European Commission

IP/01/694

Brussel, 15 mei 2001

Commissie is voorlopig van mening dat het overleg over vrachtvervoertarieven van de IATA in strijd is met de mededingingsregels

In een aan de internationale vereniging voor het luchtverkeer (IATA) gerichte mededeling van punten van bezwaar stelt de Europese Commissie zich voorlopig op het standpunt dat het overleg van de IATA inzake vrachtvervoertarieven de mededinging beperkt en niet langer onontbeerlijk is om de klanten efficiënte "interlining"-diensten binnen de EER aan te bieden.

De IATA heeft twee maanden gekregen om de Commissie schriftelijk te antwoorden, en zij kan ook om een mondelinge hoorzitting verzoeken.

Tot juni 1997 kwam het overleg over vrachtvervoertarieven in aanmerking voor een groepsvrijstelling krachtens Verordening nr. 1617/93 van de Commissie, waardoor de Europese
luchtvaartmaatschappijen feitelijk afspraken konden maken over de tarieven voor het vrachtvervoer.

Na de intrekking van de groepsvrijstelling door de Commissie meldde de IATA haar overlegsysteem betreffende de vrachtvervoertarieven aan krachtens Verordening nr. 3975/87 van de Raad en verzocht zij om een individuele vrijstelling. Het door de IATA aangemelde systeem is ongeveer hetzelfde als dat waarvoor de groepsvrijstelling werd ingetrokken.

Volgens de IATA vergemakkelijkt het tarievenconferentiesysteem de interlining van het vrachtvervoer. Interlining vindt plaats wanneer de vracht voor een gedeelte van of voor de volledige reis wordt vervoerd door een luchtvaartmaatschappij die verschillend is dan die welke het biljet verkocht. De vrachtvervoertarieven die worden vastgesteld door de tarievenconferenties worden dan gebruikt om de compensatie van de deelnemende vervoerder te berekenen.

De Commissie neemt voorlopig het standpunt in dat de conferenties van de IATA inzake de vrachtvervoertarieven de prijsconcurrentie beperken. De Commissie aanvaardt dat conferenties inzake vrachtvervoertarieven de totstandbrenging van een uitgebreid systeem van interlining binnen de EER vergemakkelijkt, maar zij is tot nog toe van mening dat de IATA nog niet heeft aangetoond dat dit beperkend systeem onontbeerlijk is om klanten binnen de EER efficiënte interliningdiensten aan te bieden. Het tarievenconferentiesysteem is namelijk 55 jaar oud en het dateert uit de tijd toen de luchtvervoermarkten strikt gereguleerd waren. De luchtvaartmaatschappijen in de Gemeenschap bouwen momenteel globale netwerken uit. Zij doen ook vaak aan interlining op basis van bilaterale overeenkomsten.

Overleg over passagiersvervoertarieven

In tegenstelling tot het vrachtvervoer geldt voor het overleg over passagiersvervoertarieven nog steeds de bovenvermelde groepsvrijstelling, die in juni 2001 moest verstrijken. De Commissie heeft voorgesteld om deze te verlengen tot 30 juni 2002. Onlangs werd een overlegdocument uitgebracht om de standpunten te horen over de vraag of het overleg over passagiersvervoertarieven in hun huidige vorm al dan niet voldoen aan de voorwaarden voor een verlenging van de vrijstelling.