Ministerie van Algemene Zaken

In memoriam mr. B.W. Biesheuvel,
Eerste en Tweede Kamer, 15 mei 2001

Met het heengaan van voormalig Tweede Kamerlid,
minister en minister-president Barend Biesheuvel is ons een markant politicus, een uitstekend bestuurder, een hartelijk mens ontvallen; een man die ons land, ons Koninkrijk gedurende tientallen jaren in vele functies grote diensten heeft bewezen.
Werklust en plichtsbesef, deskundigheid, moed en
eerlijkheid waren kenmerken die hem typeerden.

Barend Biesheuvel is wel genoemd 'de laatste grote van de mannenbroeders'. Hij stamde uit een gereformeerd boerengeslacht en kwam daar graag voor uit.
"Waar en wat is een mens zonder zijn
voorgeschiedenis? Ik ben heel trots op mijn voorgeslacht van hardwerkende boeren. Allemaal waren ze actief in de politiek en de boerenorganisaties", zei hij in één van zijn laatste interviews.




2

De Biesheuvels kwamen halverwege de negentiende
eeuw uit het land van Heusden en Altena naar de
Haarlemmermeerpolder, en vandaar naar de
Houtrakpolder bij Haarlem, waar Barend werd geboren op de boerderij 'Westhoff'. En wáár hij later ook ging, altijd had Biesheuvel een foto van zijn geboortehuis bij zich.

Na zijn rechtenstudie aan de VU koos hij voor een
loopbaan in de georganiseerde landbouw.
Eerst secretaris van de Provinciale Voedselcommissaris van Noord-Holland, daarna van de afdeling buitenland van de Stichting voor de Landbouw, in 1952 algemeen secretaris van de Nederlandse Christelijke Boeren en Tuindersbond en in 1959 voorzitter van de NCBTB,
tevens lid van het bestuur van het Landbouwschap,
van de Stichting van de Arbeid, van de Centrale
Raffaisenbank en van de Heidemij.




3

Barend Biesheuvel was van 1956 tot 1963 lid van de Tweede Kamer voor de Antirevolutionaire Partij (ARP), van 1957 tot 1961 lid van de Raadgevende vergadering van de Raad van Europa en van 1961 tot 1963 lid van het Europese Parlement.
Tussen 1963 en 1967 was hij in de kabinetten Marijnen, Cals en Zijlstra vice-minister-president, belast met de behartiging van Koninkrijksaangelegenheden, en
minister van Landbouw en Visserij.
In Brussel verwierf hij zich een bijzondere reputatie als onderhandelaar: hard en zakelijk. Zijn uitstekende gezondheid stelde hem in staat om de vele
marathonzittingen die de EEG-landbouwpolitiek toen bepaalden, tot een goed eind te brengen.
Vanaf 1967 was hij opnieuw lid van de Tweede Kamer en fractievoorzitter van de ARP. In deze periode was hij tevens voorzitter van het College van de Scheepsbouw en voorzitter van de commissie Heroriëntatie
overheidsvoorlichting, die de grondslag van de WOB formuleerde, een belangrijke verworvenheid van onze democratie.




4

In juli 1971 werd Biesheuvel minister-president.
Het eerste kabinet dat zijn naam droeg, een vijfpartijen- kabinet, was het meest gevarieerde van na de oorlog. Dat was geen lang leven beschoren.
Het tweede kabinet-Biesheuvel, dat na het uittreden van de ministers van DS'70 werd gevormd, bleef nog tot mei 1973 bestaan. Toen was het kabinet-Den Uyl
geformeerd.

Na de totstandkoming van dat kabinet-Den Uyl, dat door zijn eigen AR werd gedoogd, verliet Barend Biesheuvel de landelijke politiek om er niet meer in terug te keren. Hij koos voor een bestaan "aan de periferie van de politiek", zoals hij het jaren later zelf omschreef. En in een ander interview zei hij (tien jaar na de val van zijn kabinet): "Ik heb geen last van Haagse nostalgie. Als je eenmaal afstand hebt genomen kun je nog hele mooie dingen doen. Maar ik hoor wel tot die oud-politici die in de eerste plaats altijd klaar stonden en klaar staan voor publieke functies".




5

Dit was bepaald geen grootspraak. Naast vele functies in het bedrijfsleven, was Biesheuvel onder meer
voorzitter van de FMO, van de Koninkrijkswerkgroep voor de Nederlandse Antillen, van de Staatscommissie Relatie Kiezers-Beleidsvorming, van de Voorlopige Raad voor Verkeer en Waterstaat, van de Nederlandse
delegatie Schelde- en Maasvraagstukken en van de
Commissie Samenwerking Nederland-Aruba.
Zelfs deze opsomming is bij lange na nog niet volledig. Biesheuvel bleef 'een man van gewicht die je moeilijk over het hoofd kon zien'. Tot het einde toe leefde hij fel mee met de openbare zaak en gaf zijn commentaar als hij dat nodig achtte.

Persoonlijk denk ik met warmte en met waardering aan de hartelijke contacten die ik ook in de laatste fase van zijn leven met hem mocht hebben: sympathiek,
leerzaam en op een basis van wederzijds respect.




6

Barend Biesheuvel was een indrukwekkend man, niet
alleen door zijn stoere, vertrouwenwekkende gestalte. Maar vooral door zijn grote staat van dienst gedurende meer dan vijftig jaar in en naast het openbaar bestuur.

Namens de regering spreek ik de wens uit dat zijn
levensgezellin van de laatste jaren, zijn kinderen, kleinkinderen, overige familieleden en vele vrienden over de kracht zullen beschikken om zijn verlies te dragen. Mogen zij zich daarbij getroost weten door het besef dat zeer velen - ook andersdenkenden - met grote
waardering en met respect terugdenken aan de
bijzondere bijdragen die hij aan welvaart en welzijn van ons land en van ons Koninkrijk heeft geleverd.
Wij herdenken Barend Biesheuvel in dankbaarheid.


* * * * * * *