UNICEF

Onderzoek onder jeugd in Europa en Centraal-Azie

Datum uitgave: 15-05-2001

Nederlandse kinderen zijn gelukkig en goed geïnformeerd

Grootste opinieonderzoek ooit onder kinderen en jongeren in Europa en Centraal-Azie

Den Haag, 15 mei 2001 - Unicef presenteert woensdag de resultaten van het meest uitgebreide opinieonderzoek ooit uitgevoerd onder kinderen en jongeren in Europa en Centraal-Azie. De resultaten zijn representatief voor ruim 93 miljoen kinderen uit 35 landen. Kinderen en jongeren van 9 tot 17 jaar oud geven hun mening over geluk, kinderrechten, veiligheid, politiek en de toekomst. Zestig procent van de kinderen zegt thuis geweld of agressief gedrag (schreeuwen en slaan) mee te maken; bijna de helft van alle ondervraagden ontbeert informatie over Hiv/Aids. De Nederlandse kinderen en jongeren zijn over het algemeen gelukkig en hebben een goede relatie met hun ouders. De resultaten van dit onderzoek worden in september meegenomen naar de komende Wereldtop voor Kinderen in New York.

Kinderen en jongeren in Europa en Centraal-Azie maken zich het meest zorgen over problemen binnen de eigen familie. Zes van de tien kinderen maakt thuis soms agressief gedrag mee; 11 procent daarvan zegt dat dit vaak gebeurt. Eén op de zes kinderen voelt zich op straat in de eigen omgeving onveilig; dit is met name het geval onder kinderen in Oost-Europa en Centraal-Azie. Maar liefst 23% van de kinderen en jongeren in het voormalige Oostblok en Centraal-Azie zegt te willen emigreren als ze volwassen zijn, voornamelijk naar West-Europa of Noord-Amerika.
Toch geven de meeste kinderen aan dat ze zich gelukkig voelen: tweederde van de ondervraagden is meestal gelukkig. De meesten geloven dat hun leven beter zal zijn dan dat van hun ouders. Wat betreft kinderrechten, geeft een kwart van alle ondervraagden aan dat zij vinden dat ze een recht op liefde hebben; een recht dat in nog geen enkel verdrag is opgenomen.

Nederland
Uit een eerste, voorlopige analyse blijkt dat kinderen en jongeren in Nederland over het algemeen gelukkig zijn (83%). Ze hebben een goede relatie met hun ouders; 78% van de kinderen mag meepraten over beslissingen die hen aangaan. Gevraagd naar de belangrijkste waarden die ze meekrijgen in hun opvoeding, geeft 73% van de Nederlandse kinderen aan dat hun ouders vooral respect voor anderen willen bijbrengen. Ze voelen zich veilig in de eigen omgeving (88%) en de meerderheid heeft veel of behoorlijk wat informatie over Hiv/Aids, seksuele relaties en kinderrechten.

School is voor 46% van de kinderen de voornaamste bron van stress en verdriet, samen met problemen binnen het gezin (35%). Bijna de helft van de ondervraagden zegt dat kinderen met een handicap, kinderen van andere culturen en kinderen van armere gezinnen, volgens hen onrechtvaardig worden behandeld in Nederland (deze groepen zijn aan hen voorgelegd, het betreft geen spontane antwoorden). 69% Van de kinderen zegt thuis wel eens agressief gedrag mee te maken, waarbij in 22% van de gevallen iemand binnen het eigen gezin wordt geslagen. Bijna de helft van alle ondervraagden zegt dat (lokale) politici totaal niet of niet voldoende naar hen luisteren, met name niet over activiteiten in hun vrije tijd.
Zangers en zangeressen vormen de belangrijkste rolmodellen: 35% van de Nederlandse kinderen en jongeren tussen de 9 en 17 jaar noemt hen als meest geliefde persoon of personen, en 17% noemt hierbij een topsporter. Jongeren willen later het liefst werken in de medische sector (17%), in de wetenschap- of onderzoeksector (11%); in het bedrijfsleven (10%) of het onderwijs (7%).

Wereldtop voor Kinderen
Van 19 tot 21 september vindt in New York een Wereldtop voor Kinderen plaats, waarbij regeringsleiders uit de hele wereld de leefsituatie van kinderen en jongeren bespreken. Op de agenda staat een ambitieus actieplan dat moet garanderen dat kinderen krijgen waar ze recht op hebben: zorg, bescherming, onderwijs, kansen op ontplooiing en respect voor hun mening. De resultaten van het opinieonderzoek dienen als basisinformatie voor beleidsmakers en politici.

In Nederland zijn 400 kinderen en jongeren geënquêteerd; zij vormen een representatieve groep voor alle kinderen en jongeren. Het totale opinieonderzoek in 35 landen is gebaseerd op face to face-interviews met ruim 15.000 kinderen tussen de 9 en 17 jaar. In West-Europa hebben kinderen en jongeren in onder meer Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië en Engeland meegewerkt; in Oost-Europa en Centraal-Azie onder meer kinderen en jongeren uit Rusland, Oekraïne, de Baltische staten, Georgië, Polen, Hongarije, Albanië en Roemenië. De resultaten van het onderzoek worden woensdag in Berlijn gepresenteerd op een conferentie over kinderen in Europa en Centraal Azië, georganiseerd door de Duitse regering, de regering van Bosnië-Herzegovina en Unicef.


* * * * *