International Bottom Trawl Survey 2001

Goede vangsten van jonge haring en wijting; vrijwel geen jonge kabeljauw

Van eind januari tot begin maart hebben 7 onderzoekingsvaartuigen de jaarlijkse bestandsopname van jonge haring en rondvis uitgevoerd. Voor Nederland heeft de Tridens gedurende vijf weken aan het onderzoek deelgenomen. De Franse Thalassa was in februari uitgeschakeld door problemen met een van de motoren. De Cirolana uit Engeland heeft het gebied van de Thalassa overgenomen. De Cirolana is zelfs in het NOS-journaal te zien geweest, toen het schip, dat met toestemming viste in het gesloten gebied, bezoek kreeg van de Nederlandse AID.

Door alle schepen samen zijn er een kleine 400 trekken van een half uur gedaan met een standaard bodemtrawl met hoge verticale netopening (5 meter). Deze trekken waren verspreid over 173 ICES kwadranten in de Noordzee, het Skagerrak en het Kattegat. 's Nachts werd er gevist met een plankton-net om haringlarven te bemonsteren van jaarklas 2000. In totaal zijn er bijna 500 plankton-trekken gedaan.

De eerste resultaten van het onderzoek zijn al op zee uitgewisseld. Daarbij gaan we er van uit dat bijvoorbeeld alle kabeljauw kleiner dan 25 cm geboren is in 2000. Later worden op het laboratorium de otolieten of gehoorsteentjes afgelezen om een preciezere index van de jaarklassterkte te kunnen berekenen.

Vangsten van 1 jaar oude vis tijdens de International Bottom Trawl Survey in het eerste kwartaal van 2001.
Uitgezet is de gemiddelde vangst per visuur.

wpe4.jpg (47558 bytes)

wpe5.jpg (8571 bytes)

In bovenstaand figuur zijn de vangsten van jonge vis sinds 1977 uitgezet voor de belangrijkste soorten. De aantallen zijn gebaseerd op het gemiddelde aantal vis dat per uur is gevangen in het belangrijkste verspreidingsgebied van iedere soort. De vangsten van kabeljauw, kever en makreel waren beneden het gemiddelde van de afgelopen 23 jaar. Van de andere soorten werd meer gevangen dan het lange termijn gemiddelde.

De sterke jaarklas van haring die we vorig jaar februari vingen (jaarklas 1998) blijkt sindsdien ook in andere surveys goed te zijn gevangen. Verwacht wordt, dat deze jaarklas een flinke bijdrage zal kunnen leveren aan het verdere herstel van de haringstand.

De voorlopige schatting van 1-jaar oude kabeljauw (jaarklas 2000) is opnieuw erg laag, en is mogelijk nog aan de optimistische kant. Uit een eerste onderzoek van otolieten die door de Schotten zijn verzameld, blijkt dat een deel van de vissen kleiner dan 25 cm niet zoals gebruikelijk één jaar oud waren, maar twee jaar. Afgezien van het feit dat we waarschijnlijk te maken hebben met vier zwakke kabeljauw jaarklassen achter elkaar, groeit de jaarklas die twee jaar terug is geboren blijkbaar veel langzamer dan we bij kabeljauw gewend zijn. Een snel herstel van het kabeljauw bestand is op grond van deze informatie helaas niet te verwachten.

Henk Heessen

RIVO, IJmuiden

© RIVO, last update 11 May 2001 Wageningen UR