VERGADERING VAN 11 MEI 2001
Wonen in een woonwagen zal erkend worden in Wooncode
De Vlaamse regering vraagt aan de Vlaamse minister van
Huisvesting om een voorstel tot wijziging van de Vlaamse
wooncode voor te bereiden, waardoor het wonen in een
woonwagen als woonvorm opgenomen wordt in het Decreet
houdende de Vlaamse Wooncode. Dit voorstel komt er op
initiatief van Mieke VOGELS, Vlaams minister van Welzijn,
Gezondheid en Gelijke Kansen, en de Vlaams minister
bevoegd voor huisvesting.
Ongeveer 750 woonwagengezinnen of 2.000 mensen leven in
Vlaanderen permanent in een woonwagen. Jaarlijks trekken
een 1000-tal buitenlandse rondtrekkende gezinnen door ons
land. Gemeentelijke woonwagenterreinen zijn zowat de
enige plaatsen waar woonwagenbewoners legaal kunnen ver-
blijven. Er zijn er veel te weinig: 27 Vlaamse gemeenten
beschikken samen over 415 standplaatsen op residentio/oole
woonwagenterreinen. De rekening is snel gemaakt: slechts
de helft van de woonwagenbewoners kan erop terecht.
Erger nog is het gesteld met de doortrekkersterreinen.
Ondanks het groeiend aantal rondtrekkende gezinnen - van-
daag een 1.000-tal - beschikt Vlaanderen helemaal niet
over openbare doortrekkersterreinen. De rondtrekkende
gezinnen kunnen dan ook slechts terecht op gronden die
hiervoor niet bestemd of ingericht zijn en waar ze zelden
langer dan 24 uur mogen verblijven.
De maatschappelijke situatie van de groep op het gebied
van onderwijs, sociale integratie, inkomen, tewerkstel-
ling, gezondheid, ..., blijkt vandaag zeer kwetsbaar.
E'n zaak is zeker: de vijandige houding van de samen-
leving en het isolement van de woonwagenbewoners verster-
ken elkaar en vergrendelen deze mensen in hun eigen
gemeenschap. Daarom werden de woonwagenbewoners als ''n
van de doelgroepen opgenomen in het Vlaamse minderheden-
beleid. In hun problematiek staat de grote woononzeker-
heid centraal en prioritair in het beleid staat dan ook
het standplaatsenbeleid: het creo/ooren van voldoende en
degelijke legale woonwagenterreinen.
Om de aanleg van meer terreinen te stimuleren, heeft de
Vlaamse overheid een subsidie ingesteld die aangevraagd
kan worden door een gemeente, een OCMW, een vereniging
van gemeenten en OCMW's, een provincie, de Vlaamse
Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Huisvestingsmaatschap-
pij en de door haar erkende socialehuisvestingsmaatschap-
pijen. De subsidie draagt 90% van de kosten voor de
verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding
van woonwagenterreinen. Deze subsidio/ooring is echter
onvoldoende om de aanleg van voldoende duurzame en
aangepaste woonwagenterrein te realiseren. Een belang-
rijk signaal en bijkomende inspanningen zijn noodzake-
lijk.
De Vlaamse overheid wil haar verantwoordelijkheid nemen
en dit patroon doorbreken. De Vlaamse minister voor Wel-
zijn, Gezondheid en Gelijke kansen zal als co"rdinerend
minister het overleg organiseren met de lokale en boven-
lokale besturen en actoren om een concreet standplaatsen-
beleid en daaraan gekoppeld ondersteunend kader uit te
werken. De minister wordt daarbij geadviseerd door de
Vlaamse Woonwagencommissie.
Een cruciale opstap naar een andere verhouding ligt in
een volwaardige erkenning van deze woonvorm. De mobiele
woonvorm is voor de woonwagenbewoners de belangrijkste
verwijzing naar hun culturele identiteit. Ze is interna-
tionaal erkend; voyageurs en zigeuners vinden er hun
gemeenschappelijke eigenheid in terug. Op sommige plaat-
sen treft men families aan waarvan de stamboom tot meer
dan honderd jaar teruggaat. Al die tijd woonden ze in
dezelfde gemeente of keerden ze er steeds opnieuw naar
terug. Dit betekent dan ook dat de woonwagen als woon-
vorm en het standplaatsenbeleid zijn plaats moet krijgen
in een algemeen Vlaams beleid, inzonderheid in de
beleidsdomeinen welzijn, ruimtelijke ordening en huis-
vesting.
Daarom vraagt de Vlaamse regering de Vlaamse Minister
bevoegd voor huisvesting om een voorstel tot wijziging
van de Vlaamse Wooncode voor te bereiden, waardoor het
wonen in een woonwagen als woonvorm en het daarmee samen-
hangend specifiek voorwaardenkader opgenomen wordt in het
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode.
persinfo : Sylvie Fabré, woordvoerster van
minister Vogels - tel. (02) 553 24 11
e-mail: persdienst.vogels@vlaanderen.be