Persbericht NIOO, 11 mei 2001 / Nature-embargo tot 16 mei 20.00 uur

Bonte vliegenvangers broeden te laat:

TREKVOGELS IN DE CLINCH MET KLIMAAT

HETEREN (Gld.)/GRONINGEN - Ze doen wel hun best, maar bonte vliegenvangers kunnen zich niet voldoende aanpassen aan de huidige klimaatsveranderingen. Dit stellen ecologen Christiaan Both (Rijksuniversiteit Groningen) en Marcel Visser (Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek NIOO) in Nature van 17 mei. Het Nederlandse voorjaar is de laatste 20 jaar steeds warmer geworden, en daardoor 'eerder'. Maar de vogels keren niet eerder terug uit hun overwinterings-gebied in tropisch Afrika. Hun probleem is vooral dat ze in Afrika moeilijk kunnen inschatten wanneer in Nederland het voorjaar begint. Dus moeten de vrouwtjesvogels hier in alle haast een nest bouwen en eieren leggen.

"De bonte vliegenvanger is eerder gaan broeden de laatste 20 jaar," weet NIOO-onderzoeker Marcel Visser. "Maar dit is niet voldoende: ze hadden hun legsel nog meer moeten vervroegen om het voorjaar bij te houden. Waarom ze dat niet gedaan hebben? Omdat ze niet eerder terugkomen uit hun overwinteringsgebied in Afrika. Hierdoor worden ze BEPERKT in hun mogelijkheden zich aan te passen aan de klimaatsverandering." Een typisch probleem van een lange-afstand trekvogel.

De lentes zijn tegenwoordig een paar graden warmer in de gematigde streken van de wereld, waardoor veel bomen eerder uitlopen. Dat zorgt er weer voor dat insecten die van jonge bladeren leven eerder rondvliegen en -kruipen. Vliegenvangers kunnen alleen jongen grootbrengen wanneer er veel insecten zijn. Ze moeten eerder gaan broeden om voordeel te hebben van de insectenpiek in het vroege voorjaar. Maar uit gegevens van de vogelwerkgroep Arnhem blijkt dat de zwart-witte vogels niet eerder terugkomen uit hun overwinteringsgebied. Ze moeten zich nu enorm haasten om deze piek van rupsen en andere, vliegende insecten nog mee te kunnen pikken. Een aanzienlijk deel van de dieren komt te laat voor een OPTIMALE MAALTIJD.

De vliegenvangers broeden nu ongeveer 10 dagen eerder dan in 1980. Daardoor hebben de vrouwtjes in plaats van twee tot drie weken er maar één om bij te tanken vóór het energievretende eieren leggen en jongen voeren. De trek vergt ook een zware inspanning van de vliegenvangers. Ze overwinteren ten zuiden van de SAHARA. Toch is de aanpassing van de haastende vrouwtjes niet genoeg geweest. De toegenomen selectiedruk op deze vogels om vroeg te broeden bewijst dit: vroege broeders hebben steeds meer succes.

Voor mannetjes is het heel belangrijk om vroeg aan te komen. Vanaf half april arriveren ze in de broedgebieden in Europa. Een week later volgen de vrouwtjes. "De mannen moeten strijden om de territoria van goede kwaliteit. Vrouwtjes kiezen hun partner namelijk op grond van het territorium," verduidelijkt Christiaan Both. Als bonte vliegenvangerman ben je pas aantrekkelijk als je een mooi territorium hebt.

Tegenwoordig hebben de vrouwtjes echter haast bij aankomst. Zijn ze daardoor minder kieskeurig bij de ZOEKTOCHT NAAR EEN PARTNER? Both: "Daar ben ik heel benieuwd naar! Je moet bedenken dat de keuze voor de juiste man heel belangrijk is. Als een vrouw bijvoorbeeld een man uitkiest die al een andere vrouw heeft, dan moet ze in haar eentje al het werk opknappen."

Wat de trekvogel opbreekt, is dat er in het overwinteringsgebied niks verandert. Als de dagen daar lang genoeg worden, gaan de vogels op reis. Pas bij aankomst in het ver weg gelegen broedgebied blijkt de lente daar vroeger te vallen. Visser: "Tot voor kort kwam het PRECIES GOED uit. Nu het klimaat verandert, zijn de regeltjes niet meer juist. We zien zoiets ook bij koolmezen." De biologen onderzoeken de vogels in het natuurgebied het Nationale Park de Hoge Veluwe. Het NIOO volgt de populatie bonte vliegenvangers daar al vanaf 1959, toen de eerste paren in de nestkasten gingen broeden. Op dit moment zijn daar rond de 100 broedpaartjes druk in de weer met nestelen.

De onderzoekers benadrukken het belang van lange-termijnstudies met individueel herkenbare (gemerkte) dieren. Visser: "Zulke gegevens zijn enorm waardevol. Zo zie je echt de gevolgen van klimaatverandering." Als vervolg op dit onderzoek gaat het NIOO de KOMENDE DRIE JAAR uitzoeken waarom de bonte vliegenvangers niet eerder uit Afrika vertrekken. "Kunnen ze dat niet of willen ze dat niet? Dat is een groot verschil."

Het NIOO is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie centra: voor ecologie van kust en zee, van het zoete water en van het land. Op het NIOO-Centrum voor Terrestrische Oecologie in Heteren richten de onderzoekers zich op het leven op het land.