Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Dossier MKZ

Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 II
dd. 18-05-2001 18:00 uur

18 mei 2001

Toelichting

De onderhavige regeling bevat een nieuwe regeling voor de aangewezen toezichtsgebieden Oene, Kootwijkerbroek en Ee. De regeling omvat in verhouding tot de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001, de volgende inhoudelijke aanpassingen:

* Het 1-op-1 vervoer van varkens en kalveren naar een ander bedrijf in het toezichtsgebied Kootwijkerboek, mag alleen plaatsvinden nadat door een dierenarts een urgentieverklaring is verstrekt. Ten aanzien van kalveren is verduidelijkt dat het vervoer moet plaatsvinden van één bedrijf naar een lege kalvermesterij.
* Slacht van varkens en kalveren, 1-op-1-vervoer van biggen en runderen naar een andere bedrijf wordt in het beschermingsgebied Kootwijkerbroek vanaf zaterdag 19 mei 2001, om 00.00 uur mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de opkoop in dit gebied op grond van de Regeling subsidie opkoop in beschermingsen toezichtsgebieden MKZ niet langer mogelijk is.

* Weidegang van evenhoevigen wordt in het beschermingsgebied Kootwijkerbroek vanaf dinsdag 22 mei, om 00.00 mogelijk. Daarbij mag geen verplaatsing over de openbare weg plaatsvinden.
* De slacht van varkens vanuit het annex 2 gebied bij de beschikking 2001/223 in het toezichtsgebied Oene wordt vanaf maandag 21 mei 2001, om 00.00 uur mogelijk. Dat moment valt samen met de inwerkingtreding van de zesde wijziging van beschikking 2001/223 die deze slacht toestaat. De regeling loopt vooruit op de mogelijkheid dat in de toekomst de Europese Commissie ook de slacht van kalveren mogelijk maakt. De regeling is dusdanig geconcipieerd dat de slacht evenwel pas mogelijk is nadat de Minister een slachthuis voor kalveren heeft aangewezen.
* Het vervoer van paarden en pluimvee wordt binnen alle toezichtsgebieden geheel vrijgegeven, vanaf dinsdag 22 mei 2001 om 00.00 uur. Dat geldt ook voor het vervoer van mest van paarden en pluimvee. Door een wijziging van de Regeling compartimentering monden klauwzeer 2001 III zal per die datum ook verzamelverbod ten aanzien van paarden en pluimvee vervallen, evenals het evenementen verbod voor alle vee en pluimvee.

* De beperkingen ten aanzien van het vervoer en de aanwending van mest van evenhoevigen worden met ingang van 22 mei 2001 om 00.00 uur voor alle toezichtsgebieden in belangrijke mate versoepeld. Het vervoer is alleen verboden ten aanzien van mest van evenhoevigen naar een plaats waar evenhoevigen worden gehouden. Ten aanzien van de aanwending van mest is het reguliere regime van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998 weer grotendeels van toepassing, met dien verstande dat de aanwendingsmethoden waarbij de mest tegen een zogenaamde ketsplaat wordt aangespoten en de mest in een tweede werkgang wordt inof ondergewerkt niet zijn toegestaan.

* Het vervoer van diervoeder, waaronder ruwvoer, is vanaf 22 mei 2001, om 00.00 uur in de alle toezichtsgebieden niet meer aan beperkingen onderhevig.

* Het vervoer van sperma, eicellen en embryo´s is vanaf 22 mei 2001, om 00.00 uur in alle toezichtsgebieden niet meer aan beperkingen onderhevig. De bezoekersregeling wordt overigens niet gewijzigd. Dat betekent dat in een beschermingsgebied het nog steeds niet is toegestaan dat inseminatoren op het bedrijf komen.

De bovengenoemde versoepelingen worden vormgegeven door de verschillende verbodsbepalingen niet langer op een gebied van toepassing te verklaren. Dit leidt ertoe dat de verbodsbepalingen wel in de regeling blijven staan. Deze systematiek maakt het mogelijk dat indien nodig een regime in een bepaald gebied eenvoudiger hersteld kan worden.

Voor alle transport, dus ook voor het transport van de dieren en producten die niet meer onderworpen zijn aan verboden (zoals pluimvee, paarden en de mest daarvan, evenals voeders en levende dierlijke producten) blijven de algemene bepalingen van de onderhavige regeling onverkort van toepassing. Dat betreft de bezoekersregeling, de reiniging en ontsmetting en diverse administratie verplichtingen.

In artikel 22 wordt tot uitdrukking gebracht dat de Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten mond- en klauwzeer 2001 II met de onderhavige regeling onverlet wordt gelaten. Voor deze verduidelijking is aanleiding nu de drie toezichtsgebieden op grond van beschikking 2001/223 als annex 1 bij die beschikking zijn aangemerkt. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat mest en levende dierlijke producten niet buiten het annex 1 gebied mogen worden gebracht.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit, Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315) en op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bijlage: bijlage bij deze regeling;
b. toezichtsgebied: in de bijlage aangewezen gebied; c. Minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; d. intermediaire onderneming: intermediaire onderneming, bedoeld in artikel 29 van de Meststoffenwet;
e. toezichthouder: op grond van artikel 114, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen ambtenaar; f. UBN: aan een vestiging krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren door of namens de Voorzitter van het Productschap Vee en Vlees afgegeven Uniek Bedrijfsnummer; g. beschikking 2001/223: beschikking n2001/223/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L 82).

Artikel 2

Het is in een toezichtsgebied verboden te handelen in strijd met de in de bijlage bij de onderscheiden aangewezen gebieden telkens van toepassing verklaarde artikelen of artikelonderdelen van deze regeling.

Artikel 3

1. De houder van evenhoevigen is verplicht maatregelen te nemen zodat elk contact tussen bezoekers en evenhoevigen is uitgesloten en al het noodzakelijke te doen, dan wel na te laten om te voorkomen dat besmetting met of verspreiding van mond- en klauwzeer zich voordoeOnder al het noodzakelijke wordt tenminste verstaan het aanbrengen van fysieke afscheidingen.
2. Het is de houder, bedoeld in het eerste lid, toegestaan: a. personen die in het kader van de uitoefening van hun beroep of bedrijf evenhoevigen ophalen of afleveren; b. politie, huisartsen, alsmede ambulance en brandweer en soortgelijke noodhulpdiensten;
c. monteurs of loonwerkers, indien er een acuut gevaar voor de gezondheid van evenhoevigen aanwezig is en werkzaamheden van de monteur of loonwerker noodzakelijk zijn om deze situatie op te heffen;
d. dierenartsen, waaronder inbegrepen zij, die zijn aangewezen krachtens de Regeling inzet studenten bij mond- en klauwzeer 2001, alsmede veeverloskundigen;
e. toezichthouders;
f. personen die in het kader van de uitoefening van hun beroep of bedrijf evenhoevigen ophalen of afleveren, en g. degenen die in het kader van de minimaal noodzakelijke dierverzorging op het bedrijf aanwezig zijn,

in contact te laten treden met evenhoevigen.

Artikel 4
1. De bestuurder van het vervoermiddel dat een erf van een bedrijf betreedt waarop evenhoevigen verblijven is verplicht: a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek het vervoermiddel alsmede andere voorwerpen, voordat het vervoermiddel het bedrijf verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig bijlage II van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000, en
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tenminste 24 uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna te bewaren, waarin tenminste de volgende gegevens worden opgenomen:
o adres, plaats en UBN van de bezochte bedrijven; o indien het vervoer van of naar een weiland betreft, het kadastrale nummer van het betreffende weiland; o de hoeveelheid en soort vervoerde goederen; o indien het vervoer evenhoevigen betreft, de krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren vastgestelde identificatienummers van de vervoerde evenhoevigen;
o de gereden route, en
o datum en tijdstip van het vervoer. 2. Het vervoermiddel waarin varkens zijn vervoerd wordt voorts, in zoverre in afwijking van artikel 10, vierde lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000, na elke lossing op een bedrijf waar evenhoevigen verblijven, gereinigd en ontsmet op een op grond van artikel 23, eerste lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000, geregistreerde reinigings- en ontsmettingsplaats.
3. Het vervoermiddel waarin runderen zijn vervoerd wordt in zoverre in afwijking van artikel 13, tweede lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 na elke lossing op een bedrijf waar evenhoevigen verblijven, gereinigd en ontsmet op een op grond van artikel 23a, eerste lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000, geregistreerde reinigings- en ontsmettingsplaats.

Artikel 5
1. Een bezoeker die met inachtneming van artikel 3 een bedrijfsgebouw betreedt, waarbinnen evenhoevigen verblijven: a. ondergaat een afdoende reinigings- en ontsmettingsbehandeling overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol voordat hij een bedrijfsgebouw betreedt, alsmede voordat hij het bezochte bedrijf verlaat, en b. gebruikt, indien noodzakelijk, zoveel mogelijk de reeds op het bedrijf aanwezige gereedschappeIndien de benodigde gereedschappen niet op het bedrijf aanwezig zijn, draagt de bezoeker zorg voor een afdoende reiniging en ontsmetting van de gebruikte gereedschappen, overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol.
2. Indien een bezoeker als bedoeld in het eerste lid bij het afleveren of ophalen gebruik maakt van een vervoermiddel is hij verplicht:
a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek aan een bedrijf, waar evenhoevigen worden gehouden, de wielkasten van dat vervoermiddel alsmede andere voorwerpen, voordat het vervoermiddel het bedrijf verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol, en
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tenminste 24 uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna tot nader order te bewaren, waarin tenminste de volgende gegevens worden opgenomen:
o adres en plaats van de bezochte bedrijven; o de hoeveelheid vervoerde opgehaalde of afgeleverde goederen;
o de gereden route, en
o datum en tijdstip van het vervoer. 3. De houder van evenhoevigen houdt een register bij van alle bezoeken, waarin tenminste wordt opgenomen: + naam, adres en woonplaats van de bezoeker; + reden van het bezoek;
+ voorzover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard en kenteken van het vervoermiddel, en
+ tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

2. Levende dieren

Artikel 6

1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8, 9 en 10 draagt iedere eigenaar, houder of hoeder van vee in het toezichtsgebied ervoor zorg dat het vee zijn verblijfplaats niet verlaat. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 draagt iedere eigenaar, houder of hoeder van pluimvee in het toezichtsgebied ervoor zorg dat het pluimvee zijn verblijfplaats niet verlaat. 3. In afwijking van het eerste lid is het de eigenaar, houder of hoeder toegestaan om biggen, zonder gebruikmaking van de openbare weg, naar een op het bedrijf gelegen tijdelijke huisvesting te leiden.
4. In afwijking van het eerste lid, is het de eigenaar, houder of hoeder toegestaan om evenhoevigen, van het bedrijf naar het weiland te leiden en andersom, mits:
a. geen verplaatsing over de openbare weg plaatsvindt, en b. het desbetreffende bedrijf niet is gelegen in een beschermingsgebied, bedoeld in artikel 9, tweede lid van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985, tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van monden klauwzeer (PbEG L 315).

Artikel 7

Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, van vee, niet zijnde paarden, is verboden binnen het toezichtsgebied.

Artikel 8

1. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het vervoer van runderen, jonger dan 12 maanden, en varkens van een bedrijf rechtstreeks naar een slachthuis mits: a. het bedrijf en het slachthuis niet zijn gelegen in een beschermingsgebied als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985, tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van monden klauwzeer (PbEG L 315);
b. het onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van de Beschikking 2001/295/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 houdende vaststelling van maatregelen die moeten worden uitgevoerd voordat de op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511 van de Raad van de Europese Gemeenschappen toegepaste beperkende maatregelen worden ingetrokken (PbEG L 100), op het bedrijf waarvan de dieren worden afgevoerd, is uitgevoerd en daarbij geen mond- en klauwzeer is aangetroffen; c. het transport voorafgaand is gemeld met gebruikmaking van een daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier dat vergezeld gaat van de uitslag van voormeld onderzoek; d. een kopie van het ingevulde formulier alsmede de uitslag van het onderzoek tijdens het vervoer op het voertuig aanwezig zijn, en
e. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt naar een door de Minister aangewezen slachthuis dat is gelegen in toezichtsgebied I of in toezichtsgebied I 2. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van runderen, jonger dan 12 maanden, en varkens naar een slachthuis gelegen in het toezichtsgebied, mits: a. het vervoer voorafgaand is gemeld met gebruikmaking van een daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier; b. een kopie van het ingevulde formulier tijdens het transport op het voertuig aanwezig is;
c. het bedrijf waarvan de dieren worden afgevoerd is gelegen in het gebied, bedoeld in bijlage II bij de beschikking 2001/223;
d. het vervoer plaatstvindt overeenkomstig een door de Minister vastgesteld protocol;
e. het vervoer plaatsvindt in door het Centraal Bureau Slachtveediensten verzegelde vervoermiddelen, en f. voor de betreffende diercategorie een slachthuis is aangewezen door de Minister.

Artikel 9
1. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het vervoer van varkens en van runderen van een bedrijf rechtstreeks naar een ander bedrijf binnen het toezichtsgebied, mits: a. geen van beide bedrijven zijn gelegen in een beschermingsgebied als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985, tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315);
b. het onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van de Beschikking 2001/295/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 houdende vaststelling van maatregelen die moeten worden uitgevoerd voordat de op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511 van de Raad van de Europese Gemeenschappen toegepaste beperkende maatregelen worden ingetrokken (PbEG L 100), op zowel het bedrijf waarvan de dieren worden afgevoerd als op het bedrijf waar de dieren worden aangevoerd is uitgevoerd en daarbij geen mond- en klauwzeer is aangetroffen; c. indien het vervoer van runderen betreft, de runderen afkomstig zijn van één bedrijf en vervoerd worden naar een leegstaande kalvermesterij;
d. het betreft varkens, lichter dan 60 kilogram, die op het bedrijf waarvan de betreffende dieren worden afgevoerd zijn geboren, dan wel betreft runderen jonger dan 12 maanden; e. een bedrijf ten hoogste eenmaal per twee weken varkens dan wel runderen afvoert onderscheidenlijk aanvoert; f. op een bedrijf de aanvoer en afvoer van varkens dan wel runderen niet op dezelfde dag plaatsvindt; g. het vervoer voorafgaand wordt gemeld met gebruikmaking van een daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier dat vergezeld gaat van een door een dierenarts overeenkomstig een door de Minister verstrekt model opgestelde urgentieverklaring;
h. het vervoer niet plaats vindt dan nadat de Minister te kennen heeft gegeven dat geen bezwaar tegen het vervoer bestaat, en i. de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in onderdeel h, tijdens het transport op het voertuig aanwezig is. 2. De Regeling varkensleveringen is op het vervoer van varkens, bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing.

Artikel 10

1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, van paarden, is verboden binnen het toezichtsgebied.
2. Het in eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer van paarden van een plaats waar geen evenhoevigen worden gehouden, gelegen binnen het toezichtsgebied, naar een plaats waar geen evenhoevigen worden gehouden.
3. Het in eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het rechtstreeks vervoer van geregistreerde paarden, bedoeld in artikel 5.1 van de Regeling handel levende dieren en levende producten, van een plaats waar geen evenhoevigen worden gehouden, gelegen binnen het toezichtsgebied, naar een plaats waar geen evenhoevigen worden gehouden, gelegen buiten het toezichtsgebie 4. De vervoerder toont desgevraagd aan de, op grond van artikel 114, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen, ambtenaren een naar waarheid opgestelde schriftelijke verklaring waaruit blijkt het paard afkomstig is van een bedrijf waar geen evenhoevigen worden gehoude
5. Het vervoer, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt voorafgaand aan het vervoer gemeld aan de Minister, met gebruikmaking van een daartoe ter beschikking gesteld formulier, van welke melding ten tijde van het vervoer een afschrift in het voertuig aanwezig i

Artikel 11
1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, van pluimvee is verboden binnen het toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het rechtstreeks vervoer van kuikens, afkomstig van een bedrijf waar uitsluitend pluimvee wordt gehouden, naar een ander bedrijf. 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het rechtstreekse vervoer van pluimvee, afkomstig van een bedrijf waar uitsluitend pluimvee wordt gehouden, naar een slachthuis. 4. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op het rechtstreekse vervoer van pluimvee onderscheidenlijk eendagskuikens, afkomstig van bedrijven waar evenhoevigen verblijven, naar een slachthuis onderscheidenlijk een bedrijf waar uitsluitend pluimvee wordt gehouden, met dien verstande dat dit vervoer slechts eenmalig is toegestaan, waarna het verboden is op het bedrijf van herkomst nieuw pluimvee of nieuwe eendagskuikens aan te voereVan het in de vorige volzin bedoelde eenmalige vervoer dient voorafgaand schriftelijk melding te worden gemaakt aan de Minister.

Artikel 12

1. Het is verboden vervoermiddelen, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer van vee, te verplaatsen binnen het toezichtsgebied. 2. Het in eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het verplaatsen van voertuigen, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer van dieren waarvan het vervoer op grond van de de artikelen 8 tot en met 11 is toegestaan.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het eenmalig rechtstreeks verplaatsen van lege vervoermiddelen, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer van vee, uit het toezichtgebied, mits:
a. de bestuurder van het vervoermiddel ervoor zorg draagt dat het vervoermiddel langs de kortste weg binnen het toezichtsgebied wordt verplaatst naar een binnen het toezichtsgebied gelegen, op grond van artikel 23 van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 geregistreerde, reinigings- en ontsmettingsplaats waar het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol en het vervoermiddel onmiddellijk na die reiniging en ontsmetting wordt verplaatst uit het toezichtsgebied, en
b. van het verplaatsen voorafgaand door de bestuurder met een daartoe ter beschikking gesteld formulier melding wordt gedaan aan de Minister en een afschrift van het formulier op het vervoermiddel aanwezig is.

3. Levende dierlijke producten

Artikel 13

1. Het is verboden sperma, embryo´s en eicellen van vee te vervoeren binnen het toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op het vervoer van sperma van paarden.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer vanuit het toezichtsgebied van diepgevroren rundersperma dat is geproduceerd voor 20 februari 200 4. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op het vervoer van rundersperma, varkenssperma en sperma van schapen en geiten, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling handel levende dieren en levende producten, alsmede sperma van andere evenhoevigen, mits dat sperma geproduceerd is buiten het toezichtsgebied en de levering geschiedt op de openbare weg, direct grenzend aan het bedrijf van bestemming.

4. Mest

Artikel 14

1. Het vervoer van mest van evenhoevigen naar een plaats waar evenhoevigen worden gehouden is verboden.
2. Indien de vloeibare mest van evenhoevigen wordt aangewend overeenkomstig bijlage II, onderdeel 3, onder a, punt 2, van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998, wordt de mest in strookjes op de grond gebracht overeenkomstig onderdeel 2 van die bijlage.

Artikel 15

1. Het is verboden mest van vee te vervoeren binnen het toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer, binnen het toezichtsgebied, van mest naar een tot het desbetreffende bedrijf behorend perceel of voor het vervoer, binnen het toezichtsgebied, van mest van varkens naar een ander bedrijf waar geen evenhoevigen worden gehoudeIndien de openbare weg wordt betreden:
a. wordt gebruik gemaakt van een gesloten tankwagen die niet is voorzien van mestaanwendingsapparatuur; b. wordt de openbare weg door de tankwagen tijdens het transport niet verlaten, en
c. wordt de mest op het afleveradres vanaf de openbare weg overgepompt in een mestaanwendingsapparaat of een afgedekte tussenopslag voor mestaanwending.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer van mest vanuit het toezichtsgebied naar gebied Noord 2 of Noord 3, bedoeld in de Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 III, mits:
a. de mest wordt afgevoerd van een opslag van een intermediaire onderneming die is aangemeld op grond van artikel 5 van de Regeling voorraden Meststoffenwet;
b. aan deze opslag op of na 21 februari 2001 geen mest is toegevoegd;
c. het vervoer voor 13.00 uur op de dag voorafgaand aan het vervoer door de vervoerder met een daartoe ter beschikking gesteld formulier wordt gemeld aan de Minister en een afschrift van het formulier tijdens het vervoer op het vervoermiddel aanwezig is;
d. het vervoer geschiedt over hoofd- en snelwegen of waterwegen; e. het vervoer rechtstreeks geschiedt naar een opslag, die is aangemeld op grond van artikel 5 van de Regeling voorraden Meststoffenwet, van een intermediaire onderneming waar geen evenhoevigen verblijven, en
f. de mest tenminste een dag in de opslag, die is aangemeld op grond van artikel 5 van de Regeling voorraden Meststoffenwet, aanwezig blijft voordat hij uitgereden wordt. 4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer van varkensmest vanuit het toezichtsgebied naar een in dat gebied gelegen opslag van een intermediaire onderneming die is aangemeld op grond van artikel 5 van de Regeling voorraden Meststoffenwet, indien de mest vervolgens in die opslag aanwezig blijft. 5. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het rechtstreeks vervoer van kalvergier van een bedrijf naar een kalvergierbewerkingsinstallatie, gelegen binnen het toezichtsgebied, mits:
a. de voertuigen voortijdig bij de Minister worden aangemeld, met gebruikmaking van een daartoe ter beschikking gesteld formulier, van welke melding een afschrift in het voertuig aanwezig is;
b. het voertuig is voorzien van een door de kalvergierbewerkingsinstallatie afgegeven sticker; c. artikel 10, eerste lid, onderdeel a, evenzeer in acht wordt genomen bij het betreden van het erf van het bedrijf en bij het betreden en verlaten van de
kalvergierbewerkingsinstallatie;
d. het voertuig door de inzittenden op de kalvergierbewerkingsinstallatie niet wordt verlaten; e. het voertuig het toezichtsgebied niet verlaat, en f. overigens al het noodzakelijke wordt gedaan of gelaten om te voorkomen dat besmetting met of verspreiding van mond- en klauwzeer zich voordoet.
6. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het rechtstreeks vervoer van bewerkte kalvergier van de kalvergierbewerkingsinstallatie naar een in gebied Noord 2, bedoeld in bijlage I bij de Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 III gelegen opslag, mits: a. het voertuig voorafgaand aan het gebruik bij de Minister wordt aangemeld, met gebruikmaking van een daartoe ter beschikking gesteld formulier, van welke melding een afschrift in het voertuig aanwezig is; b. het voertuig is voorzien van een door de kalvergierbewerkingsinstallatie afgegeven sticker; c. artikel 4, eerste lid, onderdeel a, evenzeer in acht wordt genomen bij het betreden en verlaten van de kalvergierbewerkingsinstallatie;
d. het voertuig op de kalvergierbewerkingsinstallatie door de inzittenden niet wordt verlaten, en
e. een door de Minister goedgekeurd protocol in acht wordt genomen.
7. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer van monsters als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen voorzover het vervoer geschiedt naar een laboratorium ten behoeve van analyse als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van voornoemde regeling en vervoermiddelen en andere voorwerpen na aflevering gereinigd en ontsmet worden overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol.
8. Dit artikel is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van behandelde en verpakte mest van een detailhandelaar naar de consument.
9. Indien na het vervoer, bedoeld in het tweede en derde lid, de mest wordt aangewend, geschiedt de aanwending emissie-arm overeenkomstig bijlage II, onderdeel 2 of onderdeel 3, onder a, punt 1, van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998, met dien verstande dat de mest daarbij ten minste 10 centimeter onder het grondoppervlak wordt gebracht op dusdanige wijze dat de mest niet meer zichtbaar is.

Artikel 16

1. Het is verboden mest van pluimvee, afkomstig van bedrijven waar evenhoevigen verblijven te vervoeren binnen het toezichtsgebied. 2. Pluimveemest wordt emissie-arm aangewend overeenkomstig bijlage II, onderdeel 2 of onderdeel 3 onder a, punt 1, van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998.
3. In afwijking van het tweede lid mag vaste pluimveemest op bouwland emissie-arm worden aangewend overeenkomstig bijlage II, onderdeel 3, onder a, punt 2, van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998.
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer van monsters als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen voorzover het vervoer geschiedt naar een laboratorium ten behoeve van analyse als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van voornoemde regeling en vervoermiddelen en andere voorwerpen na aflevering gereinigd en ontsmet worden overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol.
5. Dit artikel is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van behandelde en verpakte mest van een detailhandelaar naar de consument.

5. Melk

Artikel 17

1. Het is verboden rauwe melk te vervoeren of vervoermiddelen kennelijk bestemd voor het vervoer van melk te verplaatsen binnen het toezichtsgebied.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de rauwe melk wordt vervoerd door middel van een vervoermiddel dat uitsluitend voor het vervoer van rauwe melk uit het toezichtsgebied is bestemd, vanaf een of meer bedrijven waar evenhoevigen worden gehouden, naar een melkfabriek, welke voor de verwerking van melk, afkomstig uit het toezichtsgebied, is ingericht.
3. Het is toegestaan dat ook de rauwe melk van buiten het toezichtsgebied, wordt gebracht naar een in het tweede lid bedoelde melkfabriek, mits deze melk wordt vervoerd met een ver voermiddel dat uitsluitend voor dat doel is bestemd en derhalve geen vervoermiddel is als bedoeld in het tweede lid. 4. De melk wordt in de fabriek, bedoeld in het tweede of derde lid, behandeld overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van Beschikking 2001/223/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L 82).

6. Voeders

Artikel 18

1. Het is verboden voeders, waaronder begrepen ruwvoer, voor vee dan wel pluimvee te vervoeren of vervoermiddelen kennelijk bestemd voor het vervoer van voeders, waaronder begrepen ruwvoer, voor vee dan wel pluimvee, te verplaatsen binnen het toezichtsgebied. 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de voeders, niet zijnde ruwvoer voorzover afkomstig van een plaats waar evenhoevigen worden gehouden, rechtstreeks worden vervoerd van een bedrijf waar deze voeders zijn vervaardigd of opgeslagen naar een detailhandelaar of een bedrijf, waaronder begrepen het eigen bedrijf, waar vee of pluimvee wordt gehouden. 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op het rechtstreeks vervoer van verpakte voeders voor vee en pluimvee van een detailhandelaar naar een consument. 4. Dit artikel is niet van toepassing op het vervoer van voeders voor vee en pluimvee door middel van schepen op binnenwateren. 5. In afwijking van het tweede lid is in de in artikel 1 van de Regeling noodvaccinatie mond- en klauwzeer 2001 bedoelde vaccinatiezone, de in het tweede lid bedoelde verplichting van rechtstreekse vervoer niet van toepassing, mits: a. het vervoermiddel bij het verlaten van de vaccinatiezone wederom wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig artikel 4, eerste lid, onderdeel a;
b. het vervoer plaatsvindt met een daartoe door de Minister aangewezen vervoermiddel;
c. de aangewezen vervoermiddelen geen voeders afleveren op bedrijven in een ander gebied dan de vaccinatiezone als bedoeld in de aanhef, en
d. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt van het bedrijf waar deze voeders zijn vervaardigd of opgeslagen naar de vaccinatiezone.

7. Destructiemateriaal

Artikel 19

1. Het vervoer van destructiemateriaal binnen het toezichtsgebied, is verboden.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op het vervoer van destructiemateriaal als bedoeld in de Destructiewet naar een in artikel 5 van de Destructiewet bedoelde onderneming alsmede het vervoer van destructiemateriaal van voornoemde onderneming naar een bedrijf ter vernietiging van het materiaal, mits:
a. de vervoerders van het destructiemateriaal door de Minister daartoe zijn aangewezen;
b. het vervoer naar het bedrijf waar zich het betrokken destructiemateriaal bevindt, alsmede het vervoer naar de in artikel 5 van de Destructiewet bedoelde onderneming geschiedt langs een door de Minister aangewezen route; c. de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen tijdens het vervoer op zodanige wijze zijn afgedekt dat verspreiding van smetstof niet kan plaatsvinden, en
d. de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen het toezichtsgebied uitsluitend verlaten langs een door de Minister aangewezen plaats.
3. Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, worden geen vervoerders van laag-risico-materiaal als bedoeld in de Destructiewet, aangewezen.

8. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 20

De verboden, bedoeld in de artikelen 15, 16, 17, 18 zijn niet van toepassing op het vervoer van mest, rauwe melk en diervoeders, dat, onderscheidenlijk die, in het kader van maatregelen als bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel g, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren onder toezicht van een keuringsdierenarts van de Rijksdienst van de keuring van Vee en Vlees van een bedrijf wordt, onderscheidenlijk worden, afgevoerd voor onschadelijkmaking.

Artikel 21

Deze regeling laat de op grond van artikel 25 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geldende beperkingen onverlet.

Artikel 22

Deze regeling laat de Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten mond- en klauwzeer 2001 II onverlet.

Artikel 23

1. Een hygiëneprotocol dat op grond van de artikelen 3c, eerste lid onderscheidenlijk 4, zesde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 5, derde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 6, vijfde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 8, vierde lid, onderscheidenlijk 9, achtste lid, onderscheidenlijk 10, tweede lid, onderscheidenlijk 11, vijfde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 12, tweede lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 13, derde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 14, tweede lid, onderdeel e, onderscheidenlijk 16, tweede lid, van de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 door of namens de Minister is goedgekeurd, geldt als een door de minister op grond van de artikelen 5, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 5, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk 5, tweede lid, onderdeel a, goedgekeurd hygiëneprotocol.
2. Een aanwijzing van een vervoerder op grond van artikel 14, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 geldt als een aanwijzing op grond van artikel19, tweede lid, onderdeel a. 3. Een door de Minister aangewezen route op grond van artikel 14, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 geldt als een aangewezen route op grond van artikel 19, tweede lid, onderdeel b. 4. Een door de Minister aangewezen slachthuis op grond van artikel 3a van de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 geldt als een aangewezen slachthuis op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel e.

Artikel 24

De Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 wordt ingetrokken.

Artikel 25

In artikel 8.1 van de Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 III, wordt 'Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001' vervangen door: Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 II.

Artikel 26

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 II.

Artikel 27

Deze regeling wordt op 18 mei 2001 om 18:00 uur bekendgemaakt aan de media en treedt onmiddellijk daarna in werking. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit, Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw

Bijlage

Gebied I: Oene

1. De artikelen 1 tot en met 18 van de regeling zijn op dit gebied van toepassing, met uitzondering van de artikelen: + met ingang van 22 mei 2001: 6, tweede lid; + 6, vierde lid;
+ 8, eerste lid, behoudens het rechtstreeks vervoer van een in toezichtsgebied II gelegen bedrijf naar een in toezichtsgebied I gelegen slachthuis;
+ tot 21 mei 2001 om 0.00 uur: 8, tweede lid; + 9;
+ met ingang van 22 mei 2001: 10;
+ met ingang van 22 mei 2001: 11;
+ met ingang van 22 mei 2001: 13;
+ 15, derde en zesde lid,
+ met ingang van 22 mei 2001: 15;
+ met ingang van 22 mei 2001: 16, en
+ met ingang van 22 mei 2001: 18.

2. Het gebied is begrensd als volgt:
1. Vanaf de kruising Zwartsluizerweg (N331) met de Hoogstraat (Hasselt), de Hoogstraat volgend in oostelijke richting tot de Doctor H.a.Van De Vechtlaan
2. De Doctor H.a.Van De Vechtlaan volgend in oostelijke richting overgaand in de Verkavelingsweg tot de Boerderijweg 3. De Boerderijweg volgend in oostelijke richting tot de Klinkerweg
4. De Klinkerweg volgend in oostelijke richting tot de Steenwetering
5. De Steenwetering volgend in zuidoostelijke richting tot de Blokwe
6. De Blokweg volgend in oostelijke richting tot de Vriezendijk 7. De Vriezendijk volgend in zuidoostelijke richting tot de Westeind
8. De Westeinde volgend in noordoostelijke richting tot de Noordeind
9. De Noordeinde volgend in zuidelijke richting tot de De Hooislage
10. De De Hooislagen volgend in oostelijke richting tot de Ankummerdij
11. De Ankummerdijk volgend in zuidelijke richting overgaand in de Cubbinghesteeg, tot de Ruitenborghwe 12. De Ruitenborghweg volgend in zuidoostelijke richting tot de Prins Bernhardstraat (in Dalfsen).
13. De Prins Bernhardstraat volgend in zuidelijke richting overgaand in de Bruinleeuwstraat, tot de Raadhuisstraa 14. De Raadhuisstraat volgend in oostelijke richting overgaand in de Burgemeester Van Bruggenplein tot de Poppenalle 15. De Poppenallee volgend in zuidelijke richting tot de Rechterensedij
16. De Rechterensedijk volgend in oostelijke richting tot de Stationswe
17. De Stationsweg volgend in zuidelijke richting tot de Heinosewe
18. De Heinoseweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in de Bergerallee, tot de Oude Vechtstee
19. De Oude Vechtsteeg volgend in oostelijke richting tot de Rietmanswe
20. De Rietmansweg volgend in zuidelijke richting tot de Diezerstraa
21. De Diezerstraat volgend in oostelijke richting tot de Heidewe 22. De Heideweg volgend in zuidelijke richting tot de Dalmsholterwe
23. De Dalmsholterweg volgend in zuidelijke richting tot het Overijsselskanaa
24. Het Overijsselskanaal volgend in oostelijke richting tot de brug Deventerweg de N34
25. De N348 volgend in zuidelijke richting overgaand in de Ommerweg (N348) tot de Veenwe
26. De Veenweg volgend in zuidoostelijke richting tot de Oude Twentsewe
27. De Oude Twentseweg volgend in oostelijke richting tot de Elskampwe
28. De Elskampweg volgend in zuidelijke richting tot de Schanekampswe
29. De Schanekampsweg volgend in westelijke richting tot de Holteveenswe
30. De Holteveensweg volgend in zuidelijke richting tot de Luttenbergerwe
31. De Luttenbergerweg volgend in oostelijke richting tot de Hottenvoortswe
32. De Hottenvoortsweg volgend in zuidelijke richting tot de Holteveenswe
33. De Holteveensweg volgend in oostelijke richting tot de Bloemenboswe
34. De Bloemenbosweg volgend in zuidelijke richting tot de Knikkenwe
35. De Knikkenweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in de Bloemenkampsweg, tot de Hakkershoekwe 36. De Hakkershoekweg volgend in westelijke richting tot de Keizersveldwe
37. De Keizersveldweg volgend in zuidwestelijke richting tot de Nijverdalseweg (N35).
38. De Nijverdalseweg (N35) volgend in oostelijke richting tot de Kroepewe
39. De Kroepeweg volgend in zuidelijke richting tot de Raamswe 40. De Raamsweg volgend in westelijke richting tot de Eekwielenswe
41. De Eekwielensweg volgend in zuidoostelijke richting tot de Wittebroekswe
42. De Wittebroeksweg volgend in zuidelijke richting tot de Eektewe
43. De Eekteweg volgend in westelijke richting tot de Portlanderdij
44. De Portlanderdijk volgend in zuidoostelijke richting tot de Poggebeltwe
45. De Poggebeltweg volgend in zuidwestelijke richting tot de Holterweg
46. De Holterweg volgend in westelijke richting tot de Cellenwe 47. De Cellenweg volgend in zuidoostelijke richting tot de Koldeweeswe
48. De Koldeweesweg volgend in zuidelijke richting tot de Berghuiswe
49. De Berghuisweg volgend in westelijke richting tot de Witteveenswe
50. De Witteveensweg volgend in zuidoostelijke richting overgaand in de Vlessendijk, tot de Borgelinkswe 51. De Borgelinksweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Ten Havesweg, overgaand in de Oerdijk, tot de Oostermaatsdij
52. De Oostermaatsdijk volgend in zuideliike richting tot de Rensinkswe
53. De Rensinksweg volgend in oostelijke richting tot de Marswe 54. De Marsweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Oude Postweg tot de Apenhuizerenkwe
55. De Apenhuizerenkweg volgend in westelijke richting tot de Loowe
56. De Looweg volgend in westelijke richting tot de Schipbeekswe 57. De Schipbeeksweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Marsdijk, overgaand in de Braakmansteeg, overgaand in de Looweg, tot de Dennendij
58. De Dennendijk volgend in westelijke richting tot de Bielderwe 59. De Bielderweg volgend in noordelijke richting tot de Kasteelwe
60. De Kasteelweg volgend in westelijke richting tot de Jufferdij 61. De Jufferdijk volgend in zuidelijke richting tot de Lochemseweg (N339).
62. De Lochemseweg (N339) volgend in westelijke richting tot de Heidewe
63. De Heideweg volgend in zuidoostelijke richting tot de Reeverwe
64. De Reeverweg volgend in zuidwestelijke richting tot de Koekoekwe
65. De Koekoekweg volgend in zuidelijke richting tot de Deventerdij
66. De Deventerdijk volgend in zuidoostelijke richting tot de Harfsensestee
67. De Harfsensesteeg volgend in westelijke richting tot de Schurinklaan (in Eefde).
68. De Schurinklaan volgend in zuidelijke richting tot de Zutphenseweg (N348).
69. De Zutphenseweg (N348) volgend in zuidelijke richting overgaand in de Doctor De Hoevenlaan (N348), overgaand in de Rustoordlaan (N348), overgaand in de Deventerweg (N348), tot de Industrieweg (in Zutphen).
70. De Industrieweg volgend in westelijke richting tot de Marswe 71. De Marsweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Coenensparkstraat overgaand in de Parkstraat tot de Havenstraa
72. De Havenstraat volgend in zuidwestelijke richting tot de Oude IJsselbru
73. De Oude IJsselbrug volgend in westelijke richting tot de Weg Naar Voorst (N345).
74. De Weg Naar Voorst (N345) volgend in noordwestelijke richting overgaan in de Rijksweg, tot de Tondensestraa 75. De Tondensestraat volgend in zuidelijke richting overgaand in de Hoevesteeg, overgaand in de Langedijk, tot de Apeldoornsewe
76. De Apeldoornseweg volgend in de noordelijke richting tot de Hoofdwe
77. De Hoofdweg volgend in zuidwestelijke richting tot de Vrijenbergweg
78. De Vrijenbergweg volgend in westelijke richting tot de Beekbergerweg (Loenen).
79. De Beekbergerweg volgend in zuidelijke richting overgaand in westelijke richting in de Groenendaalseweg tot de Oude Arnhemsewe
80. De Oude Arnhemseweg volgend in noordelijke richting tot de Krimwe
81. De Krimweg volgend in westelijke richting tot de Brouwerswe 82. De Brouwersweg volgend in noordelijke richting tot de Otterloseweg (N304).
83. De Otterloseweg (N304) volgend in zuidelijke richting overgaand in de Apeldoornseweg (N304), tot de Stevenpolsepa 84. De Stevenpolsepad volgend in noordelijke richting tot de Ossenwe
85. De Ossenweg volgend in westelijke richting tot de Dorpsstraat (N310) (in Harskamp).
86. De Dorpsstraat (N310) volgend in noordelijke richting overgaand in de Harderwijkerweg (N310), tot de Hoog Buurlosewe
87. De Hoog Buurloseweg volgend in noordoostelijke richting tot de Houtvester Van ´t Hoffwe
88. De Houtvester Van ´t Hoffweg volgend in noordelijke richting tot de Heetwe
89. De Heetweg volgend in noordelijke richting overgaand in Nieuw Milligenseweg, overgaand in de Kootwijkerweg (N302), overgaand in de Meervelderweg (N302), tot de Schoolpa 90. De Schoolpad volgend in noordelijke richting tot de ´t Ho 91. De ´t Hof volgend in noordwestelijke richting tot de Garderenseweg (N310).
92. De Garderenseweg (N310) volgend in westelijke richting tot de Uddelermeerwe
93. De Uddelermeerweg volgend in noordelijke richting tot de Staverdensewe
94. De Staverdenseweg volgend in westelijke richting tot de Jonkheer Doctor C.Sandbergwe
95. De Jonkheer Doctor C.Sandbergweg volgend in noordelijke richting tot de Oude Zwolsewe
96. De Oude Zwolseweg volgend in noordoostelijke richting tot de Nieuwe Tra
97. De Nieuwe Traa volgend in noordelijke richting tot de Hierderwe
98. De Hierderweg volgend in noordelijke richting overgaand in de Hessenweg, tot de Oudewe
99. De Oudeweg volgend in noordoostelijke richting tot de Harderwijkerwe
100. De Harderwijkerweg volgend in oostelijke richting tot de Varelsewe
101. De Varelseweg volgend in noordelijke richting tot de Randmeerwe
102. De Randmeerweg volgend in oostelijke richting tot de Hoge Bijsselse-Pa
103. De Hoge Bijsselse-Pad volgend in noordelijke richting tot het Veluwemee
104. Het Veluwemeer volgend in zuidwestelijke richting tot de Knardijk (Harderwijk)
105. Vanaf de Knardijk de N302 volgend in noordoostelijke richting tot de Futenweg N302 overgaand in N305 tot N710 Swifterwe
106. N710 Swifterweg volgend in noordwestelijke richting overgaand in Biddingweg tot N30
107. N307 volgend in noordelijke richting Kamperhoekweg tot snelweg A
108. Snelweg A6 volgend tot Ketelbru
109. Vanaf de Ketelbrug het Ketelmeer volgen in noordoostelijke richting overgaand in Zwarte Meer tot Veerweg (Zwartsluis). 110. Vanaf de Veerweg (Zwartesluis) de N331 volgend in oostelijke richting overgaand in zuidelijke richting de Rondweg, overgaand in Sluizerdijk (N331), overgaand in de Zwartsluizerweg (N331) tot de kruising van Zwartsluizerweg (N331) met de Hoogstraat (Hasselt).

Gebied II: Kootwijkerbroek

1. De artikelen 1 tot en met 18 van de regeling zijn op dit gebied van toepassing, met uitzondering van de artikelen: + met ingang 22 mei 2001: 6, tweede en vierde lid, onderdeel b; + met ingang 19 mei 2001: 8, eerste lid, onderdeel a; + 8, tweede lid;
+ met ingang 19 mei 2001: 9, eerste lid, onderdeel a; + met ingang van 22 mei 2001: 10;
+ met ingang van 22 mei 2001: 11;
+ met ingang van 22 mei 2001: 13;
+ 15, derde en zesde lid;
+ met ingang van 22 mei 2001: 15;
+ met ingang van 22 mei 2001: 16, en
+ met ingang van 22 mei 2001: 18.
2. Het gebied is begrensd als volgt:
1. Vanaf De Garderenseweg (Speuld) de weg volgend in zuidwestelijke richting tot ´T Ho
2. ´T Hof volgend in zuidoostelijke richting tot de Hofwe 3. De Hofweg volgend in zuidoostelijke richting tot de Aardhuiswe
4. De Aardhuisweg volgend In zuidelijke richting tot de N34 5. De N344 volgend in oostelijke richting tot de Aardhui 6. De Aardhuis volgend in zuidelijke richting tot de Pomphulwe 7. De Pomphulweg volgend in westelijke richting tot de Alverschotensewe
8. De Alverschotenseweg volgend in zuidelijke richting tot de Hoog Buurlosewe
9. De Hoog Buurloseweg volgend in oostelijke richting tot de N30 10. De N304 volgend in zuidwestelijke richting tot de Apeldoornsewe
11. De Apeldoornseweg volgend in zuidelijke richting tot de Delensewe
12. De Delenseweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Leipzigerweg overgaand in de Hoenderloseweg tot de Koningsweg N31
13. De Koningsweg N311 volgend in westelijke richting overgaand in de Otterloseweg overgaand in de Harderwijkerweg tot de Oud Reemsterlaa
14. De Oud Reemsterlaan volgend in zuidwestelijke richting tot de N22
15. De N224 volgend in noordwestelijke richting tot de Nieuwe Kazernelaan (Ede).
16. De Nieuwe Kazernelaan volgend in zuidelijke richting tot de Eikenlaa
17. De Eikenlaan volgend in westelijke richting tot de Stationswe 18. De Stationsweg volgend in noordelijke richting tot de Beukenlaa
19. De Beukenlaan volgend in westelijke richting tot de Schaapswe 20. De Schaapsweg volgend in westelijke richting tot de Kolkakkerwe
21. De Kolkakkerweg volgend in westelijke richting tot de Proosdijerveldwe
22. De Proosdijerveldweg volgend in noordelijke richting tot de Slotlaa
23. De Slotlaan volgend in westelijke richting tot de Hogerhors 24. De Hogerhorst volgend in noordelijke richting tot het wate 25. Aan het eind van de Hogerhorst het water overstekend naar de N22
26. De N224 volgend in westelijke richting tot de Oudendijk (Ederveen).
27. De Oudendijk volgend in noordelijke richting tot de Buurtwe 28. De Buurtweg volgend in westelijke richting tot de Hoofdwe 29. De Hoofdweg volgend in noordelijke richting tot de Schra 30. De Schras volgend in westelijke richting tot de Munnikewe 31. De Munnuikeweg volgend in noordelijke richting tot Veenwe 32. De Veenweg volgend in noordwestelijke richting tot de N224 (Renswoude).
33. De N224 volgend in noordwestelijke richting tot de Ruwinkleseweg (Scherpenzeel).
34. De Ruwinkelseweg volgend in noordelijke richting overgaand in de Heintjeskamperweg tot de Barneveldsestraa 35. De Barneveldsestraat volgend in noordoostelijke richting tot de Veenschoterwe
36. De Veenschoterweg volgend in westelijke richting overgaand in noordelijke richting tot de Huigenbosc 37. De Huigenbosch volgend in zuidwestelijke richting tot de Kolfschote
38. De Kolfschoten volgend in noordelijke richting overgaand in de Ringlaan tot de Schoonderbekerweg (De Glind). 39. De Schoonderbekerweg volgend in westelijke richting overgaand in noordelijke richting in de Ruurd Visserstraat (Achterveld) tot de Jan van Arkelwe
40. De Jan van Arkelweg volgend in noordelijke richting overgaand in de Stoutenburgerweg tot de Vinselaarsewe 41. De Vinselaarseweg volgend in westelijke richting tot de Vinkelaa
42. De Vinkelaar volgend in noordelijke richting tot de A1 en het spoor overstekend naar de Korlaarsewe
43. De Korlaarseweg volgend in noordelijke richting tot de Hoevelakensewe
44. De Hoevelakenseweg volgend in noordwestelijke richting overgaand in de Klaarwater tot de Platanenstraa 45. De Platanenstraat volgend in oostelijke richting tot de Damweg (Zwartebroek).
46. De Damweg volgend in noordwestelijke richting tot de Blokhuizerstee
47. De Blokhuizersteeg volgend in noordoostelijke richting tot de Slichtenhorsterwe
48. De Slichtenhorsterweg volgend in noordoostelijke richting tot de Barneveldseweg N30
49. De Barneveldseweg N301 volgend in westelijke richting tot de Oude Barneveldsewe
50. De Oude Barneveldseweg volgend in noordelijke richting tot de Beulenkamperwe
51. De Beulenkamperweg volgend in oostelijke richting tot de Deuverdensewe
52. De Deuverdenseweg volgend in noordelijke richting tot de Donkerestee
53. De Donkeresteeg volgend in noordoostelijke richting tot de Groot Hellerwe
54. De Groot Hellerweg volgend in oost-noordoostelijke richting tot de Hellerwe
55. De Hellerweg volgend in noordoostelijke richting tot de Hooiwe
56. De hooiweg volgend in oostelijke richting tot de Roosendaalsewe
57. De Roosendaalseweg volgend in noordelijke richting tot de Engwe
58. De Engweg volgend in zuidoostelijke richting tot de N30 59. De N303 volgend in noordelijke richting tot de Postwe 60. De Postweg volgend in oostelijke richting overgaand in de Drieseweg overgaand in de Sprielderweg tot de Garderensewe 61. De Garderenseweg volgend in zuidelijke richting tot de Buurtwe
62. De Buurtweg volgend in noordwestelijke richting tot het Speuldervel
63. Het Speulderveld volgend in zuidoostelijke richting tot het Hessenmeer
64. Het Hessenmeer volgend in noordelijke richting tot de Koningswe
65. De Koningsweg volgend in oostelijke richting tot de N30 66. De N302 volgend zuidoostelijke richting tot De Bee 67. De Beek volgend in oostelijke richting tot de Uddelermeerwe 68. De Uddelermeerweg volgend in zuidelijke richting tot de Bleke Mee
69. De Bleke Meer volgend in zuidoostelijke richting tot de Garderenseweg (Speuld).

Gebied III: Ee en Anjum

1. De artikelen 1 tot en met 18 van de regeling zijn op dit gebied van toepassing, met uitzondering van de artikelen: + met ingang van 22 mei 2001: 6, tweede lid; + 6, vierde lid;
+ 8;
+ 9;
+ met ingang van 22 mei 2001: 10;
+ met ingang van 22 mei 2001: 11;
+ met ingang van 22 mei 2001: 13;
+ 15, derde en zesde lid;
+ met ingang van 22 mei 2001: 15;
+ met ingang van 22 mei 2001: 16, en
+ met ingang van 22 mei 2001: 18.
2. Het gebied is begrensd als volgt:
1. Vanaf de veerpont Holwerd de Waddenzee volgend in oostelijke richting tot Groninger Wa
2. Vanaf Groninger Wad de Kustweg aansluiting op Westpolde 3. Westpolder volgend in noordoostelijke richting tot de Kolhamsterwe
4. Kolhamsterweg volgend in zuidelijke richting overgaand in Schapenwe
5. Schapenweg volgend in zuidelijke richting tot de Noorderstraat (Ulrum).
6. De Noorderstraat (Ulrum) volgden in oostelijke richting overgaand in Leensterwe
7. Leensterweg volgend in oostelijke richting tot de Singe 8. De Singel volgend in zuidelijke richting overgaand in de Tilwe
9. De Tilweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Zoutkamperwe
10. Zoutkamperweg volgend in westelijke richting overgaand in de Churchilweg .
11. Churchilweg volgend in westelijke richting tot de Vishalstraa 12. Vishalstraat volgend in zuidelijke richting tot Reitdie 13. Reitdiep volgend in zuidoostelijke richting tot Munneke Zijlsterrie
14. Munnekezijlsterried volgend in zuidwestelijke richting tot de Stadsweg (Lauwerzijl) N38
15. Stadsweg (Lauwerzijl) N388 volgend in zuidelijke richting tot de Wester Waarddij
16. De Wester Waarddijk volgend in zuidwestelijke richting tot de Pieterzijlsterwe
17. De Pieterzijlsterweg volgend in zuidelijke richting tot de N355 Friesestraatwe
18. N355 Friesestraatweg volgend in westelijke richting tot de Heirwe
19. De Heirweg volgend in zuidwestelijke richting tot de Stationswe
20. De Stationsweg volgend in zuidelijke richting tot het Van Starkenborgh Kanaa
21. Het Van Starkenborgh Kanaal volgend in zuidwestelijke richting overgaand in het Prinses Margriet Kanaal tot de N369 Heger Dyk (Kootstertille).
22. De N369 Heger Dyk volgend in noordwestelijke richting overgaand in De Koaten tot de N355 Rykswe 23. De N355 Rykswei volgend in westelijke richting overgaand in de N355 Rijksstraatweg tot de N361 Westerdijk (Rijperkerk). 24. De N361 Westerdijk volgend in noordwestelijke richting overgaand in de N361 Trijnwaldsterdijk tot de Nieuwestraatwe 25. De Nieuwestraatweg volgend in noordoostelijke richting overgaand in de Kaetsjemuoi Wei tot de Kerkwe 26. De Kerkweg volgend in oostelijke richting tot de Rietveldswe 27. De Rietveldsweg volgend in noordelijke richting tot de Rietvel
28. De Rietveld volgend in noordwestelijke richting overgaand in de Tussendammen overgaand in de Klokhuizerweg overgaand in de Hikkaaderdyk overgaand in de Harstawei tot de Oosterbeintumerwe
29. De Oosterbeintumerweg volgend in noordoostelijke richting tot de Farebuorre
30. De Farebuorren volgend in noordwestelijke richting overgaand in oostelijke richting overgaand in de Hogedij 31. De Hogedijk volgend in noordelijke richting tot de N357 Ljouwerterdy
32. De N357 Ljouwerterdyk volgend in noordoostelijke richting tot de N358 Bjimsterwe
33. De N358 Bjimsterwei volgend in noordwestelijke richting overgaand in de Grândyk tot de veerpont Holwerd

Regeling