11-05-2001
Bredapashouders betalen geen ouderbijdrage peuterspeelzalen
Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor
om ouders die in het bezit zijn van een BredaPas geen bijdrage meer te
laten betalen voor hun peuters die een gesubsidieerde peuterspeelzaal
bezoeken. Het betreft de peuterspeelzalen die vrijwel allemaal
aangesloten zijn bij het COKB en Vertizontaal.
De regeling gaat, met terugwerkende kracht, in op 1 april 2001.
Voorlopig geldt dit tot 1 januari 2003. Naar verwachting zal op dat
moment de Wet basisvoorziening Kinderopvang in werking treden. De
gevolgen van die wet zijn voor de kinderopvang nu nog niet te
overzien, dus is de invoering van deze wet een goed moment om de
gemeentelijke regeling te heroverwegen.
Eén van de beleidsdoelstellingen van de kinderopvang is het verhogen
van deelname aan de peuterspeelzalen door diegenen die
peuterspeelzaalwerk niet als een vanzelfsprekendheid zien. Met name
voor deze groep is het van belang zoveel mogelijk drempels weg te
halen. De financiële drempel is een van de redenen om niet van een
peuterspeelzaal gebruik te maken. De gemeente hoopt deelname aan het
peuterwerk te stimuleren door het voor houders van een BredaPas gratis
aan te bieden. Onder alle mensen met een BredaPas zijn er 400 peuters
in de leeftijd van 2 en 3 jaar, waarvan een gedeelte reeds gebruikt
maakt van verschillende vormen van kinderopvang. De regeling zal een
paar jaar moeten duren wil hij optimaal effect hebben. Er is immers
enige tijd nodig om bekend te raken. Ook is het wenselijk om ouders
die geen BredaPas hebben de gelegenheid te geven deze aan te vragen om
gebruik te kunnen maken van de regeling.
Op dit moment is de ouderbijdrage van de groep van ongeveer 400
kinderen 132.000 gulden op jaarbasis. Totaal geeft de gemeente op
jaarbasis een kleine 2 miljoen gulden uit aan peuterspeelzaalwerk.
Na goedkeuring door de gemeenteraad op 23 mei zullen de ouders nader geïnformeerd worden vanuit de betreffende peuterspeelzaalorganisaties.
Breda, 11 mei 2001