Politiebericht Limburg-Zuid: Maastricht 10-05-2001 Persbericht politieregio Limburg-Zuid
Donderdag, 10 mei 2001

Politieregio Limburg-Zuid

Postbus 1230
6201BE Maastricht

Reactie van de Regionale Driehoek Limburg-Zuid op de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem d.d. 10 mei 2001

Heden heeft het Gerechtshof te Arnhem uitspraak gedaan in de herzieningsprocedure van D. en van L. Dit is het juridisch sluitstuk van een opsporingsonderzoek, dat liep in de jaren 1992/1993 en dat resulteerde in een veroordeling van de verdachten door het Gerechtshof te `s-Hertogenbosch op 11 mei 1995.

Waarover ging het?
Het betreft een zaak, die speelde in de jaren 92/93 bekend onder de naam RRT 8, een opsporingsonderzoek naar de handel in drugs.

Op basis van uitlatingen in 1995 van een politieambtenaar over onregelmatigheden die zich zouden hebben voorgedaan in de opsporingspraktijk, stelde de rijksrecherche in opdracht van de Hoofdofficier van Justitie te Maastricht, een onderzoek in. Voorwerp van onderzoek was ook het opsporingsonderzoek van D. en van L.

In deze zaak zijn de volgende handelingen, die tevens onderwerp waren van de herzieningsprocedure, van belang:

Het niet relateren in het proces-verbaal van twee inkijkoperaties (in een loods en in een vrachtauto);
De vervalsing van een onderdeel van een proces-verbaal ter zake een observatie op een parkeerplaats in Roermond;
De status van een informant/infiltrant en de verantwoording daarvan in het proces-verbaal;
De gang van zaken bij een gecontroleerde aflevering van amfetamine in Duitsland;
Het scannen van atf-telefoons en semafoons zonder machtiging van de rechter-commissaris.

De bevindingen van het rijksrechercheonderzoek en de beslissing van de Hoofdofficier van Justitie om strafrechtelijk niet op te treden, zijn in 1997 uitvoerig mondeling en schriftelijk toegelicht ten behoeve van de media (brief met toelichting d.d. 12 november 1997 van het Arrondissementsparket Maastricht). De beslissing werd genomen na instemming van het College van procureurs-generaal.

De Minister van Justitie heeft, in antwoord op vragen van de Kamerleden Hillen (5 juli 1996) en Vos/van Heemst (20 november 1997) de Tweede Kamer ingelicht. De Minister van Justitie oordeelde, dat de door de Hoofdofficier van Justitie voorgenomen afdoening, verantwoord was (antwoord Kamervragen Vos en van Heemst).

Op basis van het dossier van het Openbaar Ministerie werd door de Korpsbeheerder van het politiekorps Limburg-Zuid aanvullend onderzoek gedaan in de disciplinaire sfeer. De beslissingen van de Korpsbeheerder inzake rechtspositionele consequenties werden uitvoerig toegelicht in een persbericht van 19 december 1997.

De uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van heden, 10 mei 2001, en het herzieningsdossier zullen dezerzijds nader worden bestudeerd en bezien op relevante aspecten.

Voor de uitspraak zelf wordt verwezen naar de persvoorlichting van het Gerechtshof.

Maastricht, 10 mei 2001

De leden van de Regionale Driehoek Limburg-Zuid

Mr. Ph.J.I.M. Houben Mr. J.J. van Eck H. Mostert Korpsbeheerder Hoofdofficier van justitie Korpschef