Gemeente Tilburg

09-05-2001

Ombudsman handelt in periode van zestien maanden 11 klachten af

Bij de gemeentelijke diensten in dezelfde periode 46 klachten behandeld

Per 1 september 1999 is in Tilburg de gemeentelijke ombudsman, de heer A. Verheijden, voor een periode van drie jaar in functie getreden. De ombudsman biedt aan de raad het eerste jaarverslag over de periode september 1999 tot en met december 2000 aan. In de Verordening Ombudsman is bepaald dat de ombudsman jaarlijks schriftelijk verslag van zijn werkzaamheden uitbrengt aan de gemeenteraad.

Behandelde zaken
Bij de gemeentelijke diensten zijn in totaal 46 klachten in behandeling genomen, waarvan er 11 zijn doorgegaan naar de ombudsman. Op grond van deze cijfers kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de interne klachtenprocedure een filterende werking heeft voor de externe klachtenprocedure bij de ombudsman.
De voorgelegde zaken hadden betrekking op Wijkzaken (3x), Stadszaken (1x) en Publiekszaken (7x). De zaken hebben uiteindelijk tot de volgende slotsom geleid:

· 2 gegrondverklaringen;

· 3 gedeeltelijk gegrondverklaringen en;

· 6 ongegrondverklaringen.
Een klacht moet betrekking hebben op een gedraging van een bestuurder of ambtenaar.

Kosten
De kosten van de ombudsman bedragen over de verslagperiode f 0,15 per inwoner, hetgeen overeenkomstig de raming is. Wanneer Tilburg aangesloten zou zijn bij de Nationale Ombudsman zouden de kosten neerkomen op f 0,37 per inwoner of
f 0,27 per inwoner wanneer het rekenmodel van de Nationale Ombudsman zou worden gehanteerd.

Bereikbaarheid
De gemeentelijke ombudsman blijkt een redelijk laagdrempelige voorziening. Op het contactpunt bij de gemeente en bij de ombudsman zelf zijn gedurende de verslagperiode veel telefoontjes gekomen. Samenwerking met de klachtencoördinatoren binnen de diensten heeft in een aantal gevallen geleid tot een praktische oplossing, waardoor de klachtenprocedure niet gevolgd behoefde te worden.

Doorlooptijd
De gemiddelde doorlooptijd van de behandeling van klachten door de ombudsman bedraagt vijf maanden. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat in de procedure wordt gestreefd naar zorgvuldigheid.

Herkenbaarheid
Bij veel burgers is niet duidelijk dat eerst de klachtenprocedure gevolgd moet worden en pas daarna een beroep kan worden gedaan op de ombudsman. Aan de te volgen procedure bij de interne en externe klachtenvoorziening zal in de toekomst nadrukkelijk aandacht worden besteed om te voorkomen dat bij de burger een verkeerd beeld over de bevoegdheid van de ombudsman ontstaat.
Om de herkenbaarheid van de ombudsman te vergroten zullen met enige regelmaat publicaties op de Gemeentepagina van de Koerier verschijnen en zal aan de ombudsman ook op de nieuwe gemeentelijke internetsite aandacht worden geschonken.

Externe klachtvoorziening
Met het aanvaarden van de motie Scheltema - de Nie heeft de Tweede Kamer in 1999 uitgesproken dat iedere gemeente vòòr 1 januari 2002 dient te voorzien in een ombudsfunctie. Op dit moment wordt de Algemene wet bestuursrecht aangepast op verplichting van onafhankelijke en onpartijdige externe klachtvoorziening voor elke gemeente. In het najaar 2001 wordt de werking van de Ombudsman en de klachtenregeling geëvalueerd, waarbij ook het wetsontwerp tot wijziging van de Awb (externe klachtenvoorziening) wordt meegenomen.