0100,0100,0100Times New RomanPERSBERICHT

Utrecht, 21 mei 2001

Mestoverschot nog zeer groot

RIVM rapport gebaseerd op wishful thinking

Volgens Stichting Natuur en Milieu is het mestoverschot vele malen groter dan de acht miljoen kilo fosfaat die een commissie van deskundigen bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)* heeft uitgerekend. De commissie, die in opdracht van de ministeries van VROM en Landbouw het officiële mestoverschot
herberekende, gaat uit van opeengestapelde
optimistische aannames. De berekening is niet reëel en mag geen basis zijn voor het beleid, omdat het de
bescherming van de natuur op het spel zet.

Vorig jaar ging het ministerie van Landbouw nog uit van een mestoverschot van

21,5 miljoen kilo fosfaat in 2003. Uit de onlangs gepubliceerde herberekening komt, verrassend, acht miljoen kilo. De commissie is op het lage getal uitgekomen door een trits van te optimistische aannames.

Ten eerste ging men er vanuit dat Nederland de stikstofnorm mag overschrijden die de EU-Nitraatrichtlijn voorschrijft. Dat staat echter geenszins vast. Als de Europese Commissie of de Nederlandse rechter vasthoudt aan de Europese normen, moet twintig miljoen kilo fosfaat worden opgeteld bij de berekende acht miljoen kilo.

Voorts hanteert men het idee dat 55-90 procent van de akkerbouwers varkens- en kippenmest zullen afnemen. Recente informatie toont echter aan dat slechts ca. 40 procent deze mest wil gebruiken. Het is daarom reëel nog eens vijftien miljoen kilo fosfaat op te tellen bij de acht miljoen. Ook rekent het RIVM zich rijk door structureel 95 i.p.v. 100 procent van de mineralen in de mest mee te nemen.

Ten slotte zullen in 2003 waarschijnlijk scherpere normen gaan gelden voor de uitspoeling van meststoffen naar grond- en oppervlaktewater en zal de export van mest geen hoge vlucht nemen. Al met al is het redelijk het mestoverschot voor 2003 te schatten op veertig tot zestig miljoen kilo fosfaat.

Stichting Natuur en Milieu waarschuwt ervoor om toekomstig mestbeleid te bouwen op een wankel fundament van wishful thinking als het RIVM-rapport. Het uit de markt nemen van in totaal veertig miljoen kilo fosfaat door het opkopen van boerenbedrijven rond kwetsbare natuurgebieden, waar Stichting Natuur en Milieu voor pleit, blijft hoogst actueel. Een dergelijk mestbeleid is essentieel voor de bescherming van bijzondere soorten, zoals orchideën, vlinders en salamanders.

Nadere inlichtingen: Stichting Natuur en Milieu: Jeroom Remmers, tel: 030-2348250; Marijke Brunt, tel: 30-2331328 (privé 030-2316169)


* 'Het landelijk mestoverschot 2003; Methodiek en berekening' van de Permanente Commissie van Deskundigen Mest- en
Ammoniakproblematiek. Deze commissie werkte onder
verantwoordelijkheid van het Milieuplanbureau (RIVM) en bestond uit deskundigen van RIVM, CBS, LEI-DLO, RIZA en WUR. LTO-Nederland, IPO en SNM zaten in een klankbordgroep.

Bijlage: Mestoverschot in 2003 nog zeer groot

Op 16 mei presenteerde een onderzoekscommissie in opdracht van de Ministeries van LNV en VROM een rapport over de berekening van het landelijk mestoverschot in 2003. Hieruit zou blijken dat het mestoverschot in 2003 niet 21 miljoen kg fosfaat zal zijn, zoals eerder werd verwacht, maar slechts 8 miljoen kg en bij tegenvallers 13 miljoen kg fosfaat. Stichting Natuur en Milieu heeft zitting gehad in de klankbordgroep van de commissie en stelt de berekeningswijze en presentatie van de cijfers ter discussie. Het mestoverschot is volgens haar in 2003 40 miljoen kg fosfaat en mogelijk zelfs 60 mln kg fosfaat.

Het rapport gaat ervan uit dat Nederland een hogere stikstofnorm mag toepassen dan de EU-nitraatrichtlijn toestaat. Het is echter nog maar de vraag of de Europese Commissie of de Nederlandse rechter dit toestaan. De Nederlandse rechter doet hierover vermoedelijk over een maand uitspraak en de EU Commissie in november dit jaar. Als in 2002 niet 300 kg stikstof, maar slechts 210 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare mag worden uitgereden, zal het mestoverschot volgens de overheid met 51 mln kg stikstof (ofwel ca. 20 mln kg fosfaat) toenemen. Dit is de hoeveelheid mest van de helft van de Nederlandse varkensstapel. Dit geldt ook voor het jaar 2003.

Bovendien gaat het rapport uit van een zeer hoge bereidheid van akkerbouwers, tuinders en extensieve veehouders om overschotmest van intensieve veehouders te accepteren. Zo'n 55-90% van de akkerbouwers zouden hiertoe bereid zijn. Stichting Natuur en Milieu beschikt echter over recent informatiemateriaal waaruit blijkt dat er slechts een acceptatiegraad is van ruim 40%. Als er 10% minder mestafzetcontracten worden getekend dan waar het rapport van uitgaat, groeit het mestoverschot met ruim 15 mln kg fosfaat. Het rapport noemt die mogelijkheid wel in een pessimistisch scenario, maar dit komt niet terug in de cijfers in de eindconclusie.

Stichting Natuur en Milieu wijst erop dat de onderzoekers geen rekening hebben gehouden met de noodzaak van lagere fosfaat- en stikstofnormen die naar aanleiding van de evaluatie van het mestbeleid in 2002 waarschijnlijk voor 2003 zullen gelden. Hierdoor zal het mestoverschot in 2003 veel groter zijn dan nu is berekend. De nu vastgestelde stikstofverliesnormen voor 2003 zijn volgens een RIVM-onderzoeksrapport uit november 2000 circa 10 kg stikstof/ha te hoog om het doel van schoon grondwater (50 mg nitraat/l) te realiseren. Vooral de stikstofverliesnormen voor droge zandgronden zijn onvoldoende hoog. De Europese Commissie zal vermoedelijk aandringen op aanscherping van de stikstofverliesnormen, zodat er een echte garantie is dat norm uit de EU-nitraatrichtlijn gehaald kan worden. Die strengere normen zullen wel leiden tot een extra fosfaatoverschot van 8 mln kg. Ook is geen rekening gehouden met het in het beleid reeds aangekondigde grotere areaal droge zandgronden en met lagere fosfaatverliesnormen die voor fosfaatverzadigde gronden zijn toegezegd (NMP3, p. 52 en Voortgangsrapportage IN, 10-2-1999).

Stichting Natuur en Milieu wijst er op dat het landbouwkundig goed mogelijk is de fosfaatverliesverliesnorm in 2003 aan te scherpen van 20 kg/ha naar 6-11 kg/ha en fosfaatkunstmest onder te brengen in het MINAS-stelsel. Dit wordt door uitvoerig, recent onderzoek bevestigd (RIVM/WUR rapport 22, november 2000, p.172, 174). Deze informatie zal zeker een rol spelen bij de evaluatie van het mestbeleid in 2002.

Ook is niet uitgegaan van een maas in de wet Pluimveerechten, waardoor varkenshouders in bepaalde gevallen onbedoeld pluimveerechten kregen en doorverkochten, wat tot een groei van de pluimveestapel zal leiden.

Tenslotte hebben de onderzoekers ten onrechte en zonder uitgebreid onderzoek gedacht dat alle grond van kleine (hobby)boeren en particulieren (140.000 ha) beschikbaar is voor afzet van overschotmest. Onder andere uit oogpunt van specifiek landgebruik, stankoverlast en te kleine
landbouwoppervlaktes zal dit beperkt blijven. Dit scheelt al snel 5,5 miljoen kg fosfaat die in de praktijk niet afgezet kan worden.

Stichting Natuur en Milieu is verbaasd over de kleine onzekerheidsmarge van 5 mln fosfaat meer of minder op het totale mestoverschot dat de onderzoekers hanteren (3-13 mln kg mestoverschot). Deze marges zijn strijdig met de bandbreedtes en onzekerheden die in het rapport zelf zijn geschetst. Het pessimistische scenario voor tegenvallende mestexport door bijvoorbeeld uitbreken van nieuwe dierziekten is al 6 mln kg fosfaat lager dan het middenscenario; samen met een tegenvallende acceptatie van dierlijke mest scheelt dit al 21 mln kg fosfaat. Stichting Natuur en Milieu waarschuwt dan ook om op basis van dit rapport te snelle conclusies te trekken over het 'oplossen van mestprobleem'. Een berekening die op een aantal punten gewoonweg niet reeël is mag niet de basis vormen voor beleid, omdat het de bescherming van de natuur op het spel zet.

Het blijft van groot belang om het mestoverschot te bestrijden. Stichting Natuur en Milieu stelt voor de komende tijd jaarlijks 400 mln gulden in te zetten om in totaal 30-40 mln kg fosfaat op te kopen, heel gericht in zones rondom natuurgebieden. In totaal is hiervoor f 2,5 miljard nodig.

Tabel: Mestoverschot in 2003 volgens Stichting Natuur en Milieu

Door onderzoekers berekend mestoverschot in 2003 8 mln kg fosfaat

Tegenvaller acceptatie dierlijke mest door akkerbouwers 15 mln kg fosfaat

Kleiner areaal voor mestplaatsing (70.000 ha hobbyboeren) 5,5 mln kg fosfaat

Groter areaal droge zandgronden (350.000 i.p.v. 250.000 ha) 1,5 mln kg fosfaat

Aanpassing stikstofverliesnorm om 50 mg nitraat/l te realiseren 8 mln kg fosfaat

Lagere fosfaatverliesnorm in fosfaatverzadigde gronden (NMP3) 3 mln kg fosfaat

Totaal te verwachten mestoverschot in 2003 volgens SNM 40 mln kg fosfaat

Indien de Europese Commissie of de Nederlandse rechter derogatie van de EU-nitraatrichtlijn niet toestaat, zal het fosfaatoverschot nog eens 20 mln kg fosfaat extra toenemen.