Gemeente Rotterdam

Gemeente geeft aquarel Breitner terug aan erfgenamen

De gemeente Rotterdam geeft de aquarel Jonge vrouw van Breitner terug aan de rechtmatige erfgenamen. Het betreft een gestolen kunstwerk dat in 1943 door de toenmalige directeur Hannema van Museum Boijmans van Beuningen is gekocht van de Dienststelle Mühlmann, die `voordelig in het bezit was gekomen van enkele aquarellen'. Onderzoek heeft aangetoond dat het werk eigendom was van de heer E. De Vries, die op het moment dat de oorlog uitbrak in Amerika verbleef en zijn bezit had ondergebracht bij de Meubeltransport Mij. De Gruyter & Co. Na afkondiging van de tweede Liro-verordening in 1942 leverde De Gruyter de bezittingen van De Vries in bij de bank Lippman en Rosenthal & Co.

De gemeente Rotterdam liet in 1998 archiefonderzoek doen door kunsthistoricus Dr. A.J. Bonke naar de herkomst van de aanwinsten van de Rotterdamse gemeentemusea in de periode 1940 tot 1948. De beleidslijn van de gemeente Rotterdam is dat kunstwerken die in de tweede wereldoorlog onrechtmatig uit Joods bezit in de gemeentelijke musea zijn terecht gekomen op basis van het criterium `minimaal redelijke twijfel' worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar/erfgenaam. Het betreft kunstwerken die de eigenaar tijdens de oorlog in gedwongen verkoop moest afstaan of om gestolen werken.

Na afronding van het onderzoek in 1998 kwam Bonke tot de conclusie dat de herkomst van de kunstvoorwerpen niet in alle gevallen in de Nederlandse archieven is terug te vinden. Bovendien gaf het onderzoek destijds nog geen uitsluitsel over de rechtmatige erfgenamen van enkele aquarellen, waaronder de aquarel Jonge vrouw van Breitner. Het onderzoek naar de erfgenamen van de heer E. de Vries werd voortgezet door het Gemeente Archief Rotterdam dat via het Bevolkingsregister van Amsterdam zijn erfgenamen op het spoor kwam.

De gemeente Rotterdam gaf al eerder een schilderij van Dirk van Delen, een schilderij van Nicolaas van der Waay en twee aquarellen van Bauer terug aan de rechtmatige erfgenamen.