NU'91

Rol verpleging in wetsvoorstel

NU91 heeft in samenwerking met de AVVV deelgenomen aan het debat over het wetsvoorstel euthanasie. Bijgaand de brief aan minister Borst met het verzoek om de rol van verpleegkundigen wettelijk te verankeren.

Het wetvoorstel is inmiddels aangenomen. De rol van verpleegkundigen bij euthanasie is niet in de wet vastgelegd. De resultaten van het onderzoek naar de rol van verpleegkundigen bij medische beslissingen rond het levenseinde worden eerst afgewacht. Het onderzoek, dat wordt uitgevoerd door het Instituut voor Gezondheidsethiek te Maastricht, is in januari van dit jaar gestart gegaan en zal ongeveer drie jaar duren.

Wel heeft minister Borst toegezegd dat een landelijk protocol ontwikkeld zal worden waarin de positie van verpleegkundigen nader geregeld wordt. Bij de ontwikkeling van dit protocol zal de verpleegkundige beroepsgroep worden betrokken.



Zeer geachte minister Borst,

Graag vragen wij uw aandacht voor het volgende.

In de week van 20 november 2000 vindt het plenaire debat plaats over het wetsvoorstel "Toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding". Tijdens dit debat zal de rol van de verpleging bij euthanasie en hulp bij zelfdoding nogmaals aan de orde komen. Daarom wendt de Algemene Vergadering van Verpleegkundigen en Verzorgenden (AVVV) zich nogmaals rechtstreeks tot u met het verzoek om de rol van de verpleegkundige in het huidige wetsvoorstel te regelen.

NU'91, lid van de koepelorganisatie AVVV en in het euthanasiedebat optredend namens de AVVV, heeft tijdens de hoorzitting over dit wetsvoorstel al benadrukt dat het zeer wenselijk en noodzakelijk is de rol van verpleegkundigen in de wet te verankeren. De regering heeft tot op dit moment geen aanleiding gezien om die rol op het niveau van de wet te regelen, waarbij verwezen wordt naar het komende onderzoek over de rol van verpleegkundigen bij medische beslissingen rondom het levenseinde. Echter, één van die medische beslissingen rondom het levenseinde staat nu ter discussie: de beslissing over het verzoek van de patiënt om euthanasie. In de visie van de verpleegkundige beroepsgroepen is dit bij uitstek het geschikte moment om de rol van de verpleging bij die beslissingen goed te regelen. Dit geldt in het bijzonder omdat het bij euthanaserende handelingen om, voor verpleegkundigen, strafbaar handelen gaat. De AVVV vindt het onverantwoord de huidige diffuse situatie waarin verpleegkundigen zich bevinden nog een aantal jaren te laten voortbestaan.

De rol dient in de wetgeving te worden vastgelegd omdat de verpleging in de praktijk wel degelijk bij euthanasie betrokken is. De verpleging speelt een cruciale rol in het stervensproces van de patiënt. In de laatste levensfase, wanneer genezing van de ernstig zieke patiënt niet meer mogelijk is, staat de verpleging en verzorging voorop. Inzichten om de rol van de verpleging op een verantwoorde manier vast te leggen zijn voldoende bekend.

../2..


- 2 -

Uitgangspunten voor de regeling kunnen onder meer worden ontleend aan de "Euthanasierichtlijnen arts-verpleegkundigen". Uitgangspunt van deze richtlijnen is dat arts en verpleegkundige samen verantwoordelijk zijn voor een goed stervensproces, inclusief voorbereiding en nazorg. In deze euthanasierichtlijnen wordt expliciet gesteld dat de verpleegkundige, als direct betrokkene bij euthanasie, inbreng hoort te hebben bij de besluitvorming over euthanasie.

Aspecten voor wettelijke regeling

De AVVV verzoekt u bij de wettelijke regeling de volgende voor verpleegkundigen belangrijke aspecten te betrekken:
* betrokkenheid bij besluitvorming over euthanasie;
* uitvoering van euthanasie;

* verslaglegging;

* verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid; gewetensbezwaren;
* deelname aan de regionale toetsingscommissies euthanasie.
Hieronder volgt een korte toelichting op deze aspecten.

Betrokkenheid bij besluitvorming over euthanasie

Een voor de verpleegkundige beroepsgroep bijzonder belangrijk thema is het overleg van de arts met de verpleegkundigen die direct betrokken zijn bij de zorg voor de patiënt met een euthanasieverzoek. De AVVV vindt dat het overleg met de verpleging aan de zorgvuldigheidseisen voor de arts moet worden toegevoegd. De waarde van de inbreng van verpleegkundigen bij de besluitvorming over verzoeken om euthanasie, wordt alom onderschreven. Door het overleg met de beroepsgroep verpleging wettelijk te verankeren, ontstaat een extra stimulans om die inbreng onder alle omstandigheden te realiseren en te honoreren. Dit is in het belang van de zorgverlening aan de patiënt, tevens wordt de arts in zijn afwegingen ondersteund. Niet in de laatste plaats stelt het verpleegkundigen in de gelegenheid om zelf te beoordelen of de euthanasie zorgvuldig is. Voordat verpleegkundigen hun medewerking verlenen aan euthanasie, willen zij geïnformeerd zijn over de zorgvuldigheid daarvan.

Uitvoering van euthanasie

De AVVV wil dat de regering erkent dat voorbereidinghandelingen voor euthanasie ook uitvoeringshandelingen zijn en dat de rol van de verpleging ook om die reden wettelijk goed geregeld moet zijn. Bij de beantwoording van de vragen tijdens het debat op 31 oktober gaat u op pagina 73 van kamerstuk 22 in op de handelingen die verpleegkundigen zouden mogen verrichten. U maakt daarbij een onderscheid tussen voorbereidingshandelingen en uitvoeringshandelingen dat theoretische gezien zeer wel mogelijk is, maar in de praktijk onhaalbaar is. U merkt daarover op: "Er is gesteld dat de arts ook al die handelingen zelf zou moeten doen. Ik wijs er dan op dat verpleegkundigen in die dingen oneindig handiger zijn dan artsen". Dit uitgangspunt komt de AVVV zeer pragmatisch over. De AVVV wil nogmaals benadrukken dat het niet gaat om de handeling sec, maar ook om de gevolgen. Dit is ook het uitgangpunt dat in het kader van de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst bij het vragen van toestemming in acht moet worden genomen.

../3..


- 3 -

Toestemming moet worden gevraagd voor een relatief eenvoudige handeling als een bloedprik voor een aidstest omdat de gevolgen zeer ingrijpend kunnen zijn. Niet in de laatste plaats kunnen bij ernstige delicten degene die voorbereidinghandelingen verrichten strafrechtelijk worden vervolgd.

Verslaglegging

De AVVV wil dat de verslaglegging wordt aangepast in die zin, dat verpleegkundigen het gedeelte van het verslag van het levensbeëindigend handelen dat op haar betrekking heeft, voor akkoord dient te laten ondertekenen, dan wel de verpleegkundige dient te verzoeken dat een eigen verslag wordt opgesteld dat aan het meldingsverslag wordt gehecht. De verpleegkundige beroepsgroep ontvangt signalen dat in het meldingsverslag namen van verpleegkundigen worden vermeld, zonder dat dit is gecommuniceerd met de betreffende verpleegkundigen. Verpleegkundigen mogen het meldingsverslag niet in zien om te beoordelen of hun opvatting correct is weergegeven. De huidige procedure voldoet dus niet aan de zorgvuldigheidseisen. Dit is niet in de laatste plaats van belang, omdat verpleegkundigen strafrechtelijk en tuchtrechtelijk aansprakelijk kunnen zijn.

Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

De AVVV verlangt van de minister meer helderheid over de verantwoordelijkheid, tuchtrechtelijke en strafrechtelijk aansprakelijkheid van verpleegkundigen. Veel kamervragen hierover zijn onbeantwoord gebleven. In de huidige regeling draagt de arts de verantwoordelijkheid over het gehele traject waarin wordt besloten om het verzoek om levensbeëindiging al of niet in te willigen. Blijft de verpleegkundige niet altijd verantwoordelijk voor het eigen handelen, ook bij de voorbereiding en uitvoering van een verzoek om actieve levensbeëindiging? Als bijvoorbeeld een arts niet wordt vervolgd, betekent dat dan dat de verpleegkundige eveneens niet wordt vervolgd? En wat betekent het voor de verpleegkundige die heeft meegewerkt aan euthanasie, wanneer achteraf blijkt dat deze niet zorgvuldig was?

Gewetensbezwaren

De AVVV vindt dat verpleegkundigen niet verplicht mogen worden mee te werken aan euthanasie en pleit ervoor de positie van verpleegkundigen te versterken. De AVVV onderschrijft daarom amendement 13, dat als volgt luidt "Niemand is verplicht levensbeëindiging toe te passen of hulp bij zelfdoding te verlenen, dan wel daaraan medewerking te verlenen".

Deelname aan de regionale toetsingscommissies euthanasie

De AVVV vindt dat verpleegkundigen zitting dienen te hebben in de regionale toetsingscommissies euthanasie. Opname in de regionale toetsingscommissies euthanasie ziet de AVVV als het sluitstuk van de regeling. De AVVV vindt dat de specifieke deskundigheid en ervaring van de verpleging van toegevoegde waarde zijn om tot een genuanceerd oordeel te komen.

Onderzoek

U geeft het komende onderzoek naar de rol van verpleegkundigen bij medische beslissingen rond het levenseinde op als reden om de rol van de verpleging niet in het huidige wetsvoorstel te regelen.

../4..


- 4 -

De beroepsgroep van de verpleging heeft echter nú behoefte aan een wettelijke regeling, het komende onderzoek zal drie jaar in beslag nemen. Voorts wijzen wij u erop dat het betreffende onderzoek breder van opzet is.

Het onderzoek richt zich op medische beslissingen rond het levenseinde. Het gaat dus in het onderzoek om zowel euthanaserende handelingen als levensbeëindigende handelingen niet zijnde euthanasie. Het oorspronkelijk verzoek van NU91 kwam voort uit de resultaten van het onderzoeksrapport "Euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde". Hoewel de rol van verpleegkundigen in het onderzoek niet centraal stond, bood het rapport de nodige aanwijzigingen over de betrokkenheid van de verpleging bij het proces van levensbeëindigend handelen. Met name de problematiek rondom pijn- en symptoombestrijding riep vraagtekens op. Uit bovengenoemd onderzoek is gebleken dat de grens tussen pijn- en symptoombestrijding en levensbeëindigend handelen niet zo scherp te trekken is. Formeel is pijn- en symptoombestrijding een normale medische handeling, met het verzachten van lijden als oogmerk. In 16 % van de gevallen houdt de arts er rekening mee dat de dood hiermee wordt bespoedigd. In bijna 3 % van de gevallen is de dood mede het doel. Een opmerkelijke resultaat van het onderzoek is dat lang niet altijd overleg plaatsvindt met de verpleegkundige. Helaas wordt in het rapport niet de vraag beantwoord wie in deze gevallen de medicatie toedient. Er van uit gaande dat de medicatie veelal door de verpleging wordt toegediend, kan dit betekenen dat ze in de praktijk toch wordt belast met de uitvoering van levensbeëindigend handelen. NU91 ontvangt van haar leden veel signalen waaruit blijkt zij opdrachten krijgen voor de toediening van pijnmedicatie, waarbij het doel van de behandeling onvoldoende duidelijk is. Daarom heeft NU91 in 1997 al gewezen op de noodzaak van een onderzoek over deze problematiek onder de verpleegkundige beroepsgroep.

Formalisering positie verpleging

Op pagina 77 van kamerstuk 22 gaat u in op het verzoek van de verpleegkundige beroepsgroep om de positie van de verpleging te formaliseren door deze in de wet vast te leggen. U staat afwijzend tegenover dit verzoek en formuleert dit als volgt: "De verpleegkundige heeft een inbreng in het besluitvormingsproces van de arts en moet er niet zelf een formele rol in willen. Dat geeft volgens mij meer ellende dan zegen". Vervolgens geeft u aan het komende onderzoek af te willen wachten. De AVVV wil nogmaals benadrukken dat verpleegkundigen weliswaar formeel geen positie hebben bij euthanasievraagstukken, maar feitelijk wel degelijk in die positie zitten. In de kamerstukken komt dit meerdere malen tot uitdrukking. De AVVV brengt in dit verband het rapport over taakverschuiving van arts naar verpleegkundige onder uw aandacht. Uit dit onderzoek is gebleken dat de verpleging in de praktijk veel taken van de arts overneemt. Veel van die taken zijn formeel niet toegestaan, maar in de praktijk gedoogd. Een situatie die door velen als zeer onwenselijk wordt beschouwd zoals uit vervolgonderzoek is gebleken. De AVVV verzoekt u, nu de mogelijkheid zich voordoet, om de rol van de verpleging bij euthanasie wettelijk te verankeren van deze gelegenheid gebruik te maken en de rol te formaliseren.

Advies van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg

Tot slot maar zeker niet in de laatste plaats wil de AVVV het advies van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) getiteld Ethiek met beleid onder de aandacht brengen, waarin het pleidooi van de verpleegkundige beroepsgroep voor een duidelijke (wettelijke) rol wordt ondersteund.

../5..


- 5 -

De RVZ zet in haar advies uiteen dat behandelingsvraagstukken de kern vormen van de ethische problematiek in de gezondheidszorg. Zij voegt daar het volgende aan toe: "De vraagstukken hebben in de artsenpraktijk traditioneel de meeste aandacht gekregen, maar die in de verpleging en verzorging zijn niet minder belangrijk". Dit laatste geldt ook voor de problematiek rondom euthanasie. Ook verpleegkundigen worden regelmatig geconfronteerd met verzoeken om euthanasie die hen in de praktijk voor ethische dilemmas stellen. Als het gaat om uitzichtloos, ondraaglijk lijden en geen alternatief meer zien is het ook niet langer een puur medische beslissing, maar een ethisch dilemma, waarbij de betrokkenheid van verpleegkundigen en verzorgenden cruciaal is. Dit geldt overigens niet alleen voor de intramurale, maar ook voor de extramurale sector.

Wij spreken de verwachting uit dat u het dringende verzoek van de verpleegkundige beroepsgroep ter harte neemt en ook de rol van de verpleging bij euthanasie in het huidige wetsvoorstel regelt.

Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

Hoogachtend,

mw. drs. M.M.A. von Bönninghausen dhr. P. Koopman,

tot Herikhave-Visser,
voorzitter AVVV

voorzitter NU91

c.c.

de heer mr. A.H. Korthals, minister van Justitie

mevrouw mr. W.J.C. Swildens-Rozendaal (PvdA)

de heer mr. O.P.G. Vos (VVD)

de heer mr. Boris O. Dittrich (D66)

mevrouw drs. C. Ross-van Dorp (CDA)

mevrouw mr. F. Halsema (GroenLinks)

mevrouw dr. A.C. Kant (SP)

de heer ir. B.J. van der Vlies (SGP)

Terug naar de NU'91 home page..

Terug naar actueel.