Gemeente Haarlem

Nieuwe opzet voor wijkveiligheidsprojecten

Sinds 1993 worden in Haarlemse wijken zogeheten wijkveiligheidsprojecten uitgevoerd. Met geld uit budgetten voor het grotestedenbeleid en stedelijke vernieuwing werken bewoners aan verhoging van de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt of wijk. Zo zijn bijvoorbeeld in veel wijken achterpaden beveiligd, onveilige plekken en overlast aangepakt, preventie-adviezen uitgebracht en acties georganiseerd om verloedering tegen te gaan. Samenwerking tussen alle bij de veiligheid betrokken partijen is daarbij het uitgangspunt. Een evaluatie van de opzet van wijkveiligheidsprojecten heeft het college van B&W doen besluiten de werkwijze rond de projecten te wijzigen. Voor dit jaar is voor wijkveiligheidsprojecten nog een bedrag van f 300.000,-- beschikbaar.

Oorspronkelijke opzet

Voor wijkveiligheidsprojecten gold een bepaalde werkwijze. Het college van B&W verdeelde tot dusver jaarlijks het beschikbare budget over de Haarlemse stadsdelen. Vervolgens vond per stadsdeel een keuze plaats voor het beste voorstel. Een in de betreffende buurt/wijk ingestelde werkgroep werkte dit voorstel daarna uit in een actieplan. Na goedkeuring van dit plan stelde het college het budget definitief beschikbaar en kon de werkgroep aan de slag. In veel buurten en wijken zijn op deze manier met veel enthousiasme wijkveiligheidsprojecten uitgevoerd. Natuurlijk is niet direct aan te tonen dat het aan de projecten ligt, maar uit de statistieken blijkt dat in veel wijken de veiligheid is verhoogd.

Nieuwe opzet

Een evaluatie van de wijkveiligheidsprojecten bracht naast successen ook knelpunten aan het licht. Zo blijkt het soms lastig het draagvlak voor een project voor de langere termijn vast te houden. Vaak is dit het gevolg van een gebrek aan tijd bij de betrokken partijen (wijkraden, politie, buurtbeheer, dagelijks beheer, woningcorporaties en Stadstoezicht).

Keuze voor voortzetting

De stad wil graag blijven werken aan een wijkgerichte aanpak van veiligheidsproblemen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de uitkomsten van debatten rond de Schat van de Spaarnestad en het Ontwikkelingsprogramma Haarlem 2000-2004. Het college maakt daarom ook in de nabije toekomst wijkveiligheidsprojecten mogelijk. Om de knelpunten te helpen oplossen is gekozen voor een nieuwe opzet.

Wijzigingen

De nieuwe opzet verschilt op onder meer de volgende punten van de oorspronkelijke werkwijze:

* in de oorspronkelijke opzet bestonden de aanvragers van een project uit (georganiseerde) wijkbewoners. In de nieuwe opzet kunnen naast bewoners ook bijvoorbeeld georganiseerde winkeliers, scholen, ondernemersverenigingen, bedrijven, sportverenigingen, etc. een plan indienen. Ook is een project niet meer per definitie gekoppeld aan buurt- of wijkgrenzen, maar kan het bijvoorbeeld ook stadsbreed worden opgezet.

* Het college neemt niet meer op basis van alleen een projectvoorstel een besluit over subsidiëring van een project, maar pas op basis van een uitgewerkt plan van de aanvrager. Dit plan moet concrete actiepunten gericht op verhoging van de veiligheid en leefbaarheid bevatten.

* De aanvrager kan een werkgroep oprichten. Deze werkgroep kan een beroep doen op de afdeling Veiligheid voor vakinhoudelijke advisering of het eventueel inhuren van externe deskundigen.
* Er geldt geen inschrijvingstermijn meer; aanvragers zijn in de gelegenheid op ieder willekeurig moment een aanvraag in te dienen. Voorwaarde is wel dat er op het moment van de aanvraag nog budget is.

Met deze nieuwe opzet heeft het college vooraf een beter beeld van een project en of voor het project een duurzaam draagvlak bestaat. Het college kan zodoende tot een betere prioriteitstelling komen bij het verdelen van het voor wijkveiligheidsprojecten beschikbare budget.

10 mei 2001