Persbericht Min van OCW
N.a.v. oordeel Commissie Gelijke Behandeling over salarissen van
leraren in het voortgezet onderwijs die na 1985 in dienst gekomen zijn
Overleg met sociale partners over inschaling en kortere carrièrelijnen
Het Kabinet volgt het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling op
het punt van de individuele toetsing bij de inschaling aan het begin
van het dienstverband en de doorwerking daarvan tijdens de
onderwijsloopbaan. De juridische analyse van de Commissie op het punt
van de HOS-garanties onderschrijft het Kabinet niet. Minister Hermans
heeft de Tweede Kamer vandaag gemeld dat hij in overleg met de sociale
partners zal bekijken hoe een en ander uitgewerkt kan worden binnen de
voorstellen van de commissie-Van Rijn. In het kader van de
Voorjaarsnota is hiervoor extra geld beschikbaar. De nieuwe afspraken
zullen niet alleen voor het voortgezet onderwijs gelden maar ook voor
het primair onderwijs, het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.
Minister Hermans wil daarmee ook de beloning van jongere leraren
verbeteren. Hij vindt het carrièreperspectief van jongere leraren te
beperkt door de lange carrièrepatronen en de geringe mogelijkheden
voor belonings- en functiedifferentiatie. Samen met de sociale
partners wil hij daar verbetering in brengen.
In januari van dit jaar oordeelde de Commissie Gelijke Behandeling dat
de minister van OCenW vanuit zijn medeverantwoordelijkheid voor de
salarisvoorschriften in het voortgezet onderwijs een verboden indirect
onderscheid naar geslacht maakt. Onbetaalde werkervaring wordt bij
(her)indiensttreding onvoldoende gewaardeerd en de salarisschalen zijn
zo lang dat de beloningsachterstand die daardoor ontstaat nauwelijks
kan worden ingelopen. Voor de in 1985 gegeven HOS-garanties oordeelde
de Commissie dat er sprake zou zijn van indirect onderscheid op grond
van geslacht, nu er aanzienlijk meer mannen dan vrouwen profijt
blijken te hebben van deze garanties.
HOS staat voor Herziening Onderwijs Salarisstructuur. In 1985 werd het
oude salarissysteem dat nog was gebaseerd op leeftijd en aktebezit
vervangen door een systeem op basis van functie en ervaring. Hierover
was een akkoord gesloten met de sociale partners. Grof gesteld
betekende de HOS voor de meeste leraren een verlaging van het
startsalaris. Sommige leraren gingen er wat hun maximumsalaris betreft
op vooruit, anderen op achteruit. Zittende leraren kregen de garantie
dat zij uitzicht hielden op het salaris dat zij over 15 jaar onder het
oude systeem gehad zouden hebben. Vanaf de jaren negentig zijn er
verschillende maatregelen genomen om juist de salarispositie van
beginnende leraren te verbeteren.