Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA Den Haag Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer A&O/RA-II/2001/31520

Onderwerp Datum Contactpersoon Voorjaarsbrief Sociale Zekerheid en 15 mei 2001 Arbeidsmarkt 2001


1. Inleiding


In deze Voorjaarsbrief geef ik, mede namens staatssecretaris Hoogervorst en staatssecretaris Verstand-Bogaert, een overzicht van de uitgaven- en inkomstenontwikkeling in de sector sociale zekerheid en arbeidsmarkt (SZA) voor het jaar 2001. Dit in aansluiting op de Voorjaarsnota van de minister van Financiën die een overzicht laat zien van de uitvoering van de begrotingen 2001 van alle departementen.
In deze brief worden de nieuwe inzichten omtrent de uitgaven en inkomsten voor het jaar 2001 uiteengezet. Het gaat hierbij met name om het uitvoeringsjaar 2001. Voor wat betreft de presentatie van de meerjarige reeksen in bijlage 1 is aangesloten bij de systematiek die de minister van Financiën in de Voorjaarsnota 2001 hanteert. De uitgaven- en inkomsten- ramingen voor 2002 en latere jaren zullen bij de komende Sociale Nota worden geactualiseerd.

Uit deze brief blijft dat de uitgaven en inkomsten in de sector sociale zekerheid en arbeidsmarkt verder zijn meegevallen, ook al zijn voor 2001 beleidsintensiveringen verwerkt. De onderschrijding in 2001 loopt op van 2,9 miljard (raming Sociale Nota 2001) naar 4,3 miljard en het vermogensoverschot bij de onder SZW ressorterende sociale fondsen ultimo 2001 stijgt van 14,2 miljard naar 19,2 miljard.

De opzet van de brief is als volgt. Paragraaf 2 bevat een overzicht op hoofdlijnen van de mee- en tegenvallers en beleidsmatige ontwikkelingen met betrekking tot de uitgaven in de sector SZA. Tevens zet ik in deze paragraaf de geactualiseerde uitgavenontwikkeling af tegen het normatieve uitgavenkader conform het regeerakkoord. In paragraaf 3 zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de premieontvangsten van de socialeverzekeringsfondsen opgenomen. De resulterende exploitatie- en vermogensposities komen ten slotte in paragraaf 4 aan bod.





2


2. Uitgavenontwikkeling sector sociale zekerheid en arbeidsmarkt

Uitgaven
In het actuele beeld komen de uitgaven sector SZA in het jaar 2001 rond 0,2 miljard gulden lager uit dan bij de Sociale Nota 2001 was voorzien. Deze meevaller treedt op bij de begrotingsgefinancierde regelingen. Bij de premiegefinancierde regelingen is sprake van een beperkte tegenvaller. In onderstaande tabel zijn de bijstellingen in het uitgavenbeeld weergegeven.

Tabel 1. Uitgaven sector SZA (in miljarden guldens) uitgaven totaal begrotings- premie gefinancierd gefinancierd

Sociale Nota 2001 111,2 29,8 81,4 Bijstellingen -0,2 -0,4 0,1 waarvan: - volume -0,7 -0,8 0,0
- prijs 0,2 0,1 0,1
- beleid 0,8 0,7 0,1
- overig -0,6 -0,4 -0,1 Voorjaarsbrief 2001 111,0 29,5 81,5

NB. Als gevolg van afronding kunnen de totale afwijken van de som van de afzonderlijke onderdelen.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de uitgaven voor de begrotingsgefinancierde regelingen meevallen met 0,4 miljard.

* De voornaamste verklaring is het achterblijven van de volume-ontwikkelingen in de WIW, I/D-banen en ABW-uitgaven bij de eerdere verwachtingen. Dit leidt tot een meevaller van 0,8 miljard. Deze meevaller kon voor een deel worden afgeleid uit de uitvoeringsgegevens 2000 en hangt samen met de gunstige situatie op de arbeidsmarkt.
* Door beleidsmatige aanpassingen is de uitgavenraming voor 2001 fors verhoogd. Voor de invoering van de Suwi-maatregelen zijn voorzieningen getroffen van 0,7 miljard waarin besloten ligt het naar 2001 verschuiven van middelen uit 2003 en 2004. Daarnaast vergen de gemaakte bestuurlijke afspraken met het gemeenten en een verlenging van de MKB- convenanten (minderhedenbeleid) extra middelen voor 2001.
* Ten slotte zullen naar verwachting in 2001 ontvangsten gaan optreden bij de arbeidsmarkt- en bijstandsregelingen waarvoor thans een meevaller in het beeld is verwerkt.

Uit tabel 1 blijkt ook dat de uitgaven voor de premiegefinancierde regelingen tegenvallen met 0,1 miljard.

* De volumeontwikkeling in de werkloosheidsheidsregelingen (Awf en Wgf) laten een meevaller zien van circa 0,2 miljard. Hier staat een tegenvaller bij de WAO-uitgaven ter grootte van 0,2 miljard gulden tegenover.

* De nieuwe inzichten voor de loon- en prijsaanpassingen bij de sociale verzekeringen zorgen voor een toename van de uitgaven (0,1 miljard gulden).

Bijlage 1 bevat een toelichting op de bijstellingen in de uitgaven die groter zijn dan 25 miljoen gulden.





3
Uitgavenkader
Naast de meevallende uitgavenontwikkeling is het uitgavenkader voor 2001 verruimd ten opzichte van de stand Sociale Nota 2001. Ook hierdoor is de ruimte onder de ijklijn SZA verder vergroot. Deze bijstelling vloeit voornamelijk voort uit de bijstelling van de prijsontwikkeling van het BBP ten opzichte van de Sociale Nota 2001 (zie ook bijlage 2). In onderstaande tabel zijn alle bijstellingen relevant voor de toetsing van de feitelijke ramingen aan het kader weergegeven.

Tabel 2. Confrontatie van de feitelijke uitgaven met de ijklijn SZA (2001; in miljarden guldens) uitgaven totaal uitgavenkader onderschrijding

Sociale Nota 2001 111,2 114,1 2,9 Bijstellingen -0,2 1,1 1,3 Voorjaarsbrief 2001 111,0 115,3 4,3

NB. Als gevolg van afronding kunnen de totale afwijken van de som van de afzonderlijke onderdelen.

De bijstellingen in de uitgaven en het uitgavenkader leiden tot een toename van de onderschrijding van 1,3 miljard gulden ten opzichte van de stand Sociale Nota 2001.

3. Premieontvangsten

De premieontvangsten van de socialeverzekeringsfondsen komen in 2001 naar verwachting rond 3,5 miljard gulden hoger uit dan de raming in de Sociale Nota 2001. Deze toename komt vrijwel volledig voor rekening van de AOW. In tabel 3 staat een overzicht van de mutaties bij alle fondsen voor het jaar 2001.

Tabel 3. Premieontvangsten 2001 (kasbasis, excl. onderlinge betalingen, in miljarden guldens) SN2001 Vjb2001 Mutatie Grondslag Kaseffect

AOW 39,1 42,2 3,1 0,3 2,8 Anw 3,2 3,4 0,2 0,0 0,2 Wao 25,7 25,6 -0,1 -0,1 0,0 Waz 1,4 1,5 0,1 0,1 0,0 Wgf 2,2 2,3 0,1 0,1 0,0 Awf 11,2 11,3 0,1 0,1 0,0 Ufo 0,6 0,6 0,0 0,0 0,0 83,4 86,9 3,5 0,5 3,0

De premiemeevaller van 3,5 miljard wordt voor een klein deel veroorzaakt door een meevallende premiegrondslag, voornamelijk gelocaliseerd bij de AOW. Daarnaast betreft het enerzijds de nabetalingen van 0,6 miljard van het rijk aan de fondsen en anderzijds een effect van 2,4 miljard samenhangend met de invoering van het belastingstelsel 21e eeuw. Tegenover dit voordeel bij de fondsen van 3,0 miljard staat overigens een even groot nadeel bij de belastingontvangsten van het rijk. Voor het EMU-saldo heeft deze bijstelling derhalve geen effect.





4
4. Fondsposities

In tabel 4 zijn de exploitatiesaldi en de vermogensposities van de sociale fondsen opgenomen. Het feitelijk vermogen voor het jaar 2000 bepaalt samen met het exploitatiesaldo het feitelijk vermogen voor het jaar 2001. Het vermogenssaldo is tevens afhankelijk van de ontwikkeling van de vermogensnorm.

Tabel 4. De exploitatiesaldi en vermogensposities van de socialezekerheidsfondsen (in miljarden guldens)
SN2001 VJB2001 Mutatie 2000 2001 2000 2001 2000 2001 Exploitatiesaldi
Centrale fondsen sociale verzekeringen 9,0 1,3 9,5 4,6 0,5 3,3 Decentrale wachtgeldfondsen -0,2 -0,6 0,1 -0,4 0,3 0,2 8,8 0,7 9,6 4,2 0,8 3,5

Vermogensposities
Centrale fondsen sociale verzekeringen
feitelijk vermogen 19,5 20,8 20,3 24,8 0,8 4,0 vermogensnorm 4,5 7,8 4,4 7,3 -0,1 -0,5 vermogenssaldo 15,0 13,0 15,9 17,5 0,9 4,5 Decentrale wachtgeldfondsen
feitelijk vermogen 2,7 2,1 3,0 2,6 0,3 0,5 vermogensnorm 2,8 0,9 2,8 0,9 0,0 0,0 vermogenssaldo -0,1 1,2 0,2 1,7 0,3 0,5 Totaal
feitelijk vermogen 22,2 22,9 23,3 27,4 1,1 4,5 vermogensnorm 7,3 8,7 7,2 8,2 -0,1 -0,5 vermogenssaldo 14,9 14,2 16,1 19,2 1,2 5,0

NB. Als gevolg van afronding kunnen de totale afwijken van de som van de afzonderlijke onderdelen.

De exploitatiesaldi van de sociale fondsen zijn gestegen met 3,5 miljard in 2001 hetgeen samenhangt met de eerder geschetste bijstellingen in de premie-ontvangsten. De uitgaven van de fondsen zijn immers nauwelijks bijgesteld.
Het vermogenssaldo per ultimo 2001 neemt toe met een bedrag van 5 miljard. Hierin komt ook tot uitdrukking dat het exploitatiesaldo van 2000 is toegenomen ten opzichte van de Sociale Nota 2001 en de vermogensnormen van de Aow en Anw neerwaarts zijn bijgesteld. Dit laatste hangt samen met de invoering van de Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK), die zorgt voor een stabielere financiering. Hierdoor behoeven de fondsen minder vermogen in kas te hebben om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(W.A. Vermeend)





5
Bijlage 1. De voornaamste bijstellingen nader toegelicht

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bijstellingen in de uitgaven die groter zijn dan 25 miljoen gulden. Voor wat betreft de presentatie van de meerjarige reeksen is aangesloten bij de systematiek die de minister van Financiën in de Voorjaarsnota 2001 hanteert.

Tabel 5. Relevante bijstelling van de uitgaven ten opzichte van de Sociale Nota 2001 (in miljoenen guldens)
2001 2002 2003 2004 2005

Totaal bijstellingen -226

A. Mee- en tegenvallers -877


1. volume ABW -113
2. volume WW -151
3. volume WAO-basis 259
4. volume WAO-pd -155
5. volume WAZ 86
6. volume RSP -30
7. volume I/D-banen -255
8. volume WIW -334
9. volume overig -21
10. gemiddelde uitkering WW 48 48 48 48 48
11. gemiddelde uitkering WAO-basis -44 -44 -44 -44 -44
12. gemiddelde uitkering WAO-pd 129 129 129 129 129
13. gemiddelde uitkering WAZ -54 -54 -54 -54 -54
14. gemiddelde uitkering overig 22 22 22 22 22
15. WKA-bijstelling 110 110 110 110 110
16. bijstelling overige lonen/prijzen 109 80 80 80 80
17. eindejaarsmarge 2000 87
18. bijstelling ABW-zelfstandigen -30
19. stelpost onderuitputting -100
20. uitvoeringskosten -38
21. ontvangsten -240
22. tegenboeken eindejaarsmarge -269
23. overig 107
B. Beleidsmutatie 837


24. stimuleringsregeling BVG 35
25. stimuleringsregeling CWI 32
26. Kliq 190
27. extra middelen Suwi 500
28. intertemporele verschuiving Suwi 180 125 -180 -125 0
29. aanpassing aanvullende post Suwi -317
30. bestuurlijke afspraken met gemeenten 71
31. minderhedenbeleid MKB 60
32. overig 86
C. Niet-relevante mutaties -186
33. brutering -144
34. overboeking sociaal vervoer 43
35. REA-lasten UFO -60
36. overig -25
A. Mee- en tegenvallers


1. Volume ABW
De realisatie ABW in 2000 is meerjarig doorgetrokken, waarbij rekening is gehouden met de door het CPB in het CEP geschetste werkloosheidsontwikkeling. Het ABW-volume is in 2001 met bijna 7.000 personen neerwaarts aangepast.





6

2. Volume WW
De volumeraming voor de WW is op basis van de uitvoeringsgegevens 2000 en de raming van de werkloze beroepsbevolking van het CPB aangepast. Ten opzichte van de Sociale Nota 2001 betekent dit een daling voor 2001 van circa 6.000 uitkeringsgerechtigden; voor de latere jaren is spraken van een stijging van het volume.


3 en 4. Volume WAO-basis en WAO-pd
a) Op grond van tegenvallende realisatiecijfers van het Lisv is voor het jaar 2001 de geraamde instroom in de WAO als totaal (WAO-basis en WAO-pd) verhoogd. b) Bij de verdeling van het totale WAO-volume over WAO-basis en WAO-pd wordt op basis van uitvoeringsinformatie van het Lisv uitgegaan van een kleiner gedeelte WAO- premiedifferentiatie.

5. Volume WAZ
Op basis van recente informatie van de Belastingdienst is gebleken dat de verzekerdenpopulatie groter is dan bij de Sociale Nota werd verondersteld. Het volume is daarom ten opzichte van de Sociale Nota 2001 opwaarts bijgesteld.

6. Volume RSP
Vanwege een achterblijvende bezetting in de RSP is de doelstelling van 5000 fte's ultimo 2003 aangepast; thans wordt uitgegaan van 2500 fte's ultimo 2004. De volumeraming voor de periode 2001-2005 is hierop aangepast.


7. Volume I/D-banen
Het jaar 2000 werd afgesloten met ruim 5.000 banen onderuitputting. Deze onderuitputting tezamen met de uitbreiding van het aantal beschikbare banen, leidt er toe dat wordt verwacht dat gemeenten tot en met 2003 bezig zijn met het realiseren en bezetten van het aantal banen. De verwachte structurele onderuitputting van 2004 en verder wordt veroorzaakt doordat de verwachting van het uiteindelijk aantal te realiseren doorstroombanen naar beneden is bijgesteld.


8. Volume WIW
De situatie op de arbeidsmarkt leidt tot een lage instroom en hoge uitstroom uit de WIW. Daarnaast wordt momenteel een sterk uitstroombeleid gevoerd gericht op ex-banenpoolers. Tot medio 2003 wordt verwacht dat het volume van de WIW op een absoluut minimum niveau van 31.500 dienstbetrekkingen en 4.500 werkervaringsplaatsen zal zitten. Wel wordt daarna, gezien de conjuncturele ontwikkelingen, een toename in het aantal dienstbetrekkingen verwacht.


9. Volume overig
Dit bestaat uit een saldo van volumemutaties kleiner dan 25 miljoen.


10. Gemiddelde uitkering WW
De inverdieneffecten van de Veegwet in de Awf worden thans lager geraamd; er wordt nu vanuit gegaan dat dit met name personen betreft met een lage gemiddelde uitkering.


11. Gemiddelde uitkering WAO-basis




7

De gewijzigde verdeling tussen WAO-basis en WAO-pd (zie punt 4) heeft tot gevolg dat na 2003 naar verhouding minder mensen doorstromen vanuit WAO-pd naar WAO-basis. Dit betekent dat binnen de WAO-basis het percentage duurdere `oude' gevallen toeneemt.


12. Gemiddelde uitkering WAO-pd
Hier spelen gewijzigde inzichten over de samenstelling van de populatie in de WAO-pd een rol. De eerder ingeboekte toename van het aantal jongeren en vrouwen wordt op grond van gegevens van het Lisv gedeeltelijk teruggedraaid.


13. Gemiddelde uitkering WAZ
De gemiddelde WAZ-uitkering is op basis van uitvoeringsgegevens neerwaarts bijgesteld.


14. Gemiddelde uitkering overig
Dit bestaat uit een saldo van mutaties kleiner dan 25 miljoen.


15. WKA
De indexcijfers uit het CEP leiden tot een opwaartse bijstelling van de uitgaven (ten opzichte van de Sociale Nota 2001), met name vanaf 2002. Bij de Sociale Nota 2001 werd voor 2002 uitgegaan van een WKA-index van 2,42% terwijl de WKA-index op dit moment is 3,55%.


16. Bijstelling overige lonen/prijzen
Op basis van de informatie in het CEP over lonen en prijzen zijn de uitgaven van een aantal regelingen bijgesteld.


17. Eindejaarsmarge 2000
Voor de sector SZA was in totaal een eindejaarsmarge beschikbaar van 269 miljoen; hiervan is 87 miljoen binnen de eigen sector ingezet en 15 miljoen is ingezet voor departementale uitgaven (o.a. voor huisvesting SIOD en het agentschap ESF). Deze uitgaven hebben met name betrekking op de uitfinanciering in 2001 van in 2000 aangegane verplichtingen op het terrein van SUWI, waarvoor in de begroting 2001 geen kasmiddelen waren begroot.


18. ABW zelfstandigen
Op basis van uitvoeringsgegevens is de gemiddelde uitkering van zelfstandigen in de ABW ten opzichte van de Sociale Nota 2001 neerwaarts aangepast.


19. Stelpost onderuitputting
Op grond van ervaringen in het verleden zullen waarschijnlijk op een aantal regelingen gedurende het uitvoeringsjaar nog meevallers optreden. Vooruitlopend hierop is deze stelpost geboekt, die in de loop van het jaar over de regelingen zal worden verdeeld.


20. Uitvoeringskosten
Het Lisv heeft - met het oog op Suwi - besloten af te zien van de uitvoering van een aantal doelmatigheidsprojecten die in het kader van de efficiency-taakstelling in het Regeerakkoord waren ingezet. Deze projecten hadden tot doel de uitvoeringskosten vanaf 2002 structureel omlaag te brengen. Als gevolg van het niet doorgaan van deze projecten stijgt de raming van de uitvoeringskosten.
Tevens zijn de uitvoeringskosten aangepast in verband met de gewijzigde volumina van de sociale zekerheidsregelingen en de gewijzigde loon- en prijsontwikkeling.




8


21. Ontvangsten
Naar verwachting zullen in 2001 bij de arbeidsmarkt- en bijstandsregelingen meer ontvangsten optreden dan bij de Sociale Nota 2001 was voorzien. Het gaat hierbij om middelen die in 2000 zijn bevoorschot aan met name gemeenten, maar die feitelijk niet zijn uitgegeven. Deze worden in 2001 als afzonderlijke ontvangsten op de begroting geboekt.


22. Tegenboeken eindejaarsmarge
Conform de gebruikelijke systematiek is tegelijkertijd met het inboeken van de bovenstaande Eindejaarsmarge 2000 in de begroting een taakstellende tegenpost opgenomen, gelijk aan de totaal beschikbare eindejaarsmarge voor de sector SZA.


23. Overig
In de post overig is het saldo van mee- en tegenvallers kleiner dan 25 miljoen ­ in 2001 ­ verwerkt.

B. Beleidsmutaties


24. Stimuleringsregeling BVG
Dit betreft de financiering van de tijdelijke stimuleringsregeling Suwi bedrijfsverzamelgebouw (BVG).


25. Stimuleringsregeling CWI
Voor 2001 wordt 32 miljoen ter beschikking gesteld voor de tijdelijke stimuleringsregeling Centra Werk en Inkomen (CWI).


26. Kliq
Met de verzelfstandiging van Kliq is in 2001 190 miljoen gemoeid.


27. Extra middelen Suwi
In verband met de ontvlechting van de Arbvo-organisatie, investeringen in Cwi en UWV en de afwikkeling van de oude programmaperiode ESF wordt 0,5 miljard toegevoegd aan de aanvullende post voor Suwi.


28. Intertemporele verschuiving Suwi
Naar verwachting zullen de uitgaven in 2001 voor Suwi hoger uit komen dan eerder werd voorzien en in 2003 en 2004 lager. De middelen op de aanvullende post Suwi zijn om deze reden intertemporeel verschoven.


29. Aanpassing aanvullende post Suwi
De aanvullende post Suwi wordt voor diverse zaken aangepast. Circa 317 miljoen wordt overgeboekt naar de artikel 15.06 van de begroting van SZW. Onder meer bovengenoemde punten 24 t/m 26 worden daaruit gefinancierd.


30. Bestuurlijke afspraken met gemeenten
Uitvoering zal worden gegeven aan de motie Noorman-Den Uyl met betrekking tot de inkomenspositie van langdurig bijstandsgerechtigden. Met de gemeenten zullen bestuurlijke afspraken worden gemaakt over het reduceren van het bijstandsvolume. In verband daarmee






zullen gelden aan de gemeenten ter beschikking worden gesteld voor onder meer casemanagement, kinderopvang, diverse projecten en experimenten. De convenanten zullen op korte termijn in overleg met gemeenten nader worden uitgewerkt.


31. Minderhedenbeleid MKB
Het belangrijkste onderdeel van deze bijstelling betreft de verlenging met één jaar van de afspraken met het MKB en Arbvo. De betreffende activiteiten zullen daarna regulier onderdeel worden van het werk van de CWI's.


32. Overig
In de post overig is het saldo van beleidsmutaties kleiner dan 25 miljoen gulden in 2001 verwerkt.

C. Niet-relevante mutaties


33. Bruteringseffecten
Bruteringseffecten treden op bij de netto-netto gekoppelde uitkeringen: AOW, ANW, Abw, IOAW en IOAZ. Bij deze regelingen is de netto uitkering gelijk aan het netto (referentie) minimumloon. Omdat deze uitkeringen een ander netto-bruto-traject volgen, kan dit betekenen dat de ontwikkeling van de bruto-uitkering afwijkt van de ontwikkeling van het bruto minimumloon (het bruteringseffect). De ijklijn wordt hiervoor aangepast.


34. Overboeking sociaal vervoer
Het budget sociaal vervoer wordt uit het gemeentefonds teruggeboekt naar het budget WVG op de begroting van SZW.


35. REA-lasten Ufo
Doordat vanuit het Ufo ook een bijdrage aan de REA wordt geleverd, kan de Awf-bijdrage aan de REA met 60 miljoen neerwaarts worden aangepast. De uitgaven voor de rijksoverheid nemen tegelijk met 60 miljoen toe. De ijklijnen SZA en begroting-in-enge zin worden hiervoor aangepast.


36. Overig
In deze post zijn de overige overboekingen - kleiner dan 25 miljoen - gesaldeerd.

Bijlage 2. De aanpassing van de ijklijn SZA

De ijklijn SZA is aangepast voor bijstellingen die niet relevant zijn voor het reële uitgavenkader, statistische correcties en overboekingen, en voor bijstellingen in de prijsontwikkeling van het BBP. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de totale bijstellingen en de resulterende ijklijn voor de Voorjaarsbrief.

Tabel 6. Bijstelling van de ijklijn SZA voor het jaar 2001 (ten opzichte van de Sociale Nota 2001; in miljoenen guldens)




10

Sociale Nota 2001 114.145

Bijstellingen ijklijn
A. Niet-relevatie uitgavenmutaties

- statistische correcties -144
- overboekingen -42 B. Bijstelling pBBP 1.304

Voorjaarsbrief 2001 115.263

A. Niet-relevante uitgavenmutaties

1. Statistische correcties
In de post statistische correcties zijn de bruteringseffecten opgenomen (zie ook bijlage 1).
2. Overboekingen
In bijlage 1 is een toelichting gegeven op de belangrijkste overboekingen.

B. Bijstelling pBBP

De ijklijn is aangepast voor bijstellingen in de prijsontwikkeling van het BBP ten opzichte van de Sociale Nota 2001.