij binnen de achterban van de KNMG -de artsen zelf- de discussie gaan voeren.

De KNMG heeft de afgelopen jaren steeds een belangrijke bijdrage geleverd aan de normontwikkeling rondom het handelen van artsen bij verzoeken om levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding. Ook heeft de KNMG uitgebreid commentaar geleverd op de wetsvoorstellen die hierover de afgelopen jaren aan de orde zijn geweest. De artsenfederatie acht de discussie die door deze problematiek wordt opgeroepen van groot belang, zowel voor de medische professie als voor de samenleving als geheel.

© copyright KNMG 2001