1
BEDRIJFSRESULTAAT VAN DE KLM VERDRIEVOUDIGT NAGENOEG TOT
EUR 277 MILJOEN; NETTORESULTAAT IS GESTEGEN TOT EUR 77 MILJOEN,
DIVIDEND VOORSTEL VAN EUR 0,60 PER AANDEEL
RESULTATEN OVER BOEKJAAR 2000/01
KLM maakt een nettoresultaat bekend van EUR 77 miljoen ofwel
EUR 1,61 per aandeel. Ten opzichte van vorig boekjaar is dit een groei
van EUR 74 miljoen (exclusief buitengewone resultaten). Het
bedrijfsresultaat verbeterde met EUR 182 miljoen ten opzichte van vorig
jaar en is bijna verdrievoudigd tot EUR 277 miljoen. Het rendement op
het werkzaam vermogen verbeterde van 3,0% tot 5,7%.
"Een belangrijke kracht achter deze ontwikkeling was de verbetering van
de inkomsten bij een gelijkblijvende capaciteit. Zeer bemoedigend was
onze succesvolle kostenbeheersing. Ieder kwartaal is het ons gelukt de
kosten per eenheid (exclusief brandstofprijs- en wissel-koerseffecten)
beneden het niveau van vorig jaar te brengen, een bewijs van de
succesvolle implementatie van het kostenreductieprogramma Baseline"
aldus Leo van Wijk, president-directeur van KLM.
"Bovendien zijn wij succesvol geweest in het verbeteren van de gemiddelde opbrengst per tonkilometer vervoer. Dit kan worden toegeschreven aan de invoering van een gerichte netwerkstrategie en een weloverwogen beperkte capaciteitsgroei, gecombineerd met "strak" revenue management en significante investeringen in productverbetering gedurende het jaar". Voorts zei hij: "Hoewel de gevolgen van de huidige economische teruggang merkbaar zijn, getuige de afname van de groei van de inkomsten in het vierde kwartaal, zijn wij er toch in geslaagd in het vierde kwartaal een verbetering te tonen van de resultaten".
"Met name in het licht van de uitdagende doelen die wij onszelf hebben
gesteld en de aanhoudend hoge brandstofkosten, ben ik zeer verheugd
dat wij financiële resultaten hebben behaald die de verwachtingen
OPERATIONELE RESULTATEN OVER BOEKJAAR 2000/01
De bedrijfsinkomsten zijn in het boekjaar 2000/01 met 11%, ofwel
EUR 664 miljoen, toegenomen, hetgeen de sterke performance van zowel
Passage als Vracht weerspiegelt. Ondanks een beperking van de
capaciteitsgroei (Passage -1%, Vracht + 2%), groeiden de
vervoersinkomsten van zowel de Passage als de Vracht divisie "doubledigit".
Een gezonde vervoersvraag leidde tot EUR 104 miljoen hogere
bedrijfsinkomsten. In het licht van gelijkblijvende capaciteit, maakte
de sterke vraag het mogelijk de gemiddelde opbrengst per tonkilometer
vervoer te verhogen door "strak" revenue management. Daarbij is het ons
gelukt om het aantal Business Class passagiers te verhogen door
substantiële productverbeteringen. Voorts hebben wij ons aanbod van
"tijdssensitieve" producten vergroot waarmee het hoog renderende
vrachtvervoer is toegenomen. De gemiddelde opbrengst per tonkilometer
vervoer werd aldus de belangrijkste drijfveer van de inkomstenstijging
(EUR 224 miljoen, exclusief wisselkoerseffecten).
2
De bedrijfslasten, exclusief brandstofkosten, stegen slechts 2% mede
als gevolg van de succesvolle implementatie van het
kostenreductieprogramma Baseline. De bedrijfslasten, inclusief
brandstofkosten, namen toe met 8%. De totale brandstofkosten, welke 16%
uitmaken van de totale bedrijfslasten, stegen 60%, ofwel
EUR 389 miljoen als gevolg van substantieel hogere brandstofprijzen en
een hogere dollarkoers.
De gemiddelde opbrengst per tonkilometer productie (KLM
vennootschappelijk) steeg met 12%. Exclusief koerseffecten bedroeg deze
stijging 7%. De beïnvloedbare kosten per tonkilometer productie
(exclusief koers- en brandstofprijseffecten) daalden met 2%. De kosten
per tonkilometer productie, inclusief koers- en brandstofprijseffecten,
stegen met 8%, hetgeen nog steeds vier procentpunten lager is dan de
groei van de gemiddelde opbrengst per tonkilometer productie.
FINANCIELE ITEMS EN BELASTINGEN
De financiële baten en lasten lieten een stijging zien van
EUR 26 miljoen als gevolg van een toename van de financiële
leaseverplichtingen en een stijging van de rentelasten als gevolg van
hogere rentepercentages. Het resultaat op de verkoop van activa heeft
grotendeels betrekking op de verkoop van vloot. Het resultaat
deelnemingen is significant lager dan vorig jaar. Dit is voornamelijk
veroorzaakt door de tegenvallende resultaten van Martinair. Het
effectieve belastingtarief (49%) is hoger dan het nominale
belastingtarief (35%), hetgeen hoofdzakelijk een gevolg is van nietcompensabele
verliezen van KLMuk, voortvloeiende uit de verliesgevende
buzz-operatie.
FINANCIELE POSITIE
De reeds sterke financiële positie is in dit boekjaar verder verbeterd.
Het rendement op het werkzame vermogen steeg van 3,0% naar 5,7%.
Per 31 maart 2001 bedroeg het percentage dat de netto rentedragende
schulden uitdrukt ten opzichte van het groepsvermogen 104. Gezien de
ruime liquiditeitspositie en de omvang van onbezwaarde activa, is
besloten om de USD 700 miljoen 'stand-by'-kredietfaciliteit, niet te
verlengen. Bovendien werden schulden afgelost voor een totaal bedrag
van EUR 523 miljoen. Voorts werd de US-dollar perpetual
(USD 400 miljoen) afgelost. Deze aflossing heeft geen invloed gehad op
de liquiditeitspositie. Het aandeel van de financiële
leaseverplichtingen binnen de totale schuldpositie is toegenomen. De
toename van deze relatief goedkope financieringsvorm resulteerde in
lagere vermogenskosten. Per saldo nam de liquiditeitspositie toe. De
liquide middelen bedroegen per 31 maart 2001 EUR 845 miljoen, ofwel 16%
meer dan vorig jaar. De rentedekkingsratio verbeterde sterk van 1,3 per
31 maart 2000 tot 2,1 per 31 maart 2001.
OPERATIONELE INTEGRITEIT
Gedurende dit jaar hebben wij, zonder daarop invloed te hebben, te maken gehad met verschillende ontwikkelingen die onze bedrijfsvoering negatief hebben beïnvloed. Zeer verontrustend was de situatie rond de bagageafhandeling op Schiphol, die door onvoldoende capaciteit niet alleen leidde tot veel kwaliteitsverlies en hoge kosten, maar ook tot imagoverlies van KLM. Ook de sluiting van bepaalde start- en landingsbanen in de periode van 15 september tot en met 31 oktober 2000 had voor KLM nadelige gevolgen. Ondanks de problemen op gebied van congestie in het luchtruim, is het KLM gelukt om de hoogste aankomstpunctionaliteit op haar thuishaven te realiseren in vergelijking met andere belangrijke europese luchtvaartmaatschappijen.
STRATEGISCHE ONTWIKKELINGEN
Het boekjaar 2000/01 was een zeer bijzonder jaar. De beëindiging en
ontvlechting van de op een joint venture gebaseerde alliantie met
Alitalia, de daaropvolgende fusiebesprekingen met British Airways en de
introductie van het kostenreductieprogramma Baseline, hebben geleid tot
moeilijke omstandigheden gedurende het boekjaar. Het tekent de
veerkracht van de KLM-organisatie dat wij onze ogen altijd op "de bal
hebben gehouden" en wij tegelijkertijd een sterke verbetering in onze
financiële performance hebben gerealiseerd.
Wij hebben gedurende het boekjaar verder geïnvesteerd in onze
producten. Zo zijn er 14 nieuwe vliegtuigen aangekocht ter vervanging
van oudere toestellen. Deze vervanging resulteerde in lagere kosten en
een geringere milieubelasting. In de intercontinentale Economy Class
hebben wij nieuwe stoelen geïntroduceerd en in samenwerking met onze
partner Northwest Airlines hebben wij de 60 inch stoelafstand ingevoerd
in de World Business Class op de 747 en MD11 vloot. Daarmee zijn wij de
eerste alliantie die gezamenlijk een productverbeteringsprogramma heeft
uitgevoerd van een dergelijk grote omvang. Deze productverbetering
heeft onze positie in de groep van toonaangevende
luchtvaartmaatschappijen verstevigd.
Gedurende het jaar, hebben wij de onderhandelingen met United
Technologies Corporation (UTC) voortgezet inzake de voorgenomen
oprichting van een joint venture voor vliegtuigonderhoud. Een joint
venture die zich richt op het in stand houden van een wereldwijd
netwerk voor "nose-to-tail" onderhoud, alsmede onderhoud van motoren en
componenten, blijft het uitgangspunt voor beide partijen.
RESULTATEN VIERDE KWARTAAL BOEKJAAR 2000/01
Gedurende het vierde kwartaal ontkwam KLM niet aan de negatieve
gevolgen van een verslechterende wereldeconomie. Het bedrijfsresultaat
in het vierde kwartaal steeg slechts EUR 12 miljoen ten opzichte van
vorig jaar. De bedrijfsinkomsten stegen met 4%, bij een stijging van
het aantal tonkilometers vervoer met 1%. Exclusief brandstofkosten
bleven de bedrijfslasten op een gelijk niveau, geheel in lijn met de
capaciteitsontwikkeling. Inclusief brandstofkosten stegen de
bedrijfslasten met 3%. De gemiddelde opbrengsten per tonkilometer
productie stegen met 4%, terwijl de beïnvloedbare kosten per
tonkilometer productie met 1% daalden.
VOORUITZICHTEN
In de laatste maand van het vierde kwartaal zijn voor KLM de eerste
signalen voelbaar geworden van een economische groeivertraging. Er
bestaat onzekerheid over de wereldwijde economische vooruitzichten.
Voorts bevinden de brandstofkosten zich nog steeds op een hoog niveau.
Mede tegen deze achtergrond, zal KLM vasthouden aan een beperkte
capaciteitsgroei en zich blijven richten op kostenbeheersing om de
negatieve gevolgen van de economische groeivertraging het hoofd te
kunnen bieden. Zoals wij met name in de afgelopen jaren hebben bewezen,
bezit KLM de flexibiliteit en veerkracht om condities te creëren die
noodzakelijk zijn voor het behalen van duurzame winstgevendheid, los
van cyclische marktbewegingen.
Amstelveen, 17 mei 2001 De Directie
Noot ten behoeve van redacteuren: financiële en statistische gegevens kunnen worden
gevonden op