MKB-Nederland

MKB Nieuws, bericht

14-05-2001
Bedenkingen bij Landelijk Afvalbeheersplan
Het beperken van milieudruk door een goed beheer van afvalstoffen is prima om na te streven, maar MKB-Nederland heeft wel enkele twijfels bij de wijze waarop de overheid dit denkt te bereiken. Dat is - heel kort gezegd - de reactie van MKB-Nederland op het voorontwerp van het Landelijk Afvalbeheersplan (LAP). In dit voorontwerp worden de hoofdlijnen van het toekomstig beleid (komende vier jaar) voor afvalpreventie en afvalbeheer geschetst.

MKB-Nederland kan zich vinden in de ambitie van het eerste LAP, het beperken van de milieudruk als gevolg van het beheer van afvalstoffen. Op een aantal essentiële onderdelen twijfelt de ondernemersorganisatie nadrukkelijk of de gemaakte keuzes zullen resulteren in het bereiken van deze ambitie. Zo is er een spanning c.q. tegenstrijdigheid te vinden tussen het bereiken van de milieudoelstellingen en het bevorderen van marktwerking en innovatie en het toewerken naar een Europese markt. Het voorontwerp heeft op onderdelen nog sterk de neiging milieudoelen te laten prevaleren boven de beoogde marktwerking.

Kosten
Zoals bekend, zijn in de achterban van MKB-Nederland primair de ontdoeners\' van afval te vinden. Vanaf het begin van het overleg over het LAP is daarom aangegeven dat de op te stellen beleidskaders dienen te resulteren in een structuur voor het verwijderen van afval tegen zo laag mogelijke kosten. Vanzelfsprekend binnen (internationale) milieuhygiënische randvoorwaarden. In het voorontwerp wordt nu gesproken over een voorgenomen verhoging van de stortheffing op brandbaar afval, vanaf 2002 in vijf stappen jaarlijks met 25,-. Dat staat haaks op de verwachtingen aangaande het LAP. En het is zeer de vraag of met de verhoging van de stortheffing het beoogde milieudoel, het beperken van de milieudruk van afvalbeheer, dichterbij komt, laat staan gehaald zal worden.

Er zijn ook betere alternatieven voorhanden, zoals een meer gerichte stimulering van investeringen in installaties gericht op nuttige toepassing of de inzet van het instrument verhandelbare afvalrechten (VAR).

Informatie: ing. H.H. de Groot