Ministerie van Financien

Persberichtnr.


01/147


Den Haag

21 mei 2001

Rapport Commissie grensarbeiders aangeboden aan Staatssecretarissen Bos en Hoogervorst

Op 21 mei 2001 heeft de heer R.L.O. Linschoten het rapport van de Commissie grensarbeiders aangeboden aan Staatssecretaris van Financiën Bos en Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Hoogervorst.

De Commissie grensarbeiders, onder voorzitterschap van de heer R.L.O. Linschoten, is ingesteld bij beschikking van 10 februari 2000. In de commissie waren naast de ministeries van Financiën, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken, de Universiteit Maastricht, de werknemersorgani-saties FNV en CNV, de werkgeversorganisatie VNO/NCW, het MKB Nederland, de Stichting grensarbeid en de Vereniging Europese Grenslandbewoners vertegenwoordigd. De taak van de Commissie grensarbeiders was tweeledig; (i) adviseren over de wijze waarop de in het concept nieuw belastingverdrag tussen Nederland en België opgenomen compensatiemaatregelen voor Nederlandse grensarbeiders die in België werken zo adequaat mogelijk kunnen worden geïmplementeerd, en (ii) adviseren omtrent mogelijke knelpunten waarmee grensarbeiders in de praktijk kunnen worden geconfronteerd als gevolg van het wonen aan de ene kant van de grens en het werken aan de andere kant van de grens.

Het rapport bevat dertig aanbevelingen. Op hoofdlijnen gaat het om het volgende.

Aanbevelingen implementatie compensatiemaatregelen in het concept nieuw belastingverdrag

Het concept verdrag kent twee compensatiemaatregelen. De eerste maatregel voorziet voor Nederlandse grensarbeiders die in België werken in de mogelijkheid om voor de Nederlandse belastingheffing aftrekposten als hypotheekrente voor de Nederlandse woning te vergelden in de situatie waarin het loon in België wordt belast. De tweede maatregel regelt de compensatie voor de inkomensachteruitgang die Nederlandse grensarbeiders zouden ondervinden als gevolg van de overgang van een woon- naar een werkstaatheffing. Deze tweede maatregel is tijdelijk en geldt alleen voor Nederlandse grensarbeiders op wie onder het huidige belastingverdrag de zogenoemde grensarbeidersregeling van toepassing is; de maatregel geldt onder andere niet meer wanneer de grensarbeider van baan verandert.

De aanbevelingen van de commissie zien in de eerste plaats op aspecten waarmee rekening gehouden moet worden bij de berekening van de compensatie. Genoemd kunnen worden een fictieve gecombineerde heffingskorting voor de niet of weinig verdienende partner van de grensarbeider en de Belgische belastingen en sociale premies waarmee rekening gehouden moet worden. Voorts wordt de aanbeveling gedaan om onder strikte voorwaarden de tweede maatregel in stand te laten wanneer de grensarbeider van baan verandert in het kader van een bedrijfsovername, fusie, gedwongen ontslag of detachering naar een derde land. Ten slotte worden aanbevelingen gedaan van organisatorische aard om de maatregelen met zo min mogelijk administratieve lasten en tijdig voor de grensarbeiders toe te passen.

Aanbevelingen knelpunten in de praktijk

Deze taak heeft de commissie beperkt opgevat omdat deze knelpunten al uitvoerig aan de orde zijn gesteld in de notities over de fiscale en sociale verzekeringspositie van grensarbeiders (Kamerstukken II 1999/2000, 26 834, nrs. 1-5). De commissie heeft zich in dit kader dan ook toegelegd op het voor het voetlicht brengen van die - in de notities verwoorde - knelpunten die in de praktijk als meest knellend worden ervaren. In dit verband wordt onder andere de aanbeveling gedaan om het zogenoemde AOW-gat te repareren in situaties waarin sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard. Dit is bijvoorbeeld het geval indien het totale ouderdomspensioen van een gescheiden vrouw die in de periode 1 januari 1957 tot 1 januari 1980 niet heeft gewerkt en vanwege het AOW-gat niet was verzekerd, ligt beneden het minimumniveau. Voorts wordt een meer omvattende reparatie aanbevolen indien dit mogelijk is binnen politiek aanvaardbare financiële kaders.

Voor worden aanbevelingen gedaan die zien op het treffen van maatregelen in de sfeer van de ziektekostenverzekeringen en collisie van arbeidsongeschiktheidsregelingen. Ook worden aanbevelingen gedaan om maatregelen te treffen teneinde dubbele verzekering of - bij geringe nevenactiviteiten - een switch in verzekeringen te voorkomen.

Aanbevelingen inzake voorlichting

De derde serie aanbevelingen zien op het verbeteren van de voorlichting. In de praktijk blijkt dat met een goede voorlichting veel problemen kunnen worden voorkomen. In de eerste plaats wordt aanbevolen om op dit punt de samenwerking tussen de Belastingdienst en de sociale zekerheidsinstellingen te intensiveren. Voorts wordt aanbevolen om in de relatie met België te streven naar dezelfde samenwerking op het punt van de informatievoorziening en klachtbehandeling als inmiddels - via het team Grensoverschrijdend wonen en werken - plaatsvindt tussen Nederland en Duitsland.

In de hiervoor genoemde notities over de sociale verzekeringspositie van grensarbeiders heeft de Staatssecretaris van Financiën opgemerkt dat het concept nieuw belastingverdrag met België voor wat betreft de grensarbeiders moet worden opgevat als een tussenstap naar een ideale Europese regeling (Kamerstukken II 1999/2000, 26 834, nr. 2). Naar aanleiding daarvan heeft de commissie de aanbeveling gedaan de betrokken maatschappelijke groeperingen te consulteren over de vraag of in het kader van een Europese regeling gestreefd zou moeten worden naar toepassing van het fiscale en sociale stelsel van de woonstaat van de grensarbeider, dan wel naar toepassing van het fiscale en sociale stelsel van de werkstaat. In de speech die de heer Linschoten bij de aanbieding van het rapport heeft uitgesproken, heeft hij hiervoor de specifieke aandacht gevraagd.

U kunt op deze site het rapport (excl. bijlagen) en de speech bekijken.

Voorts kunt u een exemplaar van het rapport (incl. bijlagen) en de speech opvragen bij het Ministerie van Financiën, Centrale Directie Voorlichting, Postbus 20201, 2500 EE s-Gravenhage.

Woordvoerder: Mw E.A. Hijink

070 4328229 of 06 53352906