Gemeente Amsterdam


|
College stemt in met raadsvoordracht 'Tandje hoger'

College stemt in met raadsvoordracht 'Tandje hoger'

Het college van B&W heeft ingestemd met de raadsvoordracht over het uitvoeringsplan van de nota 'Tandje Hoger' van de Sociale Dienst Amsterdam (SDA) en wordt ter kennisneming aan de gemeenteraad aangeboden.

Het uitvoeringsplan is de uitwerking van dit al eerder door de gemeenteraad vastgestelde plan tot uitbreiding van de zogenaamde Inzetprojecten in Amsterdam. Doel hiervan is 10.000 extra cliënten van de SDA - waar mogelijk - actief naar betaald werk te begeleiden. De raadsvoordracht zal op 23 mei in de gemeenteraad worden besproken.

Het college gaat er van uit dat met de kennisneming van dit uitvoeringsplan door de gemeenteraad de in de operatie Kwaliteitsslag aan de SDA toegekende middelen voor de versterking van de organisatie beschikbaar komen (amendement raadslid Piersma). Dit na besluitvorming over de invulling van de extra formatieplaatsen. De SDA is regisseur van de Inzetprojecten.

Deze projecten zijn in wezen een verdieping van de arbeidstoeleidingstaak uit de Algemene Bijstandswet (Abw). Invulling van deze regisseursrol is de eerste stap in de richting van het zogenaamde casemanagement (het maken en begeleiden van trajectplannen), zoals dat door de gemeenteraad in het beleidsplan 2001 is goedgekeurd. De extra middelen en de inzet van externe partijen maken het mogelijk dat de SDA de toeleiding naar werk kan professionaliseren en uitbouwen.

De SDA is daarnaast verantwoordelijk voor het creëren van de organisatorische randvoorwaarden. Kern van de Inzetaanpak is dat elke cliënt maar met één consulent te maken heeft. Deze consulent is het aanspreekpunt op het terrein van de uitkeringsverstrekking en arbeidstoeleiding, inclusief het regelen van bijvoorbeeld kinderopvang, schuldhulpverlening of taalcursussen. De Inzetconsulent stelt in overleg met de werkzoekende een individueel traject op, zorgt ervoor dat de voor de uitvoering van het trajectplan benodigde partijen worden ingeschakeld en onderhoudt contact met de uitvoerders over het verloop van het contract. Het met de cliënt afgesproken traject bevat bepalingen over premies en sancties.

In Zuidoost (sinds 1999) en Bos en Lommer (sinds 2000) worden in opdracht van de SDA dergelijke projecten in samenwerking met respectievelijk KLIQ en NV Werk al uitgevoerd. In totaal zullen in een periode van drie jaar ruim 25.000 cliënten van de SDA intensief worden begeleid. Doel is om in elk geval 10.000 mensen naar een baan te leiden. Om te beginnen komen er vijf projecten met externe partijen (8000 cliënten) en twee projecten (2000 cliënten) die door de SDA zelf worden uitgevoerd. In 'Tandje Hoger' werd overigens nog uitgegaan van 4000 cliënten begeleid door de SDA zelf.

Gezien de huidige stand van zaken binnen de SDA is voor deze verdeling gekozen. De bestaande Inzetpartners - NV Werk en KLIQ - zullen elk 2000 extra cliënten gaan begeleiden in respectievelijk Slotervaart en Zuidoost. De Stichting Opmaat zal 2000 cliënten in Oost gaan begeleiden. Voor de overige samenwerkingsprojecten van twee keer 1000 cliënten onderhandelt de SDA met de Stichting Opmaat, TMP (voorheen NIBO) en een enkele andere organisaties. De SDA zal zowel in het Centrum als in Noord zelf telkens 1000 cliënten in Inzetprojecten gaan begeleiden, waarbij overigens ook de specifieke arbeidstoeleidingstrajecten worden uitbesteed.

De Inzetprojecten zullen in juni van start gaan. In de loop van 2001 worden de resterende vijftien projecten (voor 15.000 cliënten) toegewezen. Die starten in 2002. Tegen het eind van deze collegeperiode zal een tussenrapportage van alle dan lopende Inzetprojecten worden geleverd.

Hans Joosten
Naar boven


-

© gemeente Amsterdam - 22-05-2001