Ministerie van Defensie



Brieven aan de Kamer


Gebruiksvergunningen

21-05-2001

Inleiding
Mede naar aanleiding van de cafébrand in Volendam is geïnventariseerd hoeveel gebouwen in gebruik bij Defensie een gebruiksvergunning zouden moeten hebben en hoeveel vergunningen er daadwerkelijk zijn. Uit het eerste onderzoek komen bijna 3400 gebruiksvergunningplichtige gebouwen naar voren, terwijl ongeveer 120 vergunningen (soms voor meerdere gebouwen) voorhanden zijn.

De gebruiksvergunning is een van de elementen bij het waarborgen van de brandveiligheid. Een aanvraag bouwvergunning wordt sinds jaar en dag getoetst op ontwerpeisen op het gebied van brandveiligheid, die tegenwoordig opgenomen zijn in het Bouwbesluit. In het kader van de regelgeving op het vlak van milieu en arbeidsomstandigheden gelden voorschriften op het gebied van in- en externe veiligheid van allerlei bedrijfsactiviteiten (bijv. opslag en werkplaatsen), die ook betrekking hebben op brandgevaar. Binnen de verschillende onderdelen van het ministerie zijn functionarissen belast met brandpreventie. Ook zonder gebruiksvergunning wordt dan ook al een behoorlijk beschermingsniveau bereikt.
Vanuit de zorg voor personeel en andere aanwezigen is het echter gewenst om de brandveiligheid van defensiegebouwen maximaal te waarborgen.

Achtergrond gebruiksvergunning
Sinds 1992 hebben de gemeenten in het belang van de brandveiligheid in hun bouwverordening voor bestaande en nieuwe gebouwen een gebruiksvergunningstelsel ingevoerd. Voor Defensie zijn vooral de volgende soorten gebouwen van belang:

a) bouwwerken waarin meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn (bijv. kantoren, restaurants, lesgebouwen);

b) bouwwerken waarin brandbare, brandbevorderende en bij brand gevaar opleverende stoffen worden opgeslagen;

c) bouwwerken waarin aan meer dan 10 personen nachtverblijf wordt verschaft (bijv. legeringsgebouwen).

Genoemde vergunning heeft betrekking op het gebruik van gebouwen en staat naast de bouwvergunning die betrekking heeft op het oprichten of veranderen van bouwwerken en de milieuregelgeving.

In de gebruiksvergunning kunnen voorwaarden gesteld over o.m.:
- stoffering en versiering,

- uitgangen en vluchtwegen,

- ventilatie en werkzaamheden,

- brandveiligheidsinstructie en ontruimingsplan,
- maximaal toelaatbaar aantal personen,

- draagbare blustoestellen.

Prioriteitstelling
Het aanvragen van gebruiksvergunningen, zeker voor in 1992 al bestaande gebouwen, heeft zowel bij mijn ministerie als bij veel gemeenten geen hoge prioriteit gehad. Onder meer gezien het grote aantal gebruiksvergunningen dat nu moet worden aangevraagd, zal het enige tijd duren voordat een en ander gerealiseerd kan zijn en is een prioriteitstelling noodzakelijk. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
brandveiligheid voor personen gaat voor brandveiligheid voor goederen. De aandacht dient in eerste instantie uit te gaan naar de bescherming van mensen. Dit pleit ervoor om voorrang te geven aan gebouwen waarin veel mensen verblijven en m.n. als zij zich daar in een kwetsbare positie bevinden. Daarbij kan worden gedacht aan legeringsgebouwen, restaurants, musea, gebouwen waar evenementen worden gehouden, grote kantoren etc.

- doelmatigheid
Het meest doelmatig voor de uitvoerende partijen is het om de gebruiksvergunningen per complex aan te vragen.

Beide uitgangspunten zijn verwerkt in een plan van aanpak dat is gericht op het verkrijgen van gebruiksvergunningen voor alle gebouwen waarvoor dit is voorgeschreven binnen drie jaar.

De Staatssecretaris van Defensie,

H.A.L. van Hoof