Partij van de Arbeid

Den Haag, 10 mei 2001

VRAGEN VAN DE LEDEN VAN OVEN EN TIMMERMANS (PVDA) AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE



1.

Heeft U kennisgenomen van twee arresten van het gerechtshof te Arnhem van 10 mei 2001 waarbij in zaken tegen twee verdachten die oorspronkelijk veroordeeld waren tot respectievelijk drie jaar en twee jaar gevangenisstraf in verband met opiumwetdelicten het Openbaar Ministerie alsnog - overeenkomstig de vordering van het OM zelf - niet ontvankelijk is verklaard? 1)

2.

Is het u bekend dat het Hof redengeving daarvoor heeft aangevoerd dat het strafdossier niet compleet is omdat het slechts een gedeelte van de in deze strafzaak opgemaakte processen-verbaal bevat en er voorts aanwijzingen zijn van ernstig onregelmatige opsporing en misleiding van de rechter? 1)

3.

Hoe beoordeelt U de handelwijze in deze zaak van de met de opsporing en vervolging belaste functionarissen?

4.

Hoeveel heeft de opsporing en vervolging in deze zaak de staat gekost?

5.

Heeft een en ander U nog aanleiding gegeven maatregelen te treffen?

Toelichting:

1) zie de arresten met de parketnummers 21-001753 - 99 en 21-001754-99