Rijksuniversiteit Groningen

21 mei 2001

Nummer 61

15 mei 2001

Oratie prof.dr. Jouke van Dijk

Noorden moet achterstand op arbeidsmarkt accepteren

Noorden moet achterstand op arbeidsmarkt accepteren In huidig tempo duurt het 86 jaar
Alvast pendelen vanaf Eelde
Braindrain
Pendelen makkelijker maken
Curriculum vitae
Noot voor de pers

Het realiseren van de 43.000 extra arbeidsplaatsen die de commissie Langman nodig acht in het Noorden, zal niet lukken voor de streefdatum, het jaar 2010. Dat zegt prof.dr. Jouke van Dijk in de oratie die hij 22 mei 2001 aan de RUG uitspreekt. Van Dijk, hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse, denkt echter dat het uitblijven van die extra groei niet echt rampzalig hoeft te zijn. Ondanks de hogere werkloosheid zijn mensen in het noorden van het land over het algemeen tevreden. Beleidsmaatregelen zouden zich daarom moeten concentreren op de langdurig werklozen.

"Eigenlijk gaat het erom hoe gelukkig men zich voelt," zegt Van Dijk in zijn oratie. "Uit Europees vergelijkend onderzoek en uit onderzoek van de Fryske Akademy is gebleken dat Friezen en Drenten, en in iets mindere mate ook Groningers, hoog scoren op de factor geluk. Dit ondanks het feit dat de werkloosheidcijfers hier hoger zijn dan in de Randstad. Naar mijn idee moet je een bepaalde regionale achterstand op de arbeidsmarkt gewoon accepteren en je concentreren op de groep die wél ongelukkig wordt door de werkloosheid. Ik wil dus niet beweren dat er geen probleem is. Er is de groep langdurig werklozen die in een sociaal isolement is geraakt en ook kampt met gezins-, huisvestings- en financiële problemen. Het is te hopen dat dat aspect niet ondersneeuwt in de discussie over magneetzweefbanen en stedelijke netwerken. Een gemeentelijk project als 'Groningen op de ladder', dat zich op die groep richt, vind ik daarom belangrijker dan Langman."

In huidig tempo duurt het 86 jaar

Langmangelden worden vooral gebruikt voor het stimuleren van nieuwe werkgelegenheid. Het creëren van nieuwe banen in een regio hoeft echter niet altijd te betekenen dat de werkloosheid sterk afneemt, waarschuwt Van Dijk. "In een snel groeiende economie verdwijnen soms oude banen en komen er nieuwe bij, die alleen door schoolverlaters en andere nieuwe toetreders vervuld kunnen worden." Los daarvan is 43.000 banen extra, volgens de commissie Langman nodig om het aantal banen per inwoner in het Noorden gelijk te trekken met het landelijk gemiddelde, een hoog aantal. "Onlangs zag ik krantenkoppen: groei Noorden hoger dan landelijk gemiddelde. De groei bleek echter maar 0,1% hoger te zijn. Toen ik het narekende, bleek dit overeen te komen met maar vijfhonderd banen per jaar. Dan duurt het dus 86 jaar voordat je aan de 43.000 zit."

Alvast pendelen vanaf Eelde

Aanleg van een magneetzweefbaan lijkt Van Dijk een goede zaak voor het imago van Groningen en zal ook zeker zorgen voor meer werkgelegenheid. Naast meer werk wordt ook voorspeld dat de arbeidsmarkt door de zweeftrein veel efficiënter gaat functioneren. De omvang van dit laatste betwijfelt hij. "Als de berekeningen kloppen, lijkt het me goed om te onderzoeken of pendelen met vliegtuigen vanaf Eelde nu al niet loont. Dat vergt geen tien miljard aan investeringen en als het niet werkt, kun je de vliegtuigen wel weer elders inzetten. En je kunt in elk geval al vóór 2010 van de effecten profiteren."

Maar eigenlijk is er maar één ding dat zeker werkt om werkloosheid terug te dringen. Dat is lager loon. "Met tien procent lager loon, daalt de werkloosheid al flink. Ik wil het niet propageren, maar je zou het aan de mensen voor kunnen leggen: kiest u voor laag loon en veel werkgelegenheid in de regio of voor hoog loon en minder werkgelegenheid?"

Braindrain

Dat driekwart van de studenten na het afstuderen het Noorden verlaat, is volgens Van Dijk geen probleem. "Bestuurders klagen wel over dit verschijnsel, dat ze dan braindrain noemen. Integendeel, denk ik, het is juist onderdeel van een normaal carrièreverloop. Het zou veel erger zijn als ze hier als werkloze blijven hangen zoals gebeurt in tijden van grote werkloosheid." Het lijkt Van Dijk zelfs een goede zaak om vijfduizend of tienduizend studenten extra naar Groningen halen. Via de multiplier-effecten kan dit flink wat werkgelegenheid opleveren, zegt de nieuwe hoogleraar. "HBO of universiteit maakt niet uit. Een hoogwaardiger en schonere industrie is niet denkbaar."

Pendelen makkelijker maken

Van Dijks leerstoel is de eerste waarbij de analyse van de arbeidsmarkt centraal staat sinds het vertrek van de legendarische Groningse hoogleraar Cees de Galan in 1982. Van Dijk kijkt ook naar regionale verschillen op de arbeidsmarkt. Opmerkelijk is volgens hem dat het wonen steeds gelijker verdeeld raakt over het land, maar het werk niet. "Dat wordt een enorm probleem. Je kunt zeggen: we kiezen in Nederland voor wonen en pendelen, werk is geen reden meer om te verhuizen. Het ligt ook voor de hand, veel tweeverdieners kiezen een mooie woonplaats vanwaaruit beide partners binnen een uur op hun werk kunnen zijn." Twintig jaar lang hebben beleidsmakers geprobeerd om mensen te laten verhuizen richting werk, maar dat is vechten tegen de bierkaai, denkt de nieuwe hoogleraar. Het werk moet gelijker verdeeld worden over het land en het pendelen moet gemakkelijker worden gemaakt. "Bijvoorbeeld met een magneetzweeftrein."

Curriculum vitae

Jouke van Dijk (Holwerd, 1956) werd in februari 2000 namens de Stichting ter Bevordering van de Ruimtelijke Wetenschappen benoemd tot bijzonder hoogleraar Regionale arbeidsmarktanalyse bij de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen. Van Dijk studeerde economie in Groningen en promoveerde er in 1986 op het proefschrif Migratie en Arbeidsmarkt.

Noot voor de pers

Nadere informatie: prof.dr. Jouke van Dijk, tel. (050)363 37 65/38 96, e-mail j.van.dijk@frw.rug.nl (werk).

Homepage: http://www.frw.rug.nl/persons/dijk/dijk.htm