Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over biometrie

Een parlementair stuk bij het onderwerp Persoonsgegevens en reisdocumenten
14 mei 2001
Onderstaande vragen stelde het lid Karimi (GroenLinks) op 20 april 2001 aan de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid over het gebruik van biometrische passen in de inburgering van nieuwkomers. De vragen zijn op 14 mei 2001 beantwoord.
1. Vraag
Heeft u kennisgenomen van de berichten dat in Rotterdam en Hilversum in twee pilots biometrische technieken worden gebruikt om meldingsplichtige vreemdelingen en nieuwkomers te herkennen? Kunt u bevestigen dat alle testpersonen vrijwillig meedoen zonder dat er sprake is van registratie, opslag of het bewaren van gegevens na afloop van de pilots?

1. Antwoord
Ik heb kennis genomen van beide genoemde artikelen. Voor beide voorgenomen pilots geldt inderdaad dat de deelname aan de pilots geschiedt op vrijwillige basis. Alle gebruikte persoonsgegevens die betrekking hebben op de deelnemers aan de nog uit te voeren pilots zullen na afloop van de evaluatie van de pilots worden vernietigd.

2. Vragen
Welke persoonsgegevens en/of persoonlijke kenmerken zijn op de bio-passen opgeslagen? Zijn deze dezelfde als die op de elektronische identiteitskaart zullen worden opgeslagen? Op welke wijze worden in Rotterdam deze gegevens met die van de vreemdelingendienst en het bevolkingsregister gekoppeld, waardoor als resultante van de herkenning door een rood dan wel een groen licht de status van de cliënt zichtbaar wordt. Hoe verhoudt dit gebruik zich tot de privacy van betrokkenen en de Wet bescherming persoonsgegevens?

2. Antwoorden
Om mogelijke misverstanden te voorkomen is het van belang om te benadrukken dat er geen sprake is van zogenaamde bio-passen. In het kader van het haalbaarheidsonderzoek naar het opnemen van biometrische kenmerk(en) in de reisdocumenten worden er door BZK pilots uitgevoerd waarin in de praktijk de werking van verschillende biometrische kenmerken wordt beproefd. Een vergelijkbaar haalbaarheidsonderzoek is gaande naar de elektronische identiteitskaart. Het is de bedoeling dat op basis van de uitkomsten van de onderzoeken het (volgende) kabinet een beslissing kan nemen over de invoering. Er is derhalve nog geen beslissing genomen over de persoonsgegevens en/of persoonlijke kenmerken die bij invoering zullen worden gebruikt. De smartcard die in de pilot Rotterdam gebruikt gaat worden bevat de gegevens die nodig zijn voor de verificatie van de identiteit van de deelnemers bij het voldoen aan de wettelijke verplichting in het kader van de Vreemdelingenwet.
Biometrische gegevens (in de pilot Rotterdam de irisscan) staan alleen in de template (dit is een rekenkundige weergave van het biometrische kenmerk) van de chip van de smartcard. Het biometrische patroon van de iris, afgegeven door de biometrische lezer, wordt vergeleken met de opgeslagen template in de chip van de smartcard. De biometrische gegevens worden derhalve niet apart in een bestand opgeslagen en geraadpleegd.
Ook bij het gebruik van de kaart (dus bij de vergelijking van biometrische kenmerken aan de zuil) worden geen gegevens opgeslagen in "back office-systemen".
Specificaties van de smartcard:
De kaarthoudergegevens leesbaar op de buitenkant van de kaart:


* Voornaam, achternaam;

* Geboortedatum;

* Uitgiftedatum (datum waarop de kaart is aangemaakt);
* Expiratiedatum (kaart is alleen geldig gedurende de duur van de pilot);

* Afgevende instantie van de kaart;

* Foto in kleur.

Op de chip van de kaart zijn de volgende gegevens vastgelegd:
* Voornaam, achternaam;

* Geboortedatum;

* Iristemplate van het rechteroog oog;

* Nummer uit het Centraal Register Vreemdelingen (CRV);
* Kaartnummer (nummer wat gegenereerd wordt bij de aanmaak van de kaart);

* Expiratiedatum (kaart is alleen geldig gedurende de duur van de pilot).

In de pilot Rotterdam wordt maandelijks (ten behoeve van de meldingen) een tijdelijk gegevensbestand aangemaakt waarin een aantal gegevens van de deelnemers worden opgenomen. Deze gegevens zijn afkomstig uit het decentrale Vreemdelingenadministratiesysteem (dVAS). Het betreft concreet de volgende gegevens:

* Vooraam, achternaam;

* CRV-nummer;

* Nieuwe melddatum;

* Meldfrequentie;

* Statuscode (dit geeft weer of er veranderingen zijn opgetreden ten opzichte van de vorige melding).

Vanuit het tijdelijke gegevensbestand worden elke melddag over de personen die zich die dag hebben gemeld de volgende gegevens overgebracht naar dVAS.

* CRV-nummer;

* Datum melding;

* Meldfrequentie;

* Nieuwe melddatum.

De wijze waarop biometrie gebruikt wordt is ook conform de aanbevelingen die de Registratiekamer voor het gebruik van biometrie gedaan heeft. Een belangrijke aanbeveling in dit rapport is dat de vergelijking van biometrische kenmerken zo mogelijk decentraal moet gebeuren. In de pilot vindt die vergelijking, zoals hierboven geschetst, decentraal plaats. De biometrische gegevens worden alleen gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn opgenomen. Te weten het kunnen voldoen aan de meldplicht. De deelnemers worden voorafgaande aan deelname geïnformeerd over doelstelling en wijze van gebruik van de persoonsgegevens in de pilot.
De Registratiekamer wordt actief op de hoogte gehouden van de opzet, inrichting en evaluatie van de pilots.

Over de gegevens die mogelijk in de pilot Hilversum kunnen worden gebruikt heeft geen enkele besluitvorming plaatsgevonden. De voorbereiding van deze pilot verkeert nog in een zeer vroeg stadium.


3. Vraag
Wat is een nieuwkomerspas? Acht u het uit oogpunt van proportionaliteit aanvaardbaar de aanwezigheid van inburgeraars bij hun Nederlandse les te controleren met behulp van biometrische identificatie?

3. Antwoord
De nieuwkomerspas is een werknaam voor de kaart die mogelijkerwijs in een pilot in Hilversum gebruikt zou kunnen worden.

Verificatie met behulp van biometrie zou een van de mogelijkheden kunnen zijn om de informatievoorziening van het inburgeringsproces te verbeteren en betrouwbaarder te maken. Of dat het geval is kan naar mijn mening het beste in de vorm van een pilot, dat wil zeggen door middel van een praktijkproef, worden bezien.


4. Vraag
Kunt u een overzicht geven van lopende en voorziene pilots in het kader van biometrische identificatie? Acht u het verstandig dat voor het uitvoeren van de pilots mensen worden gevraagd die een afhankelijkheidsrelatie hebben ten opzichte van degene die het verzoek doet aan zon experiment mee te werken en zich daardoor wellicht niet vrij voelen het verzoek te weigeren?

4. Antwoord
De Tweede Kamer ontvangt een dezer dagen een voortgangsrapportage waarin uitvoerig is weergegeven hoe de haalbaarheidsonderzoeken naar biometrie en de elektronische identiteitskaart worden uitgevoerd. Zoals uit de rapportage duidelijk zal worden vinden er ook pilots en onderzoeken plaats waar andere doelgroepen bij betrokken zijn. Concreet betreft dit de pilots in Delft en in Amsterdam Oud Zuid, alsmede in de proef op de luchthaven Schiphol.

Zoals gesteld in het antwoord op vraag 1 is de deelname aan (alle) voorgenomen pilots vrijwillig. In de pilot Rotterdam zal juist vanwege de doelgroep van de pilot veel zorg worden besteed aan communicatie en voorlichting met/voor de potentiële deelnemers. Overigens wijs ik erop dat het gebruik van biometrie in het vreemdelingenproces niet nieuw is. Al enige jaren bevat het zogenaamde elektronisch W-document een biometrisch kenmerk (in casu de vingerafdruk).

De pilot in Rotterdam heeft, naast het ervaring opdoen met biometrie, ook tot doel de meldingspilicht efficiënter ('op afstand') en gemakkelijker (betere service) te maken. Voor de deelnemers aan de pilot betekent dit bijvoorbeeld dat ze zelf het moment kunnen bepalen waarop ze zich melden, de deelnemers krijgen een week per maand de tijd waarin ze aan de meldplicht kunnen voldoen, en dat er minder tijd met het voldoen aan de meldplicht is gemoeid.


5. Vraag
Welke toepassingen van de biometrische identiteitspas overweegt u verder nog. Bent u bereid voorgenomen toepassingen vooraf voor te leggen aan de Registratiekamer en de Tweede Kamer van de resultaten op de hoogte stellen?

5. Antwoord
In de rapportage die ik binnenkort aan de Kamer zal zenden (zie ook het antwoord op vraag 4) wordt ook ingegaan op de mogelijke volgende fase van de haalbaarheidsonderzoeken.

Wat betreft de betrokkenheid van de Registratiekamer verwijs ik naar het antwoord op vraag 2.


6. Vraag
Is al een besluit genomen over de invoering van chips of biometrie op de nieuwe generatie reisdocumenten of de Nederlandse identiteitskaart, en zo nee, wanneer wordt dat verwacht?

6. Antwoord
Neen. Ik acht het mogelijk dat een dergelijk besluit eind 2002 zou kunnen worden genomen.