De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVM 01.1748
datum
11-05-2001
onderwerp
Vragen MKZ
doorkiesnummer
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de fractie van het CDA over mond- en klauwzeer ter voorbereiding op het Algemeen Overleg d.d. 15 mei a.s.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
up
datum
11-05-2001
kenmerk
VVM 01.1748
bijlage
Vragen
Vraag 1:
Wat is de stand van zaken in het traceringsonderzoek MKZ in Ee en
Anjum? Hoe is onderzocht welke rol verspreiding van het MKZ-virus door
respectievelijk lucht, water, menselijke/dierlijke contacten,
diervoedervervoer, mestvervoer of ganzen (vogels) speelt? Wat zijn de
uitkomsten van die verschillende onderzoekssporen? Wat wordt er gedaan
om het traceringsonderzoek voort te zetten op de genoemde punten?
Welke partijen zijn bij het onderzoek betrokken? Hoelang zal het
onderzoek worden doorgezet?
Antwoord:
Tot nu toe is er geen oorzaak gevonden voor de besmetting in Ee en
Anjum. Door middel van traceringsonderzoek wordt een aantal mogelijke
infectieroutes in beeld gebracht en/of uitgesloten. Hiervoor staat in
het MKZ draaiboek een protocol. De mogelijkheden die een
traceringsteam daarvoor heeft zijn het houden van interviews, het
natrekken van I&R gegevens, het vaststellen van de routes van
transporteurs en dierenartsen en het inzien van AID-rapporten. In een
aantal gevallen levert de tracering geen resultaat op. Op een gegeven
moment wordt besloten het dossier af te sluiten, ook als geen
mogelijke bron is gevonden. De tracering wordt uitgevoerd door
medewerkers van de RVV, AID, GD en ID-Lelystad. Naar verwachting zal
het traceringsonderzoek in Ee en Anjum binnenkort worden afgesloten.
Vraag 2:
Is een indicatie te geven van het aantal niet geregistreerde schapen
dat zich in Nederland bevindt? Waar zijn de 8.000 'omgekatte' schapen
gebleven waar recent in publicaties over werd gesproken? Zijn deze
schapen voor een deel afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk en kunnen
deze dieren de mogelijke oorzaak zijn van de besmetting in Anjum, Ee
en elders?
Antwoord:
Het betreft hier voornamelijk hobbymatig gehouden dieren. Gezien het
feit dat het hier om niet geregistreerde locaties gaat, is het
moeilijk een indicatie van het aantal betrokken dieren te geven. De
MKZ uitbraak heeft enkele duizenden nieuwe locaties met dieren
opgeleverd, voornamelijk hobbyhouders.
Schapen die uit het buitenland ingevoerd werden, werden in sommige
gevallen voorzien van een goedgekeurd Nederlands oormerk, hetgeen niet
in strijd was met de vigerende regelgeving. De consequentie hiervan is
dat de oorspronkelijke herkomst van de schapen niet in alle gevallen
meer is vast te stellen, waardoor tracering wordt bemoeilijkt. Er is
geen aanwijzing dat schapen uit het Verenigd Koninkrijk een rol hebben
gespeeld bij de uitbraak in Noordoost Friesland.
Vraag 3:
Is exact bepaald welke diersoort het MKZ-virus naar Nederland heeft
gebracht?
Antwoord:
Zoals als aangegeven in mijn brief van 26 maart 2001 is MKZ-besmetting
in Nederland tot stand gekomen via een transport van Ierse kalveren
die via de rustplaats in het Franse Mayenne naar Nederland zijn
gebracht.
Vraag 4:
Het productschap voor vee en vlees heeft deze week aangegeven dat
Rendac wellicht toch de oorzaak is van verspreiding van het MKZ-virus
in Friesland. Welke aanwijzingen zijn er dat dit niet het geval zou
zijn?
Antwoord:
De mogelijkheid van verspreiding door de lucht van het MKZ-virus
vanuit het Rendac-bedrijf in Burgum (Fr.) is geanalyseerd door
ID-Lelystad door middel van een simulatiemodel waarbij windrichting en
windsterkte in de periode voorafgaand aan de uitbraak in Ee en Anjum
in beschouwing zijn genomen. De conclusie van deze analyse is dat
uitgesloten moet worden geacht dat de besmetting vanuit het
Rendac-bedrijf door de lucht heeft plaatsgevonden. Mij is niet bekend
dat het PVE over enig gegeven beschikt dat tot een andere conclusie
zou leiden.
Vraag 5:
Hoe oordeelt u over het verzoek van de gemeente Tytsjerksteradiel dat
Rendac in de zomermaanden tijdens het weekend dicht zou moeten
teneinde de overlast voor de omwonenden tot een minimum te beperken?
Is dit, mede in het licht van de MKZ-uitbraken en de BSE-problematiek
haalbaar?
Antwoord:
Onder 'normale' omstandigheden zal het niet nodig zijn dat er tijdens
het weekend in de vestiging van Rendac-Burgum wordt doorgewerkt. In
geval van een crisis kan het noodzakelijk zijn om alle capaciteit door
bedrijfstijdsverlenging te benutten. In het licht hiervan is het
logisch dat in de zomermaanden ook in de weekeinden op dit bedrijf zou
kunnen worden doorgewerkt. Indien dit nodig is zal hierover tijdig
overleg worden gevoerd met de locale overheid.
Vraag 6:
Op basis van welke Europese Richtlijnen en of regelgeving bent u
gekomen tot het definieren van de toezichtsgebieden van 10 kilometer?
Had Nederland opties om te kiezen voor een ander beleid? Welke
overwegingen hebben ertoe geleid om te kiezen voor een toezichtsgebied
van 10 km?
Antwoord:
De bestrijdingsaanpak van MKZ is vastgelegd in de EU richtlijn 85/511.
In deze richtlijn wordt o.m. een toezichtsgebied met een minimale
straal van 10 km rondom het vaccinatiegebied voorgeschreven. In geval
van vaccinatie begint het toezichtsgebied van 10 km aan de rand van
het vaccinatiegebied. Beleidsvrijheid heeft de lidstaat op dit punt
niet. Wel is het soms noodzakelijk om uit oogpunt van handhaafbaarheid
ruimere grenzen te kiezen langs natuurlijke barrières, bredere en
geasfalteerde wegen e.d.
Vraag 7:
Is het waar dat niet-gevaccineerde kalveren wel in het slachthuis
mogen worden gedood en dat dit niet geldt voor niet-gevaccineerde
varkens? Zo ja, waarom is dit zo?
Antwoord:
Niet gevaccineerde dieren van te ruimen bedrijven moeten in alle
gevallen op het bedrijf worden gedood. Dieren die worden overgenomen
in het kader van de EU-opkoopregeling binnen BT-gebieden behoeven
volgens EU-voorschriften niet op de bedrijven te worden afgemaakt.
Overgenomen varkens worden in het algemeen evenwel op de bedrijven
gedood. Kalveren worden in een aantal gevallen in een slachthuis
gedood.
Vraag 8:
Wanneer kunnen de ruimingen afgerond worden? Hoeveel bedrijven moeten
nu nog geruimd worden? Kunt u een overzicht geven van het aantal
bedrijven dat als 'verdacht' wordt aangemerkt? Waar zijn deze
bedrijven gesitueerd? Wanneer worden de resultaten van de onderzoeken
op deze bedrijven verwacht?
Antwoord:
Naar verwachting worden de ruimingen eind mei afgerond. Daarbij dient
wel te worden opgemerkt dat dit afhangt van de medewerking van de
betrokken agrariërs, eventuele rechtszaken of andere bronnen van
vertraging. Na 11 mei zullen nog ongeveer 1400 bedrijven moeten worden
geruimd. Het aantal verdachte bedrijven varieert. Soms wordt deze
verdenking al binnen een paar uur ingetrokken, soms ook pas na
uitgebreid serologisch onderzoek. Op dit moment zijn twee bedrijven
verdacht. Eén in het toezichtsgebied Ee/Anjum en één in Gelderland. De
uitslag van deze twee verdenkingen zullen over ongeveer één week
bekend zijn. Geen van de bedrijven is ernstig verdacht.
Vraag 9:
Is het waar dat hobbyboeren die hun vee aangemeld hebben bij de
Gezondheidsdienst voor Dieren en gesitueerd zijn in gebieden waar
dieren geruimd moeten worden, in een aantal gevallen nog geen oproep
hebben gekregen tot ruiming? Is het waar dat bij aanmelding bij de
Gezondheidsdienst voor Dieren onafhankelijk van het aantal aangemelde
dieren er een bedrag van f 50 adminstratiekosten en een jaarlijks
bedrag van f 30 betaald moet worden (ook al gaat het bijvoorbeeld om
één geit)?
Antwoord:
Het is heel goed mogelijk dat hobbyboeren die zich hebben aangemeld
bij de Gezondheidsdienst voor Dieren in een aantal gevallen nog geen
oproep hebben gekregen tot ruiming. Sinds 1995 bestaat in ons land een
I&R-regeling voor kleine herkauwers, gebaseerd op een verordening van
het PVV. Op basis van die verordening moeten alle houders van kleine
herkauwers zich binnen drie weken nadat ze houder van kleine
herkauwers zijn geworden, melden bij de Gezondheidsdienst voor Dieren.
Sinds het begin van de uitbraak van MKZ in Nederland hebben zich
enkele duizenden nieuwe houders van kleine herkauwers gemeld. Dat
aantal stijgt nog steeds. De administratieve verwerking van deze
aanmeldingen vergt ongeveer drie weken. Dit kan ertoe leiden dat een
aantal dierhouders nog geen oproep voor ruiming hebben gehad.
Uitgangspunt van de PVV-verordening is dat de gemaakte kosten door de
bijdragen van de houders moeten worden opgebracht. Die bijdragen van
de houders bestaan uit twee gedeelten:
1. Een eenmalige bijdrage voor administratiekosten van f 50,- bij
eerste aanmelding;
2. Een jaarlijkse bijdrage; de hoogte van deze laatste bijdrage wordt
jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het PVV en door de
Gezondheidsdienst voor Dieren bij de houder in rekening gebrach
Vraag 10:
In het Algemeen Overleg van 8 mei gaf u aan een meldpunt voor het
melden van het gedrag van wild in te willen stellen. Op welke termijn
wilt u dit gaan doen? Hoe wordt het bestaan van het meldpunt bekend
gemaakt?
Antwoord:
Het meldpunt voor verdacht wild wordt per vrijdag 11-5-2001 ingesteld
bij het RCC- te Garderen.
Vraag 11:
Gaat u op grond van al gedane waarnemingen over kreupele reeën op een
uitgebreidere schaal bloedmonsters nemen en onderzoek uitvoeren? Bent
u van mening dat het gevaar dat het wild het MKZ-virus kan verspreiden
groot is omdat eventueel zieke reeën zich terugtrekken en dus moeilijk
te traceren zijn?
Antwoord:
Zoals eerder aangegeven in mijn brief aan de voorzitter van de Tweede
Kamer van 7 mei jl., zijn er op dit moment geen aanwijzingen dat reeën
een groot veterinair risico vormen voor de verspreiding van MKZ.
Desalniettemin zal, binnen de doelstellingen van het reguliere
populatiebeheer van reeën, het bloed van een aantal reebokken op MKZ
worden onderzocht.
Vraag 12:
Is het waar dat bijna alle Schoonebeker schapen ingeschreven staan in
het stamboek? Welk beleid zou u voeren als mocht blijken dat een
bepaald ras zeldzaam is en door ruiming ernstig bedreigd wordt? Is er
dan een uitzonderingsmogelijkheid om dat ras niet te ruimen?
Antwoord:
Niet alle schapen staan ingeschreven in het stamboek, maar alleen de
schapen, die voldoende scoren t.a.v. de stamboekkenmerken. De aanwas
wordt daarop geselecteerd. Omdat er geen gevaar bestaat voor het
voortbestaan voor de Schoonebeker schapen, was er geen grond om van
het ruimingsbeleid af te wijken.
Vraag 13:
Is het waar dat de Europese Unie binnenkort weer vlees uit Uruguay zal
importeren, ondanks het feit dat er sprake is van vaccinatie tegen MKZ
(tot eind mei zullen in Uruguay zo'n tien miljoen dieren worden geënt;
bron: Associated Press 8 mei 2001)?
Antwoord:
De Europese Commissie zal naar verwachting 30 dagen na het einde van
vaccinatie (22 juni 2001) de import van ontbeend en gerijpt vlees
afkomstig uit Uruguay weer toe te staan. Op dit moment wordt
besluitvorming hierover voorbereid.
Vraag 14:
Is het waar dat er op dit moment nog Argentijns vlees in de
Nederlandse supermarkten ligt? Zo ja, welk beleid geldt hiervoor?
Antwoord:
Het is mogelijk dat er nog Argentijns vlees in de schappen ligt van
supermarkten. Vóór 13 maart 2001 was de invoer van Argentijns vlees
toegestaan. Import van Argentijns vlees na deze datum is verboden.
Vraag 15:
Kunt u een overzicht geven van alle landen waar momenteel tegen MKZ
wordt gevaccineerd?
Antwoord:
Een overzicht van alle landen waar momenteel tegen MKZ wordt
gevaccineerd is niet voorhanden.
In de Europese Unie en de kandidaatlidstaten in Midden en Oost Europa
wordt niet preventief gevaccineerd tegen MKZ. Ditzelfde geldt voor
belangrijke exporteurs als de Verenigde Staten, Canada, Australië en
Nieuw Zeeland. Echter in de continenten Azië, Afrika en Zuid Amerika
komt MKZ endemisch voor. In die continenten wordt door veel landen
vaccinatie tegen MKZ toegepast.
Vraag 16:
Welke criteria gelden voor de taxatie van het vee dat geruimd moet
worden?
Zijn er maximale bedragen die toegekend mogen worden per taxatie?
Zijn de taxateurs medewerkers van de RVV of zijn ze onafhankelijk van
de RVV? Hoe waarborgt u de deskundigheid van de taxateurs? Wordt er
onderscheid gemaakt tussen taxatie van bijvoorbeeld stamboekschapen
(waar de ondernemer hogere kosten voor moet betalen) en andere
schapen? Gelden voor stamboekschapen en niet-stamboekschapen
verschillende taxatiebedragen?
Antwoord:
Voor elke in het draaiboek MKZ genoemde diercategorie zijn
richtprijzen vastgesteld die vermeerderd c.q. verminderd kunnen worden
bij afwijking van de vastgestelde basiskwaliteitsnormen. Zoals in de
Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren (GWWD) is voorgeschreven zijn
de taxateurs onafhankelijk en beëdigd. De deskundigheid van de
taxateurs wordt gewaarborgd door slechts beëdigde taxateurs in te
zetten. Voorts vindt bij de dagelijkse debriefing een controle plaats
op de juiste inhoud en volledigheid van de in ontvangst genomen
taxatieformulieren.
Bij taxatie van schapen wordt onderscheid gemaakt tussen
stamboekschapen en anderen schapen. Stamboekschapen worden hoger
getaxeerd dan niet- stamboekschapen.
Vraag 17:
Kan worden aangegeven wanneer boeren waarvan het vee is geruimd - na
eerder een voorschot te hebben ontvangen- het resterende bedrag kunnen
verwachten?
Antwoord:
Als terzake alle procedures zijn afgewerkt, zoals bijvoorbeeld
hertaxaties, kortingsprocedures, en het dossier derhalve compleet is,
kan de eindbetaling plaatsvinden. Dit kan van geval tot geval
verschillen.
Vraag 18:
Wanneer wordt in de B/T gebieden het verrichten van veldwerkzaamheden
weer vrijgegeven?
Antwoord:
In de B/T gebieden wordt als het gaat om veldwerkzaamheden onderscheid
gemaakt tussen de geruimde/gevaccineerde bedrijven en de overige
bedrijven.
Voor de overige (dat wil zeggen niet-gevaccineerde en niet-besmette)
bedrijven geldt dat veldwerkzaamheden mogelijk zijn mits wordt voldaan
aan de voorwaarden voor bezoek aan deze bedrijven zoals vastgelegd in
de regeling verbodsbepaling aangewezen toezichtsgebieden mond en
klauwzeer 2001. Voor het vervoer van mest gelden aanvulende
voorwaarden.
Voor geruimde en gevaccineerde bedrijven geldt een strenger regime.
Deze bedrijven mogen sinds 10 mei onder voorwaarden
voorjaarswerkzaamheden op de kavels uitvoeren. De landbouwvoertuigen
mogen daarvoor het bedrijf verlaten. Het aanwenden van mest blijft nog
verboden!
De voorwaarden zijn:
* De ruiming van het bedrijf is afgerond; er zijn geen evenhoevige
dieren meer aanwezig.
* Bij het verlaten van het bedrijf dient reiniging en ontsmetting
plaats te vinden volgens een vatsgesteld protocol.
* Alleen lege voertuigen mogen over de openbare weg verplaatst
worden. Gras of andere producten die op de kavel worden gewonnen,
mogen niet over de openbare weg verplaatst/vervoerd worden, en
dienen dus op de kavel te blijven.
Vraag 19:
Welke risico's voor de volksgezondheid zijn er als MKZ bij mensen
wordt geconstateerd?
Antwoord:
Mond- en klauwzeer (MKZ) is ongevaarlijk voor de mens.
Vraag 20:
Hoe gaat u om met het MINAS-systeem in 2001? Is een versoepeling van
de regels denkbaar omdat er bijvoorbeeld door de MKZ extra voer is
aangevoerd op bedrijven en omdat dieren (veel) langer dan normaal op
het bedrijf zijn aangehouden.
Antwoord:
Momenteel inventariseer ik welke problemen er in het kader van MINAS
kunnen optreden ten gevolge van de MKZ-uitbraak. Daarnaast zal ik
hierover in overleg treden met de sector. De mate waarin eventuele
problemen zullen optreden zal overigens afhankelijk zijn van het
verdere verloop van de MKZ-crisis.
Mochten uit het de inventarisatie en het overleg reële knelpunten naar
voren komen, die redelijkerwijs niet binnen de huidige MINAS opgelost
kunnen worden, dan ben ik bereid te bezien welke aanpassingen
noodzakelijk zijn.
Vraag 21:
Bent U van mening dat een rentesubsidie op investeringen zoals U voor
stelt in het kader van een in te stellen noodfonds onvoldoende effect
zal hebben op het geven van toekomstperspectief aan geruimde bedrijven
en bedrijven in het MKB e.d.? Bent U van mening dat vervolgschade die
veroorzaakt wordt door overheidsmaatregelen vergoed zou moeten worden
uit bijvoorbeeld een Noodfonds?
Antwoord:
Een rentesubsidie op kapitaal ten behoeve van investeringen is een van
de modaliteiten die ik voor ogen heb. Het kan evenwel bijvoorbeeld ook
gaan om rentesubsidie voor overbruggingskrediet of voor werkkapitaal
voor bedrijven die getroffen zijn door de MKZ-crisis en daardoor in
een continuïteitsprobleem dreigen te komen. Een en ander is overigens
onder het voorbehoud, dat de EU met de modaliteiten akkoord gaat.
Zoals ik al eerder heb aangegeven ben ik niet van mening dat
vervolgschade vergoed zou moeten worden.
Vraag 22:
Bent u bereid om naast de bijdrage aan de solidariteitsregeling voor
de getroffen melkveehouders (de 40 cent regeling) ook voor andere
sectoren bij te dragen aan soortgelijke initiatieven? Kan een bijdrage
van u al voor het einde van het superheffingsjaar beschikbaar worden
gesteld zodat melkveehouders niet tot juni 2002 hoeven te wachten op
het geld?
Antwoord:
De 4-dubbeltjesregeling berust op een initiatief van de sector zelf.
De financiële verevening vindt in beginsel in de sector plaats.
Slechts voorzover dit laatste, vanwege het niet geheel volmelken van
het nationale quotum niet zal lukken, staat de rijksoverheid garant
voor een deel van het onbrekende bedrag. Pas na afloop van het
melkprijsjaar 2001/2002 kan de verevening plaatsvinden.
Van enig soortgelijk initiatief in andere sectoren is mij niets
bekend.