Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=415467



Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 21 mei 2001 Auteur Mr G.A. Beschoor Plug

Kenmerk DIE/297/01 Telefoon 070-3485005

Blad /7 Fax 070-3484086

Bijlage(n) E-mail die@minbuza.nl

Betreft Verslag Algemene Raad van 14 en 15 mei 2001 Zeer geachte Voorzitter, Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij het verslag van de Algemene Raad van 14 en 15 mei 2001 aan te bieden. De Minister van Buitenlandse Zaken

Verslag van de Algemene Raad van 14 en 15 mei 2001

Westelijke Balkan


-
Macedonië

De Raad verwelkomde de brede coalitieregering die op 13 mei in Skopje is gevormd, doch constateerde tegelijkertijd dat het bereikte akkoord nog fragiel is en dat de etnisch Albanese partij PDP slechts voorwaardelijk deel neemt. De belangrijkste manier om de coalitie te bestendigen is de beëindiging van het geweld in Noord-Macedonië. De Raad was het met de Hoge Vertegenwoordiger Solana eens dat de EU de vinger krachtig aan de pols moet blijven houden. Snelle resultaten in de interetnische dialoog zijn nu een topprioriteit. De EU zal de Macedonische regering daarbij blijven bijstaan. De interetnische dialoog zal worden ondersteund door een secretariaat, waaraan de EU in de startfase in principe bereid is financieel bij te dragen. Van 16-18 mei zal een ministeriële trojka Skopje, Tirana en Sarajevo bezoeken. Dit bezoek biedt volgens Solana een goede gelegenheid om te praten over de verschillende verzoeken voor EU hulp, in het bijzonder van de Macedonische regering.

Ook werd stilgestaan bij de rol van de etnisch Albanese leiders in Kosovo in het Macedonische conflict. De Raad is voornemens strenger op te treden tegen Kosovo, indien deze leiders zich niet bereid tonen het extremistisch geweld in de crisis in Noord-Macedonië ondubbelzinnig te veroordelen.


-
FRJ donorconferentie

Commissaris Patten deelde mede dat volgens de Wereldbank en de Europese Commissie de donorconferentie, waaraan Westerse landen en Internationale Financiële Instellingen zouden deelnemen, nog in de zomer van 2001 moet worden gehouden. De economische crisis in de FRJ doet zich steeds sterker voelen en het moreel onder de bevolking neemt af. Patten noemde 29 juni als mogelijke datum.

Tegelijkertijd moet in deze kwestie rekening worden gehouden met de VS, die meent dat een donorconferentie pas kan worden georganiseerd als er meer zichtbare voortgang is geboekt in de vervulling van voorwaarden door de FRJ regering, met name inzake de samenwerking met het Joegoslavië Tribunaal. Zonder deelname van de VS heeft een donorconferentie minder zin.


-
Bosnië-Herzegovina

De Raad veroordeelde het recente geweld in Trebinje, Mostar en Banja Luka. De maatregelen die door Hoge Vertegenwoordiger Petritsch zijn genomen werden ondersteund. In de Raadsconclusies werd herhaald dat verzoening, implementatie van het Dayton-vredesakkoord en toenadering tot de EU de belangrijkste elementen zijn om een duurzame vrede in Bosnië te bewerkstelligen.


-
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst met Kroatië

Na een half jaar onderhandelen werd en marge van de Raad de Stabilisatie- en

Associatieovereenkomst met Kroatië geparafeerd. Ondertekening volgt later dit najaar. Kroatië is na Macedonië het tweede land in de Westelijke Balkan waarmee de Unie een dergelijke pijleroverstijgende overeenkomst zal sluiten.

Afrika

De Raad nam een gemeenschappelijk standpunt aan over conflictpreventie in Afrika, dat in de verschillende interventies werd aangehaald als startpunt voor nieuwe initiatieven van de EU, in het bijzonder in de Grote Meren-regio. Het inkomend Belgisch Voorzitterschap gaf aan Afrika de nodige prioriteit te willen geven, hetgeen Nederland van harte heeft ondersteund. Voorts heeft Nederland aandacht gevraagd voor o.m. het belang van demobilisatie- en reïntegratieprogramma´s, waaraan Nederland ook wil bijdragen.

Sommige ministers suggereerden hervatting van ontwikkelingssteun te koppelen aan uitvoering van VR-resoluties.

Met betrekking tot Zimbabwe heeft Nederland ernstige bezorgdheid uitgesproken over de toenemende intimidatie door de regering van oppositie, buitenlandse vertegenwoordigingen en bedrijfsleven. De EU-dialoog volgens art. 8 van het Cotonou-verdrag verloopt moeizaam en geeft nog geen uitzicht op verbetering van de toestand. Minister Cook van het VK wenst dat naast voortzetting van de dialoog ook scherpere maatregelen, zoals een wapenembargo en visumbeperkingen, worden overwogen.

Tenslotte heeft Nederland gepleit voor continue nauwe betrokkenheid van de EU bij Ethiopië en Eritrea ter bevordering van normalisering en verzoening tussen beide landen. In dit verband heeft Nederland voorgesteld dat het verstrijken - deze week - van het VN-wapenembargo gepaard zou moeten gaan met terughoudendheid bij wapenimporten door deze twee landen, waartoe verifieerbare afspraken zouden moeten worden gemaakt. VN- en EU-lidstaten zouden zelf ook uiterste terughoudendheid in acht moeten nemen bij wapenleveranties aan de regio. De Raadsconclusies zijn op verzoek van Nederland op dit onderdeel aangescherpt.

Indonesië

Naar aanleiding van de Raadsconclusies, waarover de Raad zonder verdere discussie overeenstemming bereikte, heeft Nederland enkele belangrijke actuele ontwikkelingen in Indonesië opgebracht, die de EU noodzaken aandacht aan dit land te blijven besteden.

Zo heeft Nederland zijn zorg uitgesproken over het stagnerende transitieproces, dat zich op politiek, economisch en bestuurlijk niveau manifesteert. Daarnaast ondermijnen de voortdurende spanningen in Atjeh, Irian Jaya, Kalimantan en de Molukken de interne stabiliteit.

De EU zou het hervormingsproces moeten blijven steunen en tegelijkertijd Jakarta moeten aansporen met een grotere 'sense of urgency' voort te gaan op de ingeslagen weg van politieke en economische hervormingen. Daartoe wordt gelegenheid geboden tijdens de as. ASEM-bijeenkomst (24 en 25 mei), wanneer een trojka-ontmoeting plaatsvindt met de Indonesische regering in het kader van de vorig jaar geopende politieke dialoog. Daarbij moet dan ook tot uitdrukking worden gebracht dat de Indonesische regering zelf daadkracht en visie moet tonen bij de hervormingen en bij de vraagstukken van decentralisatie en autonomie.

Midden Oosten

Tijdens de lunch hebben de ministers kort stilgestaan bij de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, aansluitend op de discussie hierover tijdens de 'Gymnich' bijeenkomst, vorige week. Ik heb kort verslag gedaan van mijn recente reis naar de regio. De ministers waren het snel eens dat het rapport van de Commissie Mitchell door de EU moest worden verwelkomd. Het rapport kan, naast het Egyptisch-Jordaanse non-paper, een belangrijke startpunt zijn voor verdere gesprekken tussen partijen, temeer daar ook de VS zich gunstig over het rapport heeft uitgelaten. HV Solana is door de Raad verzocht te onderzoeken hoe verder politiek vervolg kan worden gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport.

Met betrekking tot de a.s. bijeenkomst van het Associatiecomité met Israël bestond overeenstemming dat daarin - met verwijzing naar art. 2 van de Associatie-overeenkomst (mensenrechtenclausule) - de mensenrechtensituatie in kritische zin moet worden opgebracht. De kwestie van de origineregels moet eveneens worden aangekaart, ter verdere technisch/ juridische bespreking in het daarvoor bevoegde douane-comité.

Tijdens het diner met de Secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, bleek een grote mate van overeenstemming over het nut van het Mitchell rapport en de Egyptisch- Jordaanse voorstellen voor hervatting van het overleg .

EU-VN

Tijdens dat diner liet SGVN Annan blijken de wens tot nadere samenwerking tussen de VN en de EU op het terrein van conflictpreventie en crisisbeheersing te delen. Beide organisaties zouden zich in eerste instantie kunnen richten op informatie-uitwisseling en samenwerking bij missies en operaties, ook op het gebied van opleiding en training. Ook werd verkiezingswaarneming opgebracht als terrein voor nadere samenwerking. Annan tracht te bevorderen dat de aanbevelingen van het Brahimi-rapport zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd. Van EU-zijde is in dit kader benadrukt dat het EVDB geen schadelijke effecten zal hebben voor de EU-betrokkenheid bij VN-vredeshandhaving, maar daaraan juist sterker zal kunnen bijdragen.

EVDB

Tijdens de bespreking over het EVDB, waaraan ook de ministers van Defensie deelnamen, werd het belang onderstreept van spoedige opheffing van de tekortkomingen aan 'capabilities' in verband met verwezenlijking van de Head Line Goal. De ministers van Defensie, tevoren bijeen in informeel kader, hadden daartoe afgesproken dat de consultaties over de bijdragen van de lidstaten moeten worden voortgezet.

Verschillende ministers wezen op de noodzaak de verschillende afspraken tussen de EU en de NAVO nu zo snel mogelijk af te ronden. Het Zweedse Voorzitterschap verklaarde te hopen op een doorbraak tijdens de komende NAVO-ministeriële vergadering resp. AR-NAR bijeenkomst in Boedapest. Van verschillende kanten is daarbij benadrukt dat ook de arrangementen met derde landen nu verder moeten worden ontwikkeld.

Tijdens de ontmoetingen van de ministers van Buitenlandse Zaken respectievelijk Defensie met hun collega's van de Europese niet-EU NAVO-bondgenoten en van de kandidaat-lidstaten op 15 mei jl. brachten laatstgenoemden dit ook zelf naar voren. Zij wensten in dit verband ook sterker betrokken te worden bij planning en oefeningen en spraken de hoop uit dat op korte termijn liaison-officieren bij de Militaire Staf zouden worden geplaatst. Deze ministers wensten nadrukkelijk ook deel te nemen aan civiel crisismanagement. Het a.s. Belgische Voorzitterschap stelde in dit verband een 'Capabilities Commitment Conference' op politie-terrein in het vooruitzicht, waarin de EU-lidstaten hun politie-bijdragen verder kunnen concretiseren en waaraan ook deze derde landen mogen deelnemen.

Uitbreiding

De Raad sprak over het onderhandelingshoofdstuk inzake het vrij verkeer van personen. Bij brief van 17 mei jl. is Uw Kamer over dit onderwerp een notitie toegegaan, waarin ook het verloop van de discussie in de Raad is weergegeven over dat onderhandelingshoofdstuk.

In vervolg op de bespreking van dit agendapunt heeft de Raad tijdens de lunch, mede in het licht van de algehele reserve die Spanje heeft gelegd op een akkoord over het hoofdstuk vrij verkeer van personen, een informele gedachtewisseling gevoerd over een door de Spaanse regering opgesteld memorandum (zie bijlage) inzake regionaal beleid en uitbreiding. In dit memorandum wijst Madrid erop dat door de uitbreiding de Spaanse regio's een aanzienlijk deel van hun aanspraken op structuurfondsen dreigen te verliezen, indien de huidige criteria worden gehandhaafd. Het gemiddeld hoofdelijk inkomen in de EU, dat de maatstaf vormt voor de toewijzing van fondsen, zal immers dalen. De huidige armere lidstaten en regio's binnen de EU zullen zo, aldus het memorandum, op statistische en dus kunstmatige wijze relatief 'rijker' worden gemaakt. Spanje wijst erop dat het nodig zal zijn om in het kader van de toetredingsonderhandelingen voor dit probleem een oplossing te vinden.

Het Voorzitterschap stelde voor om in een Raadsverklaring in algemene termen gewag te maken van de begrijpelijke zorgen van lidstaten met betrekking tot de uitbreiding en de Commissie uit te nodigen de economische, sociale en statistische gevolgen van de uitbreiding op het structuur- en cohesiebeleid te onderzoeken in relatie tot het Spaanse memorandum.

Nederland heeft het voorstel in deze formulering afgewezen. Nederland heeft daarbij aangegeven dat de EU dient vast te houden aan de methodiek van de 'road map', die de Commissie in november vorig jaar heeft geïntroduceerd en die door de Europese Raad van Nice is omarmd. Indien thans elementen van een ander onderhandelingsproces zouden worden ingebracht in de toetredingsonderhandelingen, zouden ook kwesties als de netto-afdrachten en de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid kunnen worden ingebracht. Nederland heeft zich daarom uitgesproken tegen een onderzoek waarin wordt getracht tegemoet te komen aan de wens van een lidstaat om op dit moment over één element uit het toekomstige onderhandelingspakket een uitspraak te doen.

Ook mijn Franse en Duitse collega's wezen het voorstel van het Voorzitterschap af. De discussie wordt voorlopig in Coreper voortgezet.

Openbaarheid

De Raad ging politiek akkoord met de voorliggende tekst - die Uw kamer eerder toeging - voor de EU-openbaarheidsverordening. Daarmee is de weg vrijgemaakt voor de Raad om vóór eind mei, na een vertaaltechnische analyse van de teksten, deze verordening formeel aan te nemen.

Voorbereiding Europese Raad Gotenburg

De Voorzitter gaf onder dit agendapunt enige informatie over de stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding van de Europese Raad die op 15 en 16 juni in Gotenburg zal worden gehouden. Op de agenda van deze ER zullen staan uitbreiding, duurzaamheidsstrategie, terwijl ook aandacht zal worden besteed aan het EVDB en het debat over de toekomst van de Unie. Tijdens de Algemene Raad in juni zal de ER verder worden behandeld.

Samenwerkingsraad Moldavië

En marge van de Raad
vond op 15 mei de samenwerkingsraad met Moldavië plaats. Er werd ondermeer
gesproken over de zorgwekkende macro-economische toestand in Moldavië, de binnenlands politieke situatie en de ontwikkelingen m.b.t. de Moldavische regio Transdniestrië die zich eenzijdig onafhankelijk heeft verklaard.

De EU spoorde de nieuwe regering (bestaande uit voormalig Communisten) aan om versneld economische hervormingen door te voeren en sprak de hoop uit dat de betrekkingen tussen de Moldavische regering en de Bretton Woods instellingen zullen worden hersteld. De EU drong ook aan op het voeren van een structureel beleid van armoedebestrijding. De EU is bereid Moldavië daarbij te assisteren met onder meer het TACIS-programma.

Associatieraad Cyprus

De associatieraad met Cyprus vond plaats onder voorzitterschap van de Minister van Buitenlandse Zaken van Cyprus, Kassoulides. De EU-delegatie werd voorgezeten door Minister Lindh.

Van de zijde van de EU werd de in het algemeen zeer goede voortgang in de toetredingsonderhandelingen met Cyprus verwelkomd. Ten aanzien van het politieke criterium heeft de EU de uitspraken van de Europese Raad van Helsinki over de toetreding van Cyprus in relatie tot de politieke kwestie in herinnering gebracht. De EU moest met spijt constateren dat de besprekingen in VN-kader over een oplossing voor de kwestie-Cyprus op dit moment stilliggen, riep de Turks-Cypriotische gemeenschap op haar deelname aan dit proces te hervatten, en gaf opnieuw haar steun aan de deelname van de Turks-Cypriotische Gemeenschap aan het team van Cyprus voor de toetredingsonderhandelingen.

Van Cypriotische zijde werd ten aanzien van het politieke vraagstuk onderstreept dat Cyprus bereid blijft ieder moment de besprekingen in VN-kader te hervatten.

Samenwerkingsraad Oekraïne

De voorziene samenwerkingsraad met Oekraïne werd op verzoek van Kiev uitgesteld tot 25 juni aanstaande aangezien de huidige regering van Premier Joeshenko demissionair is.

Associatieakkoord tussen de EU en Egypte

Op verzoek van de Egyptische regering werd de voorziene ondertekening van het associatieakkoord tussen de EU en Egypte uitgesteld.

Hamerstukken

De volgende vier onderwerpen, genoemd in de geannoteerde agenda van 20 april, werden als hamerstuk aangenomen.

Voorbereiding EU-Rusland Top (17 mei)

Mededeling van de Commissie inzake de Transatlantische betrekkingen

Plan van aanpak voor de versnelde actie ter bestrijding van de belangrijkste infectieziekten in het kader van de armoedebestrijding

Voorbereiding ASEM (bijeenkomst ministers van Buitenlandse Zaken)

Kenmerk
Blad /1

===