Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=415549



Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Azië en Oceanië afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 21 mei 2001 Auteur mr J. Roodenburg

Kenmerk DAO-0417-01 Telefoon 070-3485655

Blad Fax 070-3485323

Bijlage(n) E-mail jj.roodenburg@minbuza.nl

Betreft Relatie tussen de familie Soeharto en Nederlandse financiële instellingen

Zeer geachte Voorzitter,

In de brief van de Griffier Uwer Commissie van 2 april 2001 vraagt u mij nader in te gaan op de motie van de leden Koenders en Hoekema (Kamerstuk 27 400 V, nr. 21) inzake de mogelijke relatie tussen de door de familie Soeharto onrechtmatig verkregen gelden enerzijds en een aantal internationale vertakkingen, waaronder Nederlandse financieringsmaatschappijen anderzijds.

In eerdere antwoorden van de minister van Financiën op vragen van de leden Vos, Vendrik, Verhagen en Balkenende en in mijn vorige reactie is toegelicht dat de Nederlandse regering bereid is steun te verlenen aan het strafrechtelijk onderzoek dat de Indonesische procureur-generaal, de heer Marzuki Darusman, thans verricht. Daarin is ook geïndiceerd dat het Openbaar Ministerie te Amsterdam op dit moment geen aanleiding ziet om zelf een opsporingsonderzoek te starten.

Van mijn ambtgenoot van Justitie ontving ik een verslag van het gesprek eerder dit jaar van twee officieren van justitie met de Indonesische procureur-generaal. In deze samenvatting zijn tevens de afspraken vermeld die met de Indonesische procureur-generaal zijn gemaakt. Met instemming van mijn ambtgenoot van Justitie leg ik u deze samenvatting bijgaand ter vertrouwelijke kennisneming voor. Tegen openbaarmaking van de samenvatting bestaat, gelet op de in het geding zijnde onderzoeksbelangen indien het tot een onderzoek zou komen, bezwaar.

Van mijn ambtgenoot van Justitie heb ik inmiddels vernomen dat het Openbaar

Ministerie op 3 mei jl. per fax een eerste reactie van de Indonesische

autoriteiten heeft ontvangen. Deze reactie wordt momenteel door het Openbaar

Ministerie bestudeerd, teneinde te kunnen beoordelen of de feiten aanleiding geven om een zelfstandig strafrechtelijk onderzoek in Nederland te starten. Indien nodig zal bij de Indonesische autoriteiten nadere informatie opgevraagd worden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Kenmerk
DAO-
Blad /1

===