Ministerie van Financien

Titel: Begrotingsprocedure



De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

18 mei 2001

BZ 2001-0715 M

Onderwerp

Begrotingsprocedure

Met deze brief wil ik antwoord geven op uw vraag of het kabinet aan het verzoek van de heer Rosenmöller inzake het opnemen van een doorkijk naar 2002 in de Voorjaarsnota, kan voldoen.

Over de besluitvorming van het kabinet met betrekking tot het uitvoeringsjaar van de begroting inclusief de daaraan gekoppelde meerjarige doorwerking wordt het parlement, conform de Comptabiliteitswet, geïnformeerd in de Voorjaarsnota. De besluitvorming behelst een pakket aan uitgavenintensiveringen van circa 6,7 miljard in 2001. De Voorjaarsnota 2001 waarin deze besluitvorming nader wordt toegelicht heeft u inmiddels ontvangen. Daarin wordt tevens in een uitgebreide bijlage (de zogenaamde Verticale Toelichting) aangegeven in hoeverre deze wijzigingen leiden tot aanpassing van de meerjarenramingen.

Om op hoofdlijnen de voorgestelde maatregelen in meerjarig perspectief te kunnen beoordelen is in de Voorjaarsnota 2001 met betrekking tot de aanpak van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector een indicatie gegeven van de oploop van de intensiveringen tot een totaalbedrag van circa 3½ à 4 miljard structureel (2001 circa 2,1 miljard). Bij de ruimtevergrotende bijstellingen is vermeld dat door het grotendeels bestemmen van de inkomstenmeevallers voor het verlagen van de schuld, de rentemeevaller in latere jaren verder oploopt.

De besluitvorming die jaarlijks in het voorjaar binnen het kabinet plaatsvindt over de begroting van het volgend jaar is naar haar aard nog op hoofdlijnen en zal in de zomermaanden nader worden uitgewerkt. Deze besluitvorming krijgt vervolgens haar beslag in de Miljoenennota en de daarbij behorende begroting die op Prinsjesdag aan uw Kamer worden aangeboden. Op zijn persconferentie na afloop van de ministerraad van 27 april heeft de minister-president zich dan ook tot de hoofdlijnen beperkt. Aangegeven is dat voor 2002 besloten is tot een uitgavenimpuls van circa 7,9 miljard, waarvan circa 3,1 miljard voor Zorg, circa 2,1 miljard voor Onderwijs en circa 1,3 miljard voor Veiligheid. Tevens is er melding van gemaakt dat de aanpak van arbeidsmarktknelpunten in delen van de collectieve sector hoofdprioriteit van beleid is.

Aan een verder verzoek om informatie over de begroting 2002 kan ik, gezien het bovenstaande, op dit moment niet voldoen.

DE MINISTER VAN FINANCIËN,