17 mei 2001
Patiënten met kanker willen meer steun van verpleegkundigen
Direct na de diagnose kanker hebben veel mensen last van psychosociale
problemen. Wanneer deze mensen voor medische behandeling opgenomen
worden in het ziekenhuis blijkt goede communicatie heel belangrijk te
zijn. Helaas is het zo dat verpleegkundigen juist vooral aandacht
besteden aan de medische aspecten van de ziekte en veel minder aan wat
mensen voelen en ervaren. Dit terwijl de meeste patiënten met kanker
hier wel mee zitten.
Irma Kruijver onderzocht de communicatie tussen verpleegkundigen en
mensen met kanker. Ze bestudeerde 53 verpleegkundigen in 3 Nederlandse
ziekenhuizen. Deze verpleegkundigen volgden een communicatie-training
die speciaal gericht was op het vergroten van de communicatieve
vaardigheden tijdens de interactie met kankerpatiënten. Ze keek hoe de
verpleegkundigen communiceerden voordat ze de training kregen en na
afloop van de training. In totaal werden 265 gesprekken van
verpleegkundigen met opgenomen patiënten met kanker op video
vastgelegd en geanalyseerd. Het onderzoek is uitgevoerd op het Nivel
(het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg). Door
het Nivel wordt meer onderzoek gedaan op het terrein van communicatie
tussen verpleegkundigen, artsen en patiënten .
In de training werd de verpleegkundigen geleerd om goed te reageren op
de emoties en gevoelens van patiënten. Het is dan belangrijk om extra
vragen te stellen en niet meteen met een oplossing te komen. Uit de
studie bleek dat de getrainde verpleegkundigen inderdaad hadden
geleerd om op bepaalde punten beter te communiceren met patiënten.
Maar, in de dagelijkse gang van zaken op de afdeling deden ze dit
niet.
Dat de training geen effect had komt door de hoge werkdruk en de
beperkte ondersteuning die verpleegkundigen krijgen van
leidinggevenden. Leidinggevende zien het belang van goede communicatie
nauwelijks in. Hoewel de verpleegkundigen zeer positief waren over de
kwaliteit van de training, en de meerderheid (86%) van hen de
verworven vaardigheden graag wilde toepassen in praktijk, rapporteerde
slechts de helft van de verpleegkundigen dat zij zich gestimuleerd
voelden door hun leidinggevenden en collega's om de aangeleerde
communicatieve vaardigheden ook daadwerkelijk toe te passen. Ook bleek
dat zij nauwelijks tijd hadden om extra vragen te stellen.
Iemand die gehoord heeft ' u heeft kanker', heeft een
gezondheidsprobleem. Daarnaast voelt hij zich onzeker en bedreigd. Hoe
moet het nu verder met mij? Dat zijn vragen die niet alleen beantwoord
kunnen worden met een medisch antwoord, maar mensen zoeken steun. In
het ziekenhuis zoeken ze deze steun met name bij verpleegkundigen. Een
verpleegkundige is bijna altijd in de buurt. En als die
verpleegkundige zich beperkt tot alleen medische of technische
informatie, dan voelt een patiënt zich niet begrepen. Het is dan
moeilijker om de informatie te verwerken die de patiënt wel krijgt.
Binnen de professionele werkomgeving van verpleegkundigen in een
oncologische setting moet meer aandacht worden besteed aan het belang
van goede communicatie. Organisaties moeten randvoorwaarden creëren
zodat verpleegkundigen meer tijd en mogelijkheden krijgen om
daadwerkelijk patiënten met kanker te kunnen ondersteunen. Dat
betekent dat ze meer tijd nodig hebben, maar vooral betekent het dat
in de ziekenhuisorganisatie meer oog komt voor het belang van deze
manier van hulpverlenen.
Dit onderzoek werd op het Nivel uitgevoerd door Irma Kruijver. De
studie werd gefinancierd door de Nederlandse Kankerbestrijding
(stichting KWF). Aanvullende subsidie werd verstrekt door de Jan
Cornelis de Cock-Stichting.
Op vrijdag 18 mei zal Irma Kruijver op dit onderzoek promoveren aan de
Universiteit Utrecht