Ministerie van Financien

De Voorzitter van de Tweede Kamer

Plein 2

2511 CR DEN HAAG

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk 15 mei 2001

FM 2001-00820 M Onderwerp
Jaarverslag van de Raad van Financiële Toezichthouders

Achterliggend treft u het Jaarverslag aan van de Raad van Financiële Toezichthouders (RFT) betreffende de werkzaamheden, verricht in de periode van augustus 1999 tot januari 20011. Het Jaarverslag bevat voorts enkele vooruitblikken op werkzaamheden na de genoemde verslagperiode.

Op 6 december 2000 heb ik u het Tussentijds bericht van de RFT gezonden. Dit bericht bevatte een beschrijving van werkzaamheden, die door de RFT zijn verricht in de periode van augustus 1999 tot augustus 2000; het onderhavige Jaarverslag overlapt hier dus mee.

In mijn aanbiedingsbrief bij het Tussentijds bericht heb ik u een beoordeling doen toekomen betreffende de vorderingen van de RFT. Een uitgebreide evaluatie van de werkzaamheden van de RFT zal plaatsvinden in 2002, voor het eind van de huidige kabinetsperiode en na de invoering van de financiële bijsluiter voor complexe financiële producten per 1 januari van het komend jaar. Bij deze evaluatie zullen de opinie van de financiële sector over het functioneren van de RFT evenals internationale ontwikkelingen in ogenschouw worden genomen.

Naar mijn oordeel zijn met de instelling van de RFT mogelijkheden gecreëerd om op niet-sectorspecifiek terrein te komen tot betere, meer consistente en gelijkgerichte regelgeving en uitvoering van het toezicht. In het Jaarverslag van de RFT worden deze mogelijkheden onderstreept. Aangegeven wordt dat de RFT in de naaste toekomst aandacht zal geven aan de wijze van uitvoering van het toezicht op niet-sectorspecifiek terrein. Deze uitvoering is van belang ter voorkoming van lacunes en overlap in het feitelijke toezicht, hetgeen in 1999 een hoofddoelstelling was van de beleidsnota Institutionele vormgeving van het toezicht op de financiële marktsector2. In voorkomende gevallen is de uitvoering van het toezicht derhalve een taak van de RFT, naast de afspraken over coördinatie en afstemming van regelgeving. Door het voorkomen van lacunes en overlap kan de effectiviteit van het toezicht worden bevorderd, evenals de totstandkoming van een gelijk speelveld in de financiële sector en de beperking van de kosten van het toezicht. In de aangekondigde evaluatie zal daarom de wijze waarop deze operationele kant is ingevuld aandacht krijgen. Ik ga ervan uit dat de RFT mij zal rapporteren over de in het Jaarverslag aangekondigde inspanningen op dit vlak.

Tot slot maak ik u attent op het in het Jaarverslag genoemde, uitgevoerde onderzoek naar het risicoprofiel en de kapitaaltoereikendheid van financiële conglomeraten, dat is uitgevoerd in opdracht van de RFT, de Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars. Met de totstandkoming van dit onderzoek wordt een toezegging aan de Tweede Kamer nagekomen die door mij is gedaan in de nota Toezicht op financiële conglomeraten3. De resultaten van dit onderzoek ondersteunen de toekomstvisie die Financiën in deze nota had neergelegd (risicogeoriënteerd toezicht met als uitgangspunt cross-sector consistentie). Het onderzoek zal worden gebruikt als input bij lopende trajecten op het terrein van het groepstoezicht zoals de totstandkoming van het wetsvoorstel aanvullend groepstoezicht, dat dit najaar aan de Tweede Kamer zal worden voorgelegd.

De Minister van Financiën,