HBO-Raad

Persberichten

17-05-2001

Visitatie HBO-Verpleegkunde

De opleidingen HBO-Verpleegkunde slagen er goed in studenten op te leiden voor het hoogste niveau verpleegkunde in Nederland (niveau vijf). De HBO-raad is verheugd dat hiermee blijkt dat de opleidingen goed uitvoering weten te geven aan het rapport Gekwalificeerd voor de toekomst dat in 1996 verscheen. Het rapport onderscheidt vijf niveaus binnen het beroep van verpleegkundige. Op het hoogste niveau, waarvoor hboers worden opgeleid, gaat het onder meer om leidinggevende functies en het verrichten van specialistische handelingen.

Bij het in ontvangst nemen van het visitatierapport sprak HBO-raad voorzitter, prof. dr. F. Leijnse zijn waardering uit voor het positieve beeld dat de opleidingen hebben weten neer te zetten. In zijn speech sprak de heer Leijnse echter ook zijn zorg uit over de mate waarin niveau vijf in de praktijk vorm krijgt. Het visitatierapport signaleert dat stages en praktijkplaatsen voor afgestudeerden niet altijd werk van voldoende niveau bieden. Betere afstemming met de praktijk is voor de opleidingen dan ook geboden. In dit verband ging de heer Leijnse in op de verbetering van de aansluiting tussen verpleegkundige en medische functies. Nu is het nog zo dat er een gat gaapt tussen artsen en verpleegkundigen. Maar door substitutie en een andere taakverdeling groeit er steeds meer een samenhang tussen verpleegkundige en medische functies.

Uit nieuwe, nog niet eerder gepubliceerde, cijfers blijkt dat het aantal nieuwe studenten dat in het lopende studiejaar met de studie HBO-V begon met 16% is gedaald. Het jaar daarvoor daalde de instroom nog met 1%. Deze cijfers zijn zorgwekkend vanwege de grote tekorten aan verpleegkundigen op de arbeidsmarkt. Zorgwekkend is de daling des te meer omdat in dezelfde periode het aantal studenten in het totale hbo aanzienlijk is toegenomen. De heer Leijnse zei in dit verband het een probleem te vinden dat de lage instroom niet strookt met het oordeel van de visitatiecommissie dat de opleidingen en de afgestuurde verpleegkundigen het prima doen.

EINDE PERSBERICHT