Kerntaak sociale dienst: adequaat minimabeleid

Ondergetekende organisaties maken zich zorgen dat de discussie over het activeringsbeleid zich vernauwt tot een discussie over de bedrijfsvoering bij de sociale dienst. Uiteindelijk moet de kwaliteit van het beleid centraal staan. Het moet dan gaan om een adequaat minimabeleid en om een effectieve arbeidsbemiddeling, die ruimte biedt aan eigen initiatieven van werkzoekenden.
Genoemde organisaties ervaren bijna dagelijks op hun spreekuren, dat er wel het een en ander schort aan de uitvoering van de Algemene Bijstandswet.

Een fatsoenlijk inkomen

Het ingezette beleid om een groter deel van het budget categoriaal in te zetten, moet worden versterkt. Door het landelijk inkomensbeleid zijn de mensen met een minimuminkomen in de tachtiger jaren op een achterstand gezet. De inkomensverschillen in ons land nemen drastisch toe en de achterstand van de minima is nog steeds niet ingehaald. Amsterdam scoort redelijk goed als het gaat om het compenseren van falend landelijk beleid, bleek onlangs uit het FNV-onderzoek 'Gemeente wees minimaal sociaal', waaraan 209 gemeenten meededen. Amsterdam voert bij een groot deel van het budget een 'categoriaal' beleid, waarbij groepen die aan bepaalde voorwaarden voldoen collectief worden ondersteund. De bureacratische rompslomp en de willekeur van de individuele beoordeling is daarmee ingeperkt. Dit beleid werpt haar vruchten af, zoals onlangs bleek uit de Amsterdamse Armoedemonitor. Deze taak - bestrijding van verarming- is zeer belangrijk, omdat een grote groep minima- AOW-ers, een deel van de WAO-ers en een deel van de 16.000 arbeidsongeschikten en ouderen boven de 57 en een half jaar in de bijstand nooit meer via betaald werk in zijn/haar inkomen zal kunnen voorzien.

Toeleiding naar de arbeidsmarkt

De kansen die SUWI biedt om de arbeidsbemiddeling meer vraaggestuurd op te zetten, moeten worden benut. Eigen initiatieven van werkzoekenden moeten worden benut. Werkgelegenheid en economisch beleid dienen integraal bij de discussie betrokken te worden. In Amsterdam is een lappendeken ontstaan van commerciele bedrijven die zich bezig houden met begeleiding. De werkzoekenden moeten in deze onoverzichtelijke situatie hun weg zien te vinden. Er is een gebrek aan kwaliteitscriteria en aan controle op de effectiviteit van deze reintegratiebedrijven.
Mensen, die zelf een scholings- of trajectplan opstellen of een eigen bedrijf willen beginnen worden voortdurend geconfronteerd met bemiddelaars van commerciele insitituten die erop uit zijn zo snel mogelijk te scoren en je in een door hen opgezet begeleidingsplan te krijgen zonder voorlichting over andere mogelijkheden. Kansen van werkzoekenden blijven daardoor onbenut en veel werkzoekenden raken gedemotiveerd. Dit zijn de belangrijkste oorzaken voor de ineffectiviteit van het beleid. Meer sancties om een falend beleid te compenseren is een doodlopende weg. Luisteren naar de betrokkenen zelf, eigen initiatieven stimuleren en centrale aanspreekpunten met onafhankelijke adviseurs die het overzicht hebben is dringend noodzakelijk.
Wat in de hele discussie nog veel te weinig aandacht krijgt is de invoering van de nieuwe Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) per 1 januari 2002. In het kader van SUWI krijgt de gemeente nog meer vrijheid om de arbeidsbemiddeling op een klantgerichte manier vorm te geven. Daarnaast ontbreekt in de discussie de schakel tussen enerzijds mensen toeleiden naar arbeid, en anderzijds het belang van een goed economisch beleid om in duurzame werkgelegenheid te voorzien.

22-05-2001
FNV Regiowerk Noord-Holland, Komitee Amsterdam Tegen Verarming, Bijstandsbond, Werklozen Belangen Vereniging, Komitee Vrouwen en de Bijstand, Kwerk