Dossier MKZ
Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer
2001 II
dd. 18-05-2001 18:00 uur
18 mei 2001
Toelichting
De onderhavige regeling bevat een nieuwe regeling voor de aangewezen
toezichtsgebieden Oene, Kootwijkerbroek en Ee. De regeling omvat in
verhouding tot de Regeling verbodsbepalingen aangewezen
toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001, de volgende inhoudelijke
aanpassingen:
* Het 1-op-1 vervoer van varkens en kalveren naar een ander bedrijf
in het toezichtsgebied Kootwijkerboek, mag alleen plaatsvinden
nadat door een dierenarts een urgentieverklaring is verstrekt. Ten
aanzien van kalveren is verduidelijkt dat het vervoer moet
plaatsvinden van één bedrijf naar een lege kalvermesterij.
* Slacht van varkens en kalveren, 1-op-1-vervoer van biggen en
runderen naar een andere bedrijf wordt in het beschermingsgebied
Kootwijkerbroek vanaf zaterdag 19 mei 2001, om 00.00 uur mogelijk.
Dit heeft tot gevolg dat de opkoop in dit gebied op grond van de
Regeling subsidie opkoop in beschermingsen toezichtsgebieden MKZ
niet langer mogelijk is.
* Weidegang van evenhoevigen wordt in het beschermingsgebied
Kootwijkerbroek vanaf dinsdag 22 mei, om 00.00 mogelijk. Daarbij
mag geen verplaatsing over de openbare weg plaatsvinden.
* De slacht van varkens vanuit het annex 2 gebied bij de beschikking
2001/223 in het toezichtsgebied Oene wordt vanaf maandag 21 mei
2001, om 00.00 uur mogelijk. Dat moment valt samen met de
inwerkingtreding van de zesde wijziging van beschikking 2001/223
die deze slacht toestaat. De regeling loopt vooruit op de
mogelijkheid dat in de toekomst de Europese Commissie ook de
slacht van kalveren mogelijk maakt. De regeling is dusdanig
geconcipieerd dat de slacht evenwel pas mogelijk is nadat de
Minister een slachthuis voor kalveren heeft aangewezen.
* Het vervoer van paarden en pluimvee wordt binnen alle
toezichtsgebieden geheel vrijgegeven, vanaf dinsdag 22 mei 2001 om
00.00 uur. Dat geldt ook voor het vervoer van mest van paarden en
pluimvee. Door een wijziging van de Regeling compartimentering
monden klauwzeer 2001 III zal per die datum ook verzamelverbod ten
aanzien van paarden en pluimvee vervallen, evenals het evenementen
verbod voor alle vee en pluimvee.
* De beperkingen ten aanzien van het vervoer en de aanwending van
mest van evenhoevigen worden met ingang van 22 mei 2001 om 00.00
uur voor alle toezichtsgebieden in belangrijke mate versoepeld.
Het vervoer is alleen verboden ten aanzien van mest van
evenhoevigen naar een plaats waar evenhoevigen worden gehouden.
Ten aanzien van de aanwending van mest is het reguliere regime van
het Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998 weer grotendeels
van toepassing, met dien verstande dat de aanwendingsmethoden
waarbij de mest tegen een zogenaamde ketsplaat wordt aangespoten
en de mest in een tweede werkgang wordt inof ondergewerkt niet
zijn toegestaan.
* Het vervoer van diervoeder, waaronder ruwvoer, is vanaf 22 mei
2001, om 00.00 uur in de alle toezichtsgebieden niet meer aan
beperkingen onderhevig.
* Het vervoer van sperma, eicellen en embryo´s is vanaf 22 mei 2001,
om 00.00 uur in alle toezichtsgebieden niet meer aan beperkingen
onderhevig. De bezoekersregeling wordt overigens niet gewijzigd.
Dat betekent dat in een beschermingsgebied het nog steeds niet is
toegestaan dat inseminatoren op het bedrijf komen.
De bovengenoemde versoepelingen worden vormgegeven door de
verschillende verbodsbepalingen niet langer op een gebied van
toepassing te verklaren. Dit leidt ertoe dat de verbodsbepalingen wel
in de regeling blijven staan. Deze systematiek maakt het mogelijk dat
indien nodig een regime in een bepaald gebied eenvoudiger hersteld kan
worden.
Voor alle transport, dus ook voor het transport van de dieren en
producten die niet meer onderworpen zijn aan verboden (zoals pluimvee,
paarden en de mest daarvan, evenals voeders en levende dierlijke
producten) blijven de algemene bepalingen van de onderhavige regeling
onverkort van toepassing. Dat betreft de bezoekersregeling, de
reiniging en ontsmetting en diverse administratie verplichtingen.
In artikel 22 wordt tot uitdrukking gebracht dat de Regeling
uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten mond- en klauwzeer
2001 II met de onderhavige regeling onverlet wordt gelaten. Voor deze
verduidelijking is aanleiding nu de drie toezichtsgebieden op grond
van beschikking 2001/223 als annex 1 bij die beschikking zijn
aangemerkt. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat mest en levende
dierlijke producten niet buiten het annex 1 gebied mogen worden
gebracht.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de
Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van
gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer
(PbEG L 315) en op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire
handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L
224);
Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
1. Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. bijlage: bijlage bij deze regeling;
b. toezichtsgebied: in de bijlage aangewezen gebied;
c. Minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
d. intermediaire onderneming: intermediaire onderneming, bedoeld in
artikel 29 van de Meststoffenwet;
e. toezichthouder: op grond van artikel 114, eerste lid, van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen ambtenaar;
f. UBN: aan een vestiging krachtens het Besluit identificatie en
registratie van dieren door of namens de Voorzitter van het
Productschap Vee en Vlees afgegeven Uniek Bedrijfsnummer;
g. beschikking 2001/223: beschikking n2001/223/EG van de Commissie
van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling
van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in
Nederland (PbEG L 82).
Artikel 2
Het is in een toezichtsgebied verboden te handelen in strijd met de in
de bijlage bij de onderscheiden aangewezen gebieden telkens van
toepassing verklaarde artikelen of artikelonderdelen van deze
regeling.
Artikel 3
1. De houder van evenhoevigen is verplicht maatregelen te nemen zodat
elk contact tussen bezoekers en evenhoevigen is uitgesloten en al
het noodzakelijke te doen, dan wel na te laten om te voorkomen dat
besmetting met of verspreiding van mond- en klauwzeer zich
voordoeOnder al het noodzakelijke wordt tenminste verstaan het
aanbrengen van fysieke afscheidingen.
2. Het is de houder, bedoeld in het eerste lid, toegestaan:
a. personen die in het kader van de uitoefening van hun beroep
of bedrijf evenhoevigen ophalen of afleveren;
b. politie, huisartsen, alsmede ambulance en brandweer en
soortgelijke noodhulpdiensten;
c. monteurs of loonwerkers, indien er een acuut gevaar voor de
gezondheid van evenhoevigen aanwezig is en werkzaamheden van
de monteur of loonwerker noodzakelijk zijn om deze situatie
op te heffen;
d. dierenartsen, waaronder inbegrepen zij, die zijn aangewezen
krachtens de Regeling inzet studenten bij mond- en klauwzeer
2001, alsmede veeverloskundigen;
e. toezichthouders;
f. personen die in het kader van de uitoefening van hun beroep
of bedrijf evenhoevigen ophalen of afleveren, en
g. degenen die in het kader van de minimaal noodzakelijke
dierverzorging op het bedrijf aanwezig zijn,
in contact te laten treden met evenhoevigen.
Artikel 4
1. De bestuurder van het vervoermiddel dat een erf van een bedrijf
betreedt waarop evenhoevigen verblijven is verplicht:
a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek het vervoermiddel
alsmede andere voorwerpen, voordat het vervoermiddel het
bedrijf verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig
bijlage II van de Regeling inzake hygiënevoorschriften
besmettelijke dierziekten 2000, en
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tenminste 24
uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna te
bewaren, waarin tenminste de volgende gegevens worden
opgenomen:
o adres, plaats en UBN van de bezochte bedrijven;
o indien het vervoer van of naar een weiland betreft, het
kadastrale nummer van het betreffende weiland;
o de hoeveelheid en soort vervoerde goederen;
o indien het vervoer evenhoevigen betreft, de krachtens
het Besluit identificatie en registratie van dieren
vastgestelde identificatienummers van de vervoerde
evenhoevigen;
o de gereden route, en
o datum en tijdstip van het vervoer.
2. Het vervoermiddel waarin varkens zijn vervoerd wordt voorts, in
zoverre in afwijking van artikel 10, vierde lid, van de Regeling
inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000, na
elke lossing op een bedrijf waar evenhoevigen verblijven,
gereinigd en ontsmet op een op grond van artikel 23, eerste lid,
van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke
dierziekten 2000, geregistreerde reinigings- en
ontsmettingsplaats.
3. Het vervoermiddel waarin runderen zijn vervoerd wordt in zoverre
in afwijking van artikel 13, tweede lid, van de Regeling inzake
hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 na elke
lossing op een bedrijf waar evenhoevigen verblijven, gereinigd en
ontsmet op een op grond van artikel 23a, eerste lid, van de
Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten
2000, geregistreerde reinigings- en ontsmettingsplaats.
Artikel 5
1. Een bezoeker die met inachtneming van artikel 3 een bedrijfsgebouw
betreedt, waarbinnen evenhoevigen verblijven:
a. ondergaat een afdoende reinigings- en ontsmettingsbehandeling
overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd
hygiëneprotocol voordat hij een bedrijfsgebouw betreedt,
alsmede voordat hij het bezochte bedrijf verlaat, en
b. gebruikt, indien noodzakelijk, zoveel mogelijk de reeds op
het bedrijf aanwezige gereedschappeIndien de benodigde
gereedschappen niet op het bedrijf aanwezig zijn, draagt de
bezoeker zorg voor een afdoende reiniging en ontsmetting van
de gebruikte gereedschappen, overeenkomstig een door de
Minister goedgekeurd hygiëneprotocol.
2. Indien een bezoeker als bedoeld in het eerste lid bij het
afleveren of ophalen gebruik maakt van een vervoermiddel is hij
verplicht:
a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek aan een bedrijf,
waar evenhoevigen worden gehouden, de wielkasten van dat
vervoermiddel alsmede andere voorwerpen, voordat het
vervoermiddel het bedrijf verlaat, worden gereinigd en
ontsmet, overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd
hygiëneprotocol, en
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tenminste 24
uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna tot
nader order te bewaren, waarin tenminste de volgende gegevens
worden opgenomen:
o adres en plaats van de bezochte bedrijven;
o de hoeveelheid vervoerde opgehaalde of afgeleverde
goederen;
o de gereden route, en
o datum en tijdstip van het vervoer.
3. De houder van evenhoevigen houdt een register bij van alle
bezoeken, waarin tenminste wordt opgenomen:
+ naam, adres en woonplaats van de bezoeker;
+ reden van het bezoek;
+ voorzover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard
en kenteken van het vervoermiddel, en
+ tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.
2. Levende dieren
Artikel 6
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8, 9 en 10 draagt iedere
eigenaar, houder of hoeder van vee in het toezichtsgebied ervoor
zorg dat het vee zijn verblijfplaats niet verlaat.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 draagt iedere eigenaar,
houder of hoeder van pluimvee in het toezichtsgebied ervoor zorg
dat het pluimvee zijn verblijfplaats niet verlaat.
3. In afwijking van het eerste lid is het de eigenaar, houder of
hoeder toegestaan om biggen, zonder gebruikmaking van de openbare
weg, naar een op het bedrijf gelegen tijdelijke huisvesting te
leiden.
4. In afwijking van het eerste lid, is het de eigenaar, houder of
hoeder toegestaan om evenhoevigen, van het bedrijf naar het
weiland te leiden en andersom, mits:
a. geen verplaatsing over de openbare weg plaatsvindt, en
b. het desbetreffende bedrijf niet is gelegen in een
beschermingsgebied, bedoeld in artikel 9, tweede lid van de
Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18
november 1985, tot vaststelling van gemeenschappelijke
maatregelen ter bestrijding van monden klauwzeer (PbEG L
315).
Artikel 7
Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder
vervoermiddel, van vee, niet zijnde paarden, is verboden binnen het
toezichtsgebied.
Artikel 8
1. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het
vervoer van runderen, jonger dan 12 maanden, en varkens van een
bedrijf rechtstreeks naar een slachthuis mits:
a. het bedrijf en het slachthuis niet zijn gelegen in een
beschermingsgebied als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van
de Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 18 november 1985, tot vaststelling van
gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van monden
klauwzeer (PbEG L 315);
b. het onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c,
van de Beschikking 2001/295/EG van de Commissie van de
Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 houdende
vaststelling van maatregelen die moeten worden uitgevoerd
voordat de op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511 van de
Raad van de Europese Gemeenschappen toegepaste beperkende
maatregelen worden ingetrokken (PbEG L 100), op het bedrijf
waarvan de dieren worden afgevoerd, is uitgevoerd en daarbij
geen mond- en klauwzeer is aangetroffen;
c. het transport voorafgaand is gemeld met gebruikmaking van een
daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier
dat vergezeld gaat van de uitslag van voormeld onderzoek;
d. een kopie van het ingevulde formulier alsmede de uitslag van
het onderzoek tijdens het vervoer op het voertuig aanwezig
zijn, en
e. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt naar een door de
Minister aangewezen slachthuis dat is gelegen in
toezichtsgebied I of in toezichtsgebied I
2. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het
rechtstreeks vervoer van runderen, jonger dan 12 maanden, en
varkens naar een slachthuis gelegen in het toezichtsgebied, mits:
a. het vervoer voorafgaand is gemeld met gebruikmaking van een
daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier;
b. een kopie van het ingevulde formulier tijdens het transport
op het voertuig aanwezig is;
c. het bedrijf waarvan de dieren worden afgevoerd is gelegen in
het gebied, bedoeld in bijlage II bij de beschikking
2001/223;
d. het vervoer plaatstvindt overeenkomstig een door de Minister
vastgesteld protocol;
e. het vervoer plaatsvindt in door het Centraal Bureau
Slachtveediensten verzegelde vervoermiddelen, en
f. voor de betreffende diercategorie een slachthuis is
aangewezen door de Minister.
Artikel 9
1. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het
vervoer van varkens en van runderen van een bedrijf rechtstreeks
naar een ander bedrijf binnen het toezichtsgebied, mits:
a. geen van beide bedrijven zijn gelegen in een
beschermingsgebied als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van
de Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 18 november 1985, tot vaststelling van
gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en
klauwzeer (PbEG L 315);
b. het onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c,
van de Beschikking 2001/295/EG van de Commissie van de
Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 houdende
vaststelling van maatregelen die moeten worden uitgevoerd
voordat de op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511 van de
Raad van de Europese Gemeenschappen toegepaste beperkende
maatregelen worden ingetrokken (PbEG L 100), op zowel het
bedrijf waarvan de dieren worden afgevoerd als op het bedrijf
waar de dieren worden aangevoerd is uitgevoerd en daarbij
geen mond- en klauwzeer is aangetroffen;
c. indien het vervoer van runderen betreft, de runderen
afkomstig zijn van één bedrijf en vervoerd worden naar een
leegstaande kalvermesterij;
d. het betreft varkens, lichter dan 60 kilogram, die op het
bedrijf waarvan de betreffende dieren worden afgevoerd zijn
geboren, dan wel betreft runderen jonger dan 12 maanden;
e. een bedrijf ten hoogste eenmaal per twee weken varkens dan
wel runderen afvoert onderscheidenlijk aanvoert;
f. op een bedrijf de aanvoer en afvoer van varkens dan wel
runderen niet op dezelfde dag plaatsvindt;
g. het vervoer voorafgaand wordt gemeld met gebruikmaking van
een daartoe door de Minister ter beschikking gesteld
formulier dat vergezeld gaat van een door een dierenarts
overeenkomstig een door de Minister verstrekt model
opgestelde urgentieverklaring;
h. het vervoer niet plaats vindt dan nadat de Minister te kennen
heeft gegeven dat geen bezwaar tegen het vervoer bestaat, en
i. de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in onderdeel h,
tijdens het transport op het voertuig aanwezig is.
2. De Regeling varkensleveringen is op het vervoer van varkens,
bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing.
Artikel 10
1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg
zonder vervoermiddel, van paarden, is verboden binnen het
toezichtsgebied.
2. Het in eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer van
paarden van een plaats waar geen evenhoevigen worden gehouden,
gelegen binnen het toezichtsgebied, naar een plaats waar geen
evenhoevigen worden gehouden.
3. Het in eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het rechtstreeks
vervoer van geregistreerde paarden, bedoeld in artikel 5.1 van de
Regeling handel levende dieren en levende producten, van een
plaats waar geen evenhoevigen worden gehouden, gelegen binnen het
toezichtsgebied, naar een plaats waar geen evenhoevigen worden
gehouden, gelegen buiten het toezichtsgebie
4. De vervoerder toont desgevraagd aan de, op grond van artikel 114,
eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
aangewezen, ambtenaren een naar waarheid opgestelde schriftelijke
verklaring waaruit blijkt het paard afkomstig is van een bedrijf
waar geen evenhoevigen worden gehoude
5. Het vervoer, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt voorafgaand
aan het vervoer gemeld aan de Minister, met gebruikmaking van een
daartoe ter beschikking gesteld formulier, van welke melding ten
tijde van het vervoer een afschrift in het voertuig aanwezig i
Artikel 11
1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg
zonder vervoermiddel, van pluimvee is verboden binnen het
toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het
rechtstreeks vervoer van kuikens, afkomstig van een bedrijf waar
uitsluitend pluimvee wordt gehouden, naar een ander bedrijf.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het
rechtstreekse vervoer van pluimvee, afkomstig van een bedrijf waar
uitsluitend pluimvee wordt gehouden, naar een slachthuis.
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het rechtstreekse vervoer van pluimvee onderscheidenlijk
eendagskuikens, afkomstig van bedrijven waar evenhoevigen
verblijven, naar een slachthuis onderscheidenlijk een bedrijf waar
uitsluitend pluimvee wordt gehouden, met dien verstande dat dit
vervoer slechts eenmalig is toegestaan, waarna het verboden is op
het bedrijf van herkomst nieuw pluimvee of nieuwe eendagskuikens
aan te voereVan het in de vorige volzin bedoelde eenmalige vervoer
dient voorafgaand schriftelijk melding te worden gemaakt aan de
Minister.
Artikel 12
1. Het is verboden vervoermiddelen, bestemd of kennelijk bestemd voor
het vervoer van vee, te verplaatsen binnen het toezichtsgebied.
2. Het in eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het verplaatsen
van voertuigen, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer van
dieren waarvan het vervoer op grond van de de artikelen 8 tot en
met 11 is toegestaan.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het eenmalig
rechtstreeks verplaatsen van lege vervoermiddelen, bestemd of
kennelijk bestemd voor het vervoer van vee, uit het
toezichtgebied, mits:
a. de bestuurder van het vervoermiddel ervoor zorg draagt dat
het vervoermiddel langs de kortste weg binnen het
toezichtsgebied wordt verplaatst naar een binnen het
toezichtsgebied gelegen, op grond van artikel 23 van de
Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke
dierziekten 2000 geregistreerde, reinigings- en
ontsmettingsplaats waar het vervoermiddel wordt gereinigd en
ontsmet overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd
hygiëneprotocol en het vervoermiddel onmiddellijk na die
reiniging en ontsmetting wordt verplaatst uit het
toezichtsgebied, en
b. van het verplaatsen voorafgaand door de bestuurder met een
daartoe ter beschikking gesteld formulier melding wordt
gedaan aan de Minister en een afschrift van het formulier op
het vervoermiddel aanwezig is.
3. Levende dierlijke producten
Artikel 13
1. Het is verboden sperma, embryo´s en eicellen van vee te vervoeren
binnen het toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het vervoer van sperma van paarden.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het rechtstreeks vervoer vanuit het toezichtsgebied van
diepgevroren rundersperma dat is geproduceerd voor 20 februari 200
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het vervoer van rundersperma, varkenssperma en sperma van schapen
en geiten, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling handel
levende dieren en levende producten, alsmede sperma van andere
evenhoevigen, mits dat sperma geproduceerd is buiten het
toezichtsgebied en de levering geschiedt op de openbare weg,
direct grenzend aan het bedrijf van bestemming.
4. Mest
Artikel 14
1. Het vervoer van mest van evenhoevigen naar een plaats waar
evenhoevigen worden gehouden is verboden.
2. Indien de vloeibare mest van evenhoevigen wordt aangewend
overeenkomstig bijlage II, onderdeel 3, onder a, punt 2, van het
Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998, wordt de mest in
strookjes op de grond gebracht overeenkomstig onderdeel 2 van die
bijlage.
Artikel 15
1. Het is verboden mest van vee te vervoeren binnen het
toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer,
binnen het toezichtsgebied, van mest naar een tot het
desbetreffende bedrijf behorend perceel of voor het vervoer,
binnen het toezichtsgebied, van mest van varkens naar een ander
bedrijf waar geen evenhoevigen worden gehoudeIndien de openbare
weg wordt betreden:
a. wordt gebruik gemaakt van een gesloten tankwagen die niet is
voorzien van mestaanwendingsapparatuur;
b. wordt de openbare weg door de tankwagen tijdens het transport
niet verlaten, en
c. wordt de mest op het afleveradres vanaf de openbare weg
overgepompt in een mestaanwendingsapparaat of een afgedekte
tussenopslag voor mestaanwending.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer
van mest vanuit het toezichtsgebied naar gebied Noord 2 of Noord
3, bedoeld in de Regeling compartimentering Nederland mond- en
klauwzeer 2001 III, mits:
a. de mest wordt afgevoerd van een opslag van een intermediaire
onderneming die is aangemeld op grond van artikel 5 van de
Regeling voorraden Meststoffenwet;
b. aan deze opslag op of na 21 februari 2001 geen mest is
toegevoegd;
c. het vervoer voor 13.00 uur op de dag voorafgaand aan het
vervoer door de vervoerder met een daartoe ter beschikking
gesteld formulier wordt gemeld aan de Minister en een
afschrift van het formulier tijdens het vervoer op het
vervoermiddel aanwezig is;
d. het vervoer geschiedt over hoofd- en snelwegen of waterwegen;
e. het vervoer rechtstreeks geschiedt naar een opslag, die is
aangemeld op grond van artikel 5 van de Regeling voorraden
Meststoffenwet, van een intermediaire onderneming waar geen
evenhoevigen verblijven, en
f. de mest tenminste een dag in de opslag, die is aangemeld op
grond van artikel 5 van de Regeling voorraden Meststoffenwet,
aanwezig blijft voordat hij uitgereden wordt.
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer
van varkensmest vanuit het toezichtsgebied naar een in dat gebied
gelegen opslag van een intermediaire onderneming die is aangemeld
op grond van artikel 5 van de Regeling voorraden Meststoffenwet,
indien de mest vervolgens in die opslag aanwezig blijft.
5. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het
rechtstreeks vervoer van kalvergier van een bedrijf naar een
kalvergierbewerkingsinstallatie, gelegen binnen het
toezichtsgebied, mits:
a. de voertuigen voortijdig bij de Minister worden aangemeld,
met gebruikmaking van een daartoe ter beschikking gesteld
formulier, van welke melding een afschrift in het voertuig
aanwezig is;
b. het voertuig is voorzien van een door de
kalvergierbewerkingsinstallatie afgegeven sticker;
c. artikel 10, eerste lid, onderdeel a, evenzeer in acht wordt
genomen bij het betreden van het erf van het bedrijf en bij
het betreden en verlaten van de
kalvergierbewerkingsinstallatie;
d. het voertuig door de inzittenden op de
kalvergierbewerkingsinstallatie niet wordt verlaten;
e. het voertuig het toezichtsgebied niet verlaat, en
f. overigens al het noodzakelijke wordt gedaan of gelaten om te
voorkomen dat besmetting met of verspreiding van mond- en
klauwzeer zich voordoet.
6. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het
rechtstreeks vervoer van bewerkte kalvergier van de
kalvergierbewerkingsinstallatie naar een in gebied Noord 2,
bedoeld in bijlage I bij de Regeling compartimentering Nederland
mond- en klauwzeer 2001 III gelegen opslag, mits:
a. het voertuig voorafgaand aan het gebruik bij de Minister
wordt aangemeld, met gebruikmaking van een daartoe ter
beschikking gesteld formulier, van welke melding een
afschrift in het voertuig aanwezig is;
b. het voertuig is voorzien van een door de
kalvergierbewerkingsinstallatie afgegeven sticker;
c. artikel 4, eerste lid, onderdeel a, evenzeer in acht wordt
genomen bij het betreden en verlaten van de
kalvergierbewerkingsinstallatie;
d. het voertuig op de kalvergierbewerkingsinstallatie door de
inzittenden niet wordt verlaten, en
e. een door de Minister goedgekeurd protocol in acht wordt
genomen.
7. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer
van monsters als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de
Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische
meststoffen voorzover het vervoer geschiedt naar een laboratorium
ten behoeve van analyse als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van
voornoemde regeling en vervoermiddelen en andere voorwerpen na
aflevering gereinigd en ontsmet worden overeenkomstig een door de
Minister goedgekeurd hygiëneprotocol.
8. Dit artikel is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van
behandelde en verpakte mest van een detailhandelaar naar de
consument.
9. Indien na het vervoer, bedoeld in het tweede en derde lid, de mest
wordt aangewend, geschiedt de aanwending emissie-arm
overeenkomstig bijlage II, onderdeel 2 of onderdeel 3, onder a,
punt 1, van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998, met
dien verstande dat de mest daarbij ten minste 10 centimeter onder
het grondoppervlak wordt gebracht op dusdanige wijze dat de mest
niet meer zichtbaar is.
Artikel 16
1. Het is verboden mest van pluimvee, afkomstig van bedrijven waar
evenhoevigen verblijven te vervoeren binnen het toezichtsgebied.
2. Pluimveemest wordt emissie-arm aangewend overeenkomstig bijlage
II, onderdeel 2 of onderdeel 3 onder a, punt 1, van het Besluit
gebruik dierlijke meststoffen 1998.
3. In afwijking van het tweede lid mag vaste pluimveemest op bouwland
emissie-arm worden aangewend overeenkomstig bijlage II, onderdeel
3, onder a, punt 2, van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen
1998.
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer
van monsters als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de
Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische
meststoffen voorzover het vervoer geschiedt naar een laboratorium
ten behoeve van analyse als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van
voornoemde regeling en vervoermiddelen en andere voorwerpen na
aflevering gereinigd en ontsmet worden overeenkomstig een door de
Minister goedgekeurd hygiëneprotocol.
5. Dit artikel is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van
behandelde en verpakte mest van een detailhandelaar naar de
consument.
5. Melk
Artikel 17
1. Het is verboden rauwe melk te vervoeren of vervoermiddelen
kennelijk bestemd voor het vervoer van melk te verplaatsen binnen
het toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de rauwe
melk wordt vervoerd door middel van een vervoermiddel dat
uitsluitend voor het vervoer van rauwe melk uit het
toezichtsgebied is bestemd, vanaf een of meer bedrijven waar
evenhoevigen worden gehouden, naar een melkfabriek, welke voor de
verwerking van melk, afkomstig uit het toezichtsgebied, is
ingericht.
3. Het is toegestaan dat ook de rauwe melk van buiten het
toezichtsgebied, wordt gebracht naar een in het tweede lid
bedoelde melkfabriek, mits deze melk wordt vervoerd met een ver
voermiddel dat uitsluitend voor dat doel is bestemd en derhalve
geen vervoermiddel is als bedoeld in het tweede lid.
4. De melk wordt in de fabriek, bedoeld in het tweede of derde lid,
behandeld overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van Beschikking
2001/223/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21
maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in
verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L 82).
6. Voeders
Artikel 18
1. Het is verboden voeders, waaronder begrepen ruwvoer, voor vee dan
wel pluimvee te vervoeren of vervoermiddelen kennelijk bestemd
voor het vervoer van voeders, waaronder begrepen ruwvoer, voor vee
dan wel pluimvee, te verplaatsen binnen het toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de
voeders, niet zijnde ruwvoer voorzover afkomstig van een plaats
waar evenhoevigen worden gehouden, rechtstreeks worden vervoerd
van een bedrijf waar deze voeders zijn vervaardigd of opgeslagen
naar een detailhandelaar of een bedrijf, waaronder begrepen het
eigen bedrijf, waar vee of pluimvee wordt gehouden.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het rechtstreeks vervoer van verpakte voeders voor vee en pluimvee
van een detailhandelaar naar een consument.
4. Dit artikel is niet van toepassing op het vervoer van voeders voor
vee en pluimvee door middel van schepen op binnenwateren.
5. In afwijking van het tweede lid is in de in artikel 1 van de
Regeling noodvaccinatie mond- en klauwzeer 2001 bedoelde
vaccinatiezone, de in het tweede lid bedoelde verplichting van
rechtstreekse vervoer niet van toepassing, mits:
a. het vervoermiddel bij het verlaten van de vaccinatiezone
wederom wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig artikel 4,
eerste lid, onderdeel a;
b. het vervoer plaatsvindt met een daartoe door de Minister
aangewezen vervoermiddel;
c. de aangewezen vervoermiddelen geen voeders afleveren op
bedrijven in een ander gebied dan de vaccinatiezone als
bedoeld in de aanhef, en
d. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt van het bedrijf waar
deze voeders zijn vervaardigd of opgeslagen naar de
vaccinatiezone.
7. Destructiemateriaal
Artikel 19
1. Het vervoer van destructiemateriaal binnen het toezichtsgebied, is
verboden.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het vervoer van destructiemateriaal als bedoeld in de
Destructiewet naar een in artikel 5 van de Destructiewet bedoelde
onderneming alsmede het vervoer van destructiemateriaal van
voornoemde onderneming naar een bedrijf ter vernietiging van het
materiaal, mits:
a. de vervoerders van het destructiemateriaal door de Minister
daartoe zijn aangewezen;
b. het vervoer naar het bedrijf waar zich het betrokken
destructiemateriaal bevindt, alsmede het vervoer naar de in
artikel 5 van de Destructiewet bedoelde onderneming geschiedt
langs een door de Minister aangewezen route;
c. de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen tijdens het
vervoer op zodanige wijze zijn afgedekt dat verspreiding van
smetstof niet kan plaatsvinden, en
d. de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen het
toezichtsgebied uitsluitend verlaten langs een door de
Minister aangewezen plaats.
3. Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, worden geen
vervoerders van laag-risico-materiaal als bedoeld in de
Destructiewet, aangewezen.
8. Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 20
De verboden, bedoeld in de artikelen 15, 16, 17, 18 zijn niet van
toepassing op het vervoer van mest, rauwe melk en diervoeders, dat,
onderscheidenlijk die, in het kader van maatregelen als bedoeld in
artikel 22, eerste lid, onderdeel g, van de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren onder toezicht van een keuringsdierenarts van
de Rijksdienst van de keuring van Vee en Vlees van een bedrijf wordt,
onderscheidenlijk worden, afgevoerd voor onschadelijkmaking.
Artikel 21
Deze regeling laat de op grond van artikel 25 van de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren geldende beperkingen onverlet.
Artikel 22
Deze regeling laat de Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke
producten mond- en klauwzeer 2001 II onverlet.
Artikel 23
1. Een hygiëneprotocol dat op grond van de artikelen 3c, eerste lid
onderscheidenlijk 4, zesde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 5,
derde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 6, vijfde lid, onderdeel
a, onderscheidenlijk 8, vierde lid, onderscheidenlijk 9, achtste
lid, onderscheidenlijk 10, tweede lid, onderscheidenlijk 11,
vijfde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 12, tweede lid,
onderdeel a, onderscheidenlijk 13, derde lid, onderdeel a,
onderscheidenlijk 14, tweede lid, onderdeel e, onderscheidenlijk
16, tweede lid, van de Regeling verbodsbepalingen aangewezen
toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 door of namens de
Minister is goedgekeurd, geldt als een door de minister op grond
van de artikelen 5, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 5,
eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk 5, tweede lid,
onderdeel a, goedgekeurd hygiëneprotocol.
2. Een aanwijzing van een vervoerder op grond van artikel 14, tweede
lid, onderdeel a, van de Regeling verbodsbepalingen aangewezen
toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 geldt als een aanwijzing
op grond van artikel19, tweede lid, onderdeel a.
3. Een door de Minister aangewezen route op grond van artikel 14,
tweede lid, onderdeel b, van de Regeling verbodsbepalingen
aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 geldt als een
aangewezen route op grond van artikel 19, tweede lid, onderdeel b.
4. Een door de Minister aangewezen slachthuis op grond van artikel 3a
van de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden
mond- en klauwzeer 2001 geldt als een aangewezen slachthuis op
grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel e.
Artikel 24
De Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en
klauwzeer 2001 wordt ingetrokken.
Artikel 25
In artikel 8.1 van de Regeling compartimentering Nederland mond- en
klauwzeer 2001 III, wordt 'Regeling verbodsbepalingen aangewezen
toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001' vervangen door: Regeling
verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001
II.
Artikel 26
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verbodsbepalingen
aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 II.
Artikel 27
Deze regeling wordt op 18 mei 2001 om 18:00 uur bekendgemaakt aan de
media en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw
Bijlage
Gebied I: Oene
1. De artikelen 1 tot en met 18 van de regeling zijn op dit gebied
van toepassing, met uitzondering van de artikelen:
+ met ingang van 22 mei 2001: 6, tweede lid;
+ 6, vierde lid;
+ 8, eerste lid, behoudens het rechtstreeks vervoer van een in
toezichtsgebied II gelegen bedrijf naar een in
toezichtsgebied I gelegen slachthuis;
+ tot 21 mei 2001 om 0.00 uur: 8, tweede lid;
+ 9;
+ met ingang van 22 mei 2001: 10;
+ met ingang van 22 mei 2001: 11;
+ met ingang van 22 mei 2001: 13;
+ 15, derde en zesde lid,
+ met ingang van 22 mei 2001: 15;
+ met ingang van 22 mei 2001: 16, en
+ met ingang van 22 mei 2001: 18.
2. Het gebied is begrensd als volgt:
1. Vanaf de kruising Zwartsluizerweg (N331) met de Hoogstraat
(Hasselt), de Hoogstraat volgend in oostelijke richting tot
de Doctor H.a.Van De Vechtlaan
2. De Doctor H.a.Van De Vechtlaan volgend in oostelijke richting
overgaand in de Verkavelingsweg tot de Boerderijweg
3. De Boerderijweg volgend in oostelijke richting tot de
Klinkerweg
4. De Klinkerweg volgend in oostelijke richting tot de
Steenwetering
5. De Steenwetering volgend in zuidoostelijke richting tot de
Blokwe
6. De Blokweg volgend in oostelijke richting tot de Vriezendijk
7. De Vriezendijk volgend in zuidoostelijke richting tot de
Westeind
8. De Westeinde volgend in noordoostelijke richting tot de
Noordeind
9. De Noordeinde volgend in zuidelijke richting tot de De
Hooislage
10. De De Hooislagen volgend in oostelijke richting tot de
Ankummerdij
11. De Ankummerdijk volgend in zuidelijke richting overgaand in
de Cubbinghesteeg, tot de Ruitenborghwe
12. De Ruitenborghweg volgend in zuidoostelijke richting tot de
Prins Bernhardstraat (in Dalfsen).
13. De Prins Bernhardstraat volgend in zuidelijke richting
overgaand in de Bruinleeuwstraat, tot de Raadhuisstraa
14. De Raadhuisstraat volgend in oostelijke richting overgaand in
de Burgemeester Van Bruggenplein tot de Poppenalle
15. De Poppenallee volgend in zuidelijke richting tot de
Rechterensedij
16. De Rechterensedijk volgend in oostelijke richting tot de
Stationswe
17. De Stationsweg volgend in zuidelijke richting tot de
Heinosewe
18. De Heinoseweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in
de Bergerallee, tot de Oude Vechtstee
19. De Oude Vechtsteeg volgend in oostelijke richting tot de
Rietmanswe
20. De Rietmansweg volgend in zuidelijke richting tot de
Diezerstraa
21. De Diezerstraat volgend in oostelijke richting tot de Heidewe
22. De Heideweg volgend in zuidelijke richting tot de
Dalmsholterwe
23. De Dalmsholterweg volgend in zuidelijke richting tot het
Overijsselskanaa
24. Het Overijsselskanaal volgend in oostelijke richting tot de
brug Deventerweg de N34
25. De N348 volgend in zuidelijke richting overgaand in de
Ommerweg (N348) tot de Veenwe
26. De Veenweg volgend in zuidoostelijke richting tot de Oude
Twentsewe
27. De Oude Twentseweg volgend in oostelijke richting tot de
Elskampwe
28. De Elskampweg volgend in zuidelijke richting tot de
Schanekampswe
29. De Schanekampsweg volgend in westelijke richting tot de
Holteveenswe
30. De Holteveensweg volgend in zuidelijke richting tot de
Luttenbergerwe
31. De Luttenbergerweg volgend in oostelijke richting tot de
Hottenvoortswe
32. De Hottenvoortsweg volgend in zuidelijke richting tot de
Holteveenswe
33. De Holteveensweg volgend in oostelijke richting tot de
Bloemenboswe
34. De Bloemenbosweg volgend in zuidelijke richting tot de
Knikkenwe
35. De Knikkenweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in
de Bloemenkampsweg, tot de Hakkershoekwe
36. De Hakkershoekweg volgend in westelijke richting tot de
Keizersveldwe
37. De Keizersveldweg volgend in zuidwestelijke richting tot de
Nijverdalseweg (N35).
38. De Nijverdalseweg (N35) volgend in oostelijke richting tot de
Kroepewe
39. De Kroepeweg volgend in zuidelijke richting tot de Raamswe
40. De Raamsweg volgend in westelijke richting tot de
Eekwielenswe
41. De Eekwielensweg volgend in zuidoostelijke richting tot de
Wittebroekswe
42. De Wittebroeksweg volgend in zuidelijke richting tot de
Eektewe
43. De Eekteweg volgend in westelijke richting tot de
Portlanderdij
44. De Portlanderdijk volgend in zuidoostelijke richting tot de
Poggebeltwe
45. De Poggebeltweg volgend in zuidwestelijke richting tot de
Holterweg
46. De Holterweg volgend in westelijke richting tot de Cellenwe
47. De Cellenweg volgend in zuidoostelijke richting tot de
Koldeweeswe
48. De Koldeweesweg volgend in zuidelijke richting tot de
Berghuiswe
49. De Berghuisweg volgend in westelijke richting tot de
Witteveenswe
50. De Witteveensweg volgend in zuidoostelijke richting overgaand
in de Vlessendijk, tot de Borgelinkswe
51. De Borgelinksweg volgend in zuidelijke richting overgaand in
de Ten Havesweg, overgaand in de Oerdijk, tot de
Oostermaatsdij
52. De Oostermaatsdijk volgend in zuideliike richting tot de
Rensinkswe
53. De Rensinksweg volgend in oostelijke richting tot de Marswe
54. De Marsweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de
Oude Postweg tot de Apenhuizerenkwe
55. De Apenhuizerenkweg volgend in westelijke richting tot de
Loowe
56. De Looweg volgend in westelijke richting tot de Schipbeekswe
57. De Schipbeeksweg volgend in zuidelijke richting overgaand in
de Marsdijk, overgaand in de Braakmansteeg, overgaand in de
Looweg, tot de Dennendij
58. De Dennendijk volgend in westelijke richting tot de Bielderwe
59. De Bielderweg volgend in noordelijke richting tot de
Kasteelwe
60. De Kasteelweg volgend in westelijke richting tot de Jufferdij
61. De Jufferdijk volgend in zuidelijke richting tot de
Lochemseweg (N339).
62. De Lochemseweg (N339) volgend in westelijke richting tot de
Heidewe
63. De Heideweg volgend in zuidoostelijke richting tot de
Reeverwe
64. De Reeverweg volgend in zuidwestelijke richting tot de
Koekoekwe
65. De Koekoekweg volgend in zuidelijke richting tot de
Deventerdij
66. De Deventerdijk volgend in zuidoostelijke richting tot de
Harfsensestee
67. De Harfsensesteeg volgend in westelijke richting tot de
Schurinklaan (in Eefde).
68. De Schurinklaan volgend in zuidelijke richting tot de
Zutphenseweg (N348).
69. De Zutphenseweg (N348) volgend in zuidelijke richting
overgaand in de Doctor De Hoevenlaan (N348), overgaand in de
Rustoordlaan (N348), overgaand in de Deventerweg (N348), tot
de Industrieweg (in Zutphen).
70. De Industrieweg volgend in westelijke richting tot de Marswe
71. De Marsweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de
Coenensparkstraat overgaand in de Parkstraat tot de
Havenstraa
72. De Havenstraat volgend in zuidwestelijke richting tot de Oude
IJsselbru
73. De Oude IJsselbrug volgend in westelijke richting tot de Weg
Naar Voorst (N345).
74. De Weg Naar Voorst (N345) volgend in noordwestelijke richting
overgaan in de Rijksweg, tot de Tondensestraa
75. De Tondensestraat volgend in zuidelijke richting overgaand in
de Hoevesteeg, overgaand in de Langedijk, tot de
Apeldoornsewe
76. De Apeldoornseweg volgend in de noordelijke richting tot de
Hoofdwe
77. De Hoofdweg volgend in zuidwestelijke richting tot de
Vrijenbergweg
78. De Vrijenbergweg volgend in westelijke richting tot de
Beekbergerweg (Loenen).
79. De Beekbergerweg volgend in zuidelijke richting overgaand in
westelijke richting in de Groenendaalseweg tot de Oude
Arnhemsewe
80. De Oude Arnhemseweg volgend in noordelijke richting tot de
Krimwe
81. De Krimweg volgend in westelijke richting tot de Brouwerswe
82. De Brouwersweg volgend in noordelijke richting tot de
Otterloseweg (N304).
83. De Otterloseweg (N304) volgend in zuidelijke richting
overgaand in de Apeldoornseweg (N304), tot de Stevenpolsepa
84. De Stevenpolsepad volgend in noordelijke richting tot de
Ossenwe
85. De Ossenweg volgend in westelijke richting tot de Dorpsstraat
(N310) (in Harskamp).
86. De Dorpsstraat (N310) volgend in noordelijke richting
overgaand in de Harderwijkerweg (N310), tot de Hoog
Buurlosewe
87. De Hoog Buurloseweg volgend in noordoostelijke richting tot
de Houtvester Van ´t Hoffwe
88. De Houtvester Van ´t Hoffweg volgend in noordelijke richting
tot de Heetwe
89. De Heetweg volgend in noordelijke richting overgaand in Nieuw
Milligenseweg, overgaand in de Kootwijkerweg (N302),
overgaand in de Meervelderweg (N302), tot de Schoolpa
90. De Schoolpad volgend in noordelijke richting tot de ´t Ho
91. De ´t Hof volgend in noordwestelijke richting tot de
Garderenseweg (N310).
92. De Garderenseweg (N310) volgend in westelijke richting tot de
Uddelermeerwe
93. De Uddelermeerweg volgend in noordelijke richting tot de
Staverdensewe
94. De Staverdenseweg volgend in westelijke richting tot de
Jonkheer Doctor C.Sandbergwe
95. De Jonkheer Doctor C.Sandbergweg volgend in noordelijke
richting tot de Oude Zwolsewe
96. De Oude Zwolseweg volgend in noordoostelijke richting tot de
Nieuwe Tra
97. De Nieuwe Traa volgend in noordelijke richting tot de
Hierderwe
98. De Hierderweg volgend in noordelijke richting overgaand in de
Hessenweg, tot de Oudewe
99. De Oudeweg volgend in noordoostelijke richting tot de
Harderwijkerwe
100. De Harderwijkerweg volgend in oostelijke richting tot de
Varelsewe
101. De Varelseweg volgend in noordelijke richting tot de
Randmeerwe
102. De Randmeerweg volgend in oostelijke richting tot de Hoge
Bijsselse-Pa
103. De Hoge Bijsselse-Pad volgend in noordelijke richting tot
het Veluwemee
104. Het Veluwemeer volgend in zuidwestelijke richting tot de
Knardijk (Harderwijk)
105. Vanaf de Knardijk de N302 volgend in noordoostelijke
richting tot de Futenweg N302 overgaand in N305 tot N710
Swifterwe
106. N710 Swifterweg volgend in noordwestelijke richting
overgaand in Biddingweg tot N30
107. N307 volgend in noordelijke richting Kamperhoekweg tot
snelweg A
108. Snelweg A6 volgend tot Ketelbru
109. Vanaf de Ketelbrug het Ketelmeer volgen in noordoostelijke
richting overgaand in Zwarte Meer tot Veerweg (Zwartsluis).
110. Vanaf de Veerweg (Zwartesluis) de N331 volgend in oostelijke
richting overgaand in zuidelijke richting de Rondweg,
overgaand in Sluizerdijk (N331), overgaand in de
Zwartsluizerweg (N331) tot de kruising van Zwartsluizerweg
(N331) met de Hoogstraat (Hasselt).
Gebied II: Kootwijkerbroek
1. De artikelen 1 tot en met 18 van de regeling zijn op dit gebied
van toepassing, met uitzondering van de artikelen:
+ met ingang 22 mei 2001: 6, tweede en vierde lid, onderdeel b;
+ met ingang 19 mei 2001: 8, eerste lid, onderdeel a;
+ 8, tweede lid;
+ met ingang 19 mei 2001: 9, eerste lid, onderdeel a;
+ met ingang van 22 mei 2001: 10;
+ met ingang van 22 mei 2001: 11;
+ met ingang van 22 mei 2001: 13;
+ 15, derde en zesde lid;
+ met ingang van 22 mei 2001: 15;
+ met ingang van 22 mei 2001: 16, en
+ met ingang van 22 mei 2001: 18.
2. Het gebied is begrensd als volgt:
1. Vanaf De Garderenseweg (Speuld) de weg volgend in
zuidwestelijke richting tot ´T Ho
2. ´T Hof volgend in zuidoostelijke richting tot de Hofwe
3. De Hofweg volgend in zuidoostelijke richting tot de
Aardhuiswe
4. De Aardhuisweg volgend In zuidelijke richting tot de N34
5. De N344 volgend in oostelijke richting tot de Aardhui
6. De Aardhuis volgend in zuidelijke richting tot de Pomphulwe
7. De Pomphulweg volgend in westelijke richting tot de
Alverschotensewe
8. De Alverschotenseweg volgend in zuidelijke richting tot de
Hoog Buurlosewe
9. De Hoog Buurloseweg volgend in oostelijke richting tot de N30
10. De N304 volgend in zuidwestelijke richting tot de
Apeldoornsewe
11. De Apeldoornseweg volgend in zuidelijke richting tot de
Delensewe
12. De Delenseweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de
Leipzigerweg overgaand in de Hoenderloseweg tot de Koningsweg
N31
13. De Koningsweg N311 volgend in westelijke richting overgaand
in de Otterloseweg overgaand in de Harderwijkerweg tot de Oud
Reemsterlaa
14. De Oud Reemsterlaan volgend in zuidwestelijke richting tot de
N22
15. De N224 volgend in noordwestelijke richting tot de Nieuwe
Kazernelaan (Ede).
16. De Nieuwe Kazernelaan volgend in zuidelijke richting tot de
Eikenlaa
17. De Eikenlaan volgend in westelijke richting tot de Stationswe
18. De Stationsweg volgend in noordelijke richting tot de
Beukenlaa
19. De Beukenlaan volgend in westelijke richting tot de Schaapswe
20. De Schaapsweg volgend in westelijke richting tot de
Kolkakkerwe
21. De Kolkakkerweg volgend in westelijke richting tot de
Proosdijerveldwe
22. De Proosdijerveldweg volgend in noordelijke richting tot de
Slotlaa
23. De Slotlaan volgend in westelijke richting tot de Hogerhors
24. De Hogerhorst volgend in noordelijke richting tot het wate
25. Aan het eind van de Hogerhorst het water overstekend naar de
N22
26. De N224 volgend in westelijke richting tot de Oudendijk
(Ederveen).
27. De Oudendijk volgend in noordelijke richting tot de Buurtwe
28. De Buurtweg volgend in westelijke richting tot de Hoofdwe
29. De Hoofdweg volgend in noordelijke richting tot de Schra
30. De Schras volgend in westelijke richting tot de Munnikewe
31. De Munnuikeweg volgend in noordelijke richting tot Veenwe
32. De Veenweg volgend in noordwestelijke richting tot de N224
(Renswoude).
33. De N224 volgend in noordwestelijke richting tot de
Ruwinkleseweg (Scherpenzeel).
34. De Ruwinkelseweg volgend in noordelijke richting overgaand in
de Heintjeskamperweg tot de Barneveldsestraa
35. De Barneveldsestraat volgend in noordoostelijke richting tot
de Veenschoterwe
36. De Veenschoterweg volgend in westelijke richting overgaand in
noordelijke richting tot de Huigenbosc
37. De Huigenbosch volgend in zuidwestelijke richting tot de
Kolfschote
38. De Kolfschoten volgend in noordelijke richting overgaand in
de Ringlaan tot de Schoonderbekerweg (De Glind).
39. De Schoonderbekerweg volgend in westelijke richting overgaand
in noordelijke richting in de Ruurd Visserstraat (Achterveld)
tot de Jan van Arkelwe
40. De Jan van Arkelweg volgend in noordelijke richting overgaand
in de Stoutenburgerweg tot de Vinselaarsewe
41. De Vinselaarseweg volgend in westelijke richting tot de
Vinkelaa
42. De Vinkelaar volgend in noordelijke richting tot de A1 en het
spoor overstekend naar de Korlaarsewe
43. De Korlaarseweg volgend in noordelijke richting tot de
Hoevelakensewe
44. De Hoevelakenseweg volgend in noordwestelijke richting
overgaand in de Klaarwater tot de Platanenstraa
45. De Platanenstraat volgend in oostelijke richting tot de
Damweg (Zwartebroek).
46. De Damweg volgend in noordwestelijke richting tot de
Blokhuizerstee
47. De Blokhuizersteeg volgend in noordoostelijke richting tot de
Slichtenhorsterwe
48. De Slichtenhorsterweg volgend in noordoostelijke richting tot
de Barneveldseweg N30
49. De Barneveldseweg N301 volgend in westelijke richting tot de
Oude Barneveldsewe
50. De Oude Barneveldseweg volgend in noordelijke richting tot de
Beulenkamperwe
51. De Beulenkamperweg volgend in oostelijke richting tot de
Deuverdensewe
52. De Deuverdenseweg volgend in noordelijke richting tot de
Donkerestee
53. De Donkeresteeg volgend in noordoostelijke richting tot de
Groot Hellerwe
54. De Groot Hellerweg volgend in oost-noordoostelijke richting
tot de Hellerwe
55. De Hellerweg volgend in noordoostelijke richting tot de
Hooiwe
56. De hooiweg volgend in oostelijke richting tot de
Roosendaalsewe
57. De Roosendaalseweg volgend in noordelijke richting tot de
Engwe
58. De Engweg volgend in zuidoostelijke richting tot de N30
59. De N303 volgend in noordelijke richting tot de Postwe
60. De Postweg volgend in oostelijke richting overgaand in de
Drieseweg overgaand in de Sprielderweg tot de Garderensewe
61. De Garderenseweg volgend in zuidelijke richting tot de
Buurtwe
62. De Buurtweg volgend in noordwestelijke richting tot het
Speuldervel
63. Het Speulderveld volgend in zuidoostelijke richting tot het
Hessenmeer
64. Het Hessenmeer volgend in noordelijke richting tot de
Koningswe
65. De Koningsweg volgend in oostelijke richting tot de N30
66. De N302 volgend zuidoostelijke richting tot De Bee
67. De Beek volgend in oostelijke richting tot de Uddelermeerwe
68. De Uddelermeerweg volgend in zuidelijke richting tot de Bleke
Mee
69. De Bleke Meer volgend in zuidoostelijke richting tot de
Garderenseweg (Speuld).
Gebied III: Ee en Anjum
1. De artikelen 1 tot en met 18 van de regeling zijn op dit gebied
van toepassing, met uitzondering van de artikelen:
+ met ingang van 22 mei 2001: 6, tweede lid;
+ 6, vierde lid;
+ 8;
+ 9;
+ met ingang van 22 mei 2001: 10;
+ met ingang van 22 mei 2001: 11;
+ met ingang van 22 mei 2001: 13;
+ 15, derde en zesde lid;
+ met ingang van 22 mei 2001: 15;
+ met ingang van 22 mei 2001: 16, en
+ met ingang van 22 mei 2001: 18.
2. Het gebied is begrensd als volgt:
1. Vanaf de veerpont Holwerd de Waddenzee volgend in oostelijke
richting tot Groninger Wa
2. Vanaf Groninger Wad de Kustweg aansluiting op Westpolde
3. Westpolder volgend in noordoostelijke richting tot de
Kolhamsterwe
4. Kolhamsterweg volgend in zuidelijke richting overgaand in
Schapenwe
5. Schapenweg volgend in zuidelijke richting tot de
Noorderstraat (Ulrum).
6. De Noorderstraat (Ulrum) volgden in oostelijke richting
overgaand in Leensterwe
7. Leensterweg volgend in oostelijke richting tot de Singe
8. De Singel volgend in zuidelijke richting overgaand in de
Tilwe
9. De Tilweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de
Zoutkamperwe
10. Zoutkamperweg volgend in westelijke richting overgaand in de
Churchilweg .
11. Churchilweg volgend in westelijke richting tot de Vishalstraa
12. Vishalstraat volgend in zuidelijke richting tot Reitdie
13. Reitdiep volgend in zuidoostelijke richting tot Munneke
Zijlsterrie
14. Munnekezijlsterried volgend in zuidwestelijke richting tot de
Stadsweg (Lauwerzijl) N38
15. Stadsweg (Lauwerzijl) N388 volgend in zuidelijke richting tot
de Wester Waarddij
16. De Wester Waarddijk volgend in zuidwestelijke richting tot de
Pieterzijlsterwe
17. De Pieterzijlsterweg volgend in zuidelijke richting tot de
N355 Friesestraatwe
18. N355 Friesestraatweg volgend in westelijke richting tot de
Heirwe
19. De Heirweg volgend in zuidwestelijke richting tot de
Stationswe
20. De Stationsweg volgend in zuidelijke richting tot het Van
Starkenborgh Kanaa
21. Het Van Starkenborgh Kanaal volgend in zuidwestelijke
richting overgaand in het Prinses Margriet Kanaal tot de N369
Heger Dyk (Kootstertille).
22. De N369 Heger Dyk volgend in noordwestelijke richting
overgaand in De Koaten tot de N355 Rykswe
23. De N355 Rykswei volgend in westelijke richting overgaand in
de N355 Rijksstraatweg tot de N361 Westerdijk (Rijperkerk).
24. De N361 Westerdijk volgend in noordwestelijke richting
overgaand in de N361 Trijnwaldsterdijk tot de Nieuwestraatwe
25. De Nieuwestraatweg volgend in noordoostelijke richting
overgaand in de Kaetsjemuoi Wei tot de Kerkwe
26. De Kerkweg volgend in oostelijke richting tot de Rietveldswe
27. De Rietveldsweg volgend in noordelijke richting tot de
Rietvel
28. De Rietveld volgend in noordwestelijke richting overgaand in
de Tussendammen overgaand in de Klokhuizerweg overgaand in de
Hikkaaderdyk overgaand in de Harstawei tot de
Oosterbeintumerwe
29. De Oosterbeintumerweg volgend in noordoostelijke richting tot
de Farebuorre
30. De Farebuorren volgend in noordwestelijke richting overgaand
in oostelijke richting overgaand in de Hogedij
31. De Hogedijk volgend in noordelijke richting tot de N357
Ljouwerterdy
32. De N357 Ljouwerterdyk volgend in noordoostelijke richting tot
de N358 Bjimsterwe
33. De N358 Bjimsterwei volgend in noordwestelijke richting
overgaand in de Grândyk tot de veerpont Holwerd
Regeling