European Commission

IP/01/696

Brussel, 15 mei 2001

Commissie maakt formeel bezwaar tegen de associatie tussen Austrian Airlines en Lufthansa

De Europese Commissie heeft Austrian Airlines (AuA) en de STAR-alliantiepartner Lufthansa een mededeling van punten van bezwaar toegezonden waarbij zij formeel worden gewaarschuwd dat, bij de huidige stand van zaken, hun samenwerkingsovereenkomst de concurrentie op een groot aantal routes tussen Oostenrijk en Duitsland zou elimineren. De Commissie vreest dat deze overeenkomst ertoe zal leiden dat de reizigers op vluchten tussen die twee landen geen keuze tussen luchtvaartmaatschappijen meer zullen hebben en dat een prijsstijging te verwachten is.

De twee luchtvaartmaatschappijen hebben twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren. Indien zij niet tegemoetkomen aan deze bezwaren of geen overtuigende argumenten aanvoeren zal de Commissie geen goedkeuring kunnen geven.

Verzoek van de maatschappijen om goedkeuring

In december 1999 meldden AuA en Lufthansa een
samenwerkingsovereenkomst bij de Commissie aan en verzochten zij om vrijstelling op grond van de Europese mededingingsregels. Voor AuA is deze samenwerkingsovereenkomst erop gericht deel te nemen aan de STAR-alliantie. De partijen willen een duurzame alliantie tot stand brengen door een geïntegreerd luchtverkeersysteem te creëren dat gebaseerd is op een nauwe samenwerking bij hun commerciële, marketing- en operationele activiteiten.

De netwerkovereenkomst omvat het passagiersvervoer, het onderhoud, de luchthavenfaciliteiten en gronddiensten. De partijen zijn overeengekomen de tarieven en dienstregelingen voor de vluchten over de gehele wereld te coördineren. De
wereldwijde-samenwerkingsovereenkomst omvat eveneens de wederzijdse toegang tot de 'frequent-flyer credits', code sharing, de harmonisatie van de service-niveaus en de integratie van de gegevensverwerking. De integratie van het bilaterale verkeer tussen Oostenrijk en Duitsland wordt uitgebouwd door de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming die de winsten en verliezen zal delen.

Geen concurrenten meer

Op vrijwel alle 33 directe routes tussen Oostenrijk en Duitsland hebben AuA en Lufthansa een gezamenlijk marktaandeel van 100% in het passagiersvervoer. Er bestaat slechts in beperkte mate concurrentie van andere vervoerwijzen, zoals het weg- en het spoorvervoer. Daarenboven verhinderen - niettegenstaande de liberalisering van de EU-luchtvervoersmarkt - hoge barrières, zoals het tekort aan slots op de grootste luchthavens, het hoge aantal vluchten van de partijen en de samenvoeging van de frequent-flyer-programma's, andere luchtvaartmaatschappijen tot de markt toe te treden.

Op 11 juli 2000 maakte de Commissie de wezenlijke bestanddelen van de samenwerkingsovereenkomst in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend, wat aanleiding gaf tot een groot aantal opmerkingen van concurrenten, klanten en reisbureaus.

De Commissie ontving ook talrijke klachten van personen en ondernemingen over de zeer hoge tarieven voor vluchten tussen Oostenrijk en Duitsland. Tevens kwam er een klacht van de Oostenrijkse toeristenindustrie dat de hoge tarieven op deze markt een negatieve invloed hebben op het toeristencentrum Wenen.

On 4 oktober 2000 stelde de Commissie de luchtvaartmaatschappijen bij "brief met ernstige twijfels" ervan in kennis dat zij geen vrijstelling op grond van de EU-mededingingsregels kon verlenen. Sedertdien hebben de maatschappijen samen met de diensten van de Commissie de mogelijkheid onderzocht om andere maatschappijen tot de markt te laten toetreden op routes tussen Oostenrijk en Duitsland. Tot dusver is nog geen bevredigende oplossing gevonden.

Daarom besloot de Commissie tot de volgende fase in haar onderzoek over te gaan en de maatschappijen een mededeling van punten van bezwaar toe te zenden. Hierin worden de partijen uitvoerig ingelicht over de bedenkingen van de Commissie. De ondernemingen hebben twee maanden de tijd om hierop te reageren. Intussen wordt het overleg tussen de diensten van de Commissie en de maatschappijen voortgezet om te komen tot corrigerende maatregelen die de mededingingsbezwaren kunnen wegnemen. Als geen corrigerende maatregelen worden gevonden zal de Commissie de samenwerkingsovereenkomst niet kunnen goedkeuren.

Daarnaast onderzoekt de Commissie nog steeds een overeenkomst tussen AuA en SAS waarover zij eveneens een brief met ernstige twijfels zond op hetzelfde tijdstip als aan AuA/Lufthansa (zie IP/00/1159).