Wet Milieubeheer
Burgemeester en Wethouders van Hoogeveen, maken met inachtneming van
het bepaalde in artikel 3:44 van de Algemene Wet Bestuursrecht bekend,
dat zij op 7 mei 2001 vergunningen ingevolge de Wet Milieubeheer
hebben verleend naar aanleiding van de aanvragen van:
* De heer W. van Olst, voor het oprichten en in werking hebben van
een instrumentmakerij voor het vervaardigen van fijn mechanische
metalen en kunststofproducten, gelegen aan de Pascalstraat 2b te
Hoogeveen;
* Ziekenhuis Bethesda, voor het veranderen c.q. de verandering van
de werking van een zieken- en verpleeghuis, gelegen aan de Dr.
G.H. Amshoffweg 1 en 4 te Hoogeveen. De verandering heeft
betrekking op het vervangen en verplaatsen van een
noodstroomaggregaat met een nieuwe bovengrondse tank voor de
opslag van gasolie.
De vermelde besluiten zijn ten opzichte van de eerder ter inzage
gelegde ontwerpen niet gewijzigd.
Aan de besluiten zijn voorschriften verbonden ter bescherming van het
milieu.
De besluiten en andere op deze zaken betrekking hebbende stukken
liggen vanaf morgen, donderdag 17 mei 2001 tot en met donderdag 28
juni 2001 op werkdagen tijdens kantooruren ter inzage bij de sector
Milieu en Openbare Werken, afdeling Milieu-inspectie en -vergunningen,
Raadhuisplein 24 te Hoogeveen (compagnieshuis). Indien gewenst kan een
mondelinge toelichting op de stukken worden verkregen. Op verzoek
kunnen de stukken op dinsdagen ook buiten kantooruren worden ingezien.
De stukken zullen dan van 16.00 tot 19.00 uur ter inzage worden gelegd
in het gemeentehuis (bodekamer, Raadhuisplein).
Op grond van het bepaalde in de artikelen 20.1, lid 1, 20.6 en 20.7
van de Wet Milieubeheer en artikel 6:7 van de Algemene Wet
Bestuursrecht staat tot en met 28 juni 2001 beroep open bij de
afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State voor:
* Degenen die overeenkomstig de artikelen 3:24 of 3:25 van de
Algemene Wet Bestuursrecht schriftelijk dan wel mondeling
bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp-besluit.
* De adviseurs die overeenkomstig artikel 3:23 van de Algemene Wet
Bestuursrecht advies hebben uitgebracht over het ontwerp-besluit.
* Degenen die bedenkingen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen
het besluit ten opzichte van het ontwerp zijn aangebracht.
* Belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten
geen bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerp-besluit.
De besluiten worden na afloop van de beroepstermijn van kracht, tenzij
voor deze datum bij de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak
van de Raad van State een verzoek tot het treffen van een voorlopige
voorziening is gedaan.
Indien de besluiten tevens betrekking hebben op het oprichten of
veranderen van een inrichting, dat tevens is aan te merken als bouwen
in de zin van de Woningwet, dan worden de vergunningen ingevolge het
bepaalde in artikel 20.8 van de Wet Milieubeheer niet eerder van
kracht dan nadat de betrokken bouwvergunning is verleend.
Het beroepschrift en het eventueel in te dienen verzoek tot het
treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de
afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, respectievelijk
aan de voorzitter van deze afdeling, Postbus 20019, 2500 EA te
's-Gravenhage.