Ministerie van Financien

Titel: Voorlopige teruggaaf bij bovenmaximale premieheffing



Voorlopige teruggaaf bij bovenmaximale premieheffing

Belastingdienst, Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen

Besluit van 22 mei 2001, CPP2001/946M

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964, besluit van 29 oktober 1990, nr. DB90/4495, besluit van 11 februari 1992, nr. DB91/5565 en het besluit van 23 augustus 1996, nr. DB96/2974M, met dien verstande dat bij het opnieuw uitbrengen van deze regeling rekening is gehouden met de omzetting van de beschikking vermindering loonbelasting (voorheen: artikel 30 Wet LB 1964) in de voorlopige teruggaaf (artikel 9.3 Wet IB 2001).

De situatie kan zich voordoen dat de niet in Nederland wonende werknemer die opbrengsten geniet uit hoofde van werkzaamheden of vroegere werkzaamheden dan wel uit hoofde van het recht op een uitkering, maar van wie geen inkomen in Nederland wordt belast voor de loonbelasting of inkomstenbelasting, verzekerd is en ter zake van die opbrengsten premieplichtig is voor de volksverzekeringen. Indien voorts de opbrengsten worden genoten uit meer dan één (vroegere) dienstbetrekking terwijl het gezamenlijke bedrag van die opbrengsten meer beloopt dan het maximum premie-inkomen, als bedoeld in de Wet financiering volksverzekeringen, wordt meer premie bij wijze van inhouding geheven dan maximaal verschuldigd kan zijn. Deze situatie kan zich ook voordoen ten aanzien van niet in Nederland wonende werknemers die voor een deel ook in Nederland belast inkomen genieten, zoals in verband met in Nederland gelegen onroerende zaken, en in Nederland verzekerd zijn ingevolge de volksverzekeringen.

Met toepassing van de hardheidsclausule keur ik goed, dat de inspecteur in die gevallen op basis van artikel 9.3 Wet IB 2001 een voorlopige teruggaaf verleent, indien en voorzover vermoedelijk de van de belanghebbende in het desbetreffende kalenderjaar in te houden premie volksverzekeringen de door hem verschuldigde inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen met meer dan EUR 908 (f 2.000) zal overschrijden. In verband met het verlenen van een voorlopige teruggaaf zal aan belanghebbende een verplichte aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen worden opgelegd.

De uitvoering van dit beleid is opgedragen aan de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland te Heerlen.

Dit besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001.