IP/01/740
Brussel, 23 mei 2001
Commissie leidt antitrustprocedure in tegen De Post (België)
De Europese Commissie heeft vandaag een mededeling van punten van
bezwaar doen toekomen aan de gevestigde Belgische postexploitant, De
Post. Uit het inleidend onderzoek van de Commissie is gebleken dat De
Post kortingen op haar traditionele postdienst - waar zij een
wettelijk monopolie heeft - toekent aan klanten die ermee instemmen
zich te abonneren op een nieuwe bedrijfspostdienst die begin 2000 door
De Post werd gelanceerd. Deze nieuwe dienst concurreert met de
documentuitwisselingsdienst die wordt aangeboden door de klager in
deze zaak, Hays Management Services N.V. Wegens de aantrekkelijke
kortingen die door De Post worden aangeboden voor de briefpost die in
haar monopolie valt, hebben vele klanten gekozen voor de
bedrijfspostdienst van De Post en Hays verlaten. Indien de huidige
trend niet wordt omgebogen, verwacht Hays uit de Belgische markt te
worden geduwd tegen eind 2001.
Mario Monti, het voor concurrentie bevoegde lid van de Commissie,
heeft daarbij de volgende opmerkingen gemaakt: "de geleidelijke
liberalisering van de postdiensten zal slechts een succes zijn wanneer
de gevestigde exploitanten die een wettelijk monopolie hebben, niet in
de gelegenheid worden gesteld hun dominantie uit te breiden tot nieuwe
diensten door misbruik te maken van hun unieke marktpositie. In deze
zaak wordt de levensvatbaarheid van de concurrentie in de gebieden die
opengesteld zijn voor alternatieve exploitanten, in gevaar gebracht
door de kortingen die De Post in de voorbehouden diensten toepast als
middel om klanten voor andere diensten aan te trekken".
Op 7 april 2000 diende Hays bij de Europese Commissie klacht in tegen De Post. Sinds 1982 is Hays de enige alternatieve aanbieder van een briefpostinfrastructuur voor bedrijven in België (de "documentenuitwisseling" of "DX"-dienst). Hays is de Belgische dochteronderneming van Hays plc., een in Groot-Brittannië gevestigde verrichter van exprespostdiensten, documentuitwisselingsdiensten en pakketpostdiensten. Documenten kunnen ook vanuit België worden verstuurd naar uitwisselingscentra van Hays in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Frankrijk. In zijn klacht beweert Hays dat De Post, vooruitlopend op een verdere liberalisering van de postdiensten in België, het plan heeft opgevat Hays uit de Belgische markt te duwen. In dit opzicht beweert Hays dat De Post een nieuwe bedrijfspostdienst aanbiedt voor verzekeringsmaatschappijen en makelaars naar het evenbeeld van de bestaande DX-dienst van Hays. Teneinde de klanten van Hays ertoe aan te zetten zich op deze dienst te abonneren, zou De Post aan alle abonnees van deze nieuwe bedrijfspostdienst een aanzienlijke korting toekennen op de door haar wettelijk monopolie beschermde algemene briefpost.
Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de nieuwe bedrijfspostdienst van De Post en de DX-dienst van Hays deel uitmaken van dezelfde relevante markt en elkaar rechtstreeks beconcurreren. Het betreft bedrijfspostdiensten die worden verricht ten behoeve van een gesloten gebruikersgroep die in de onderhavige zaak verzekeringsmaatschappijen en makelaars in België omvat.
In de loop van het onderzoek zijn de volgende feiten aan het licht
gekomen: nadat de klanten van Hays in de verzekeringssector hadden
aangegeven geen belangstelling te hebben voor de nieuwe
bedrijfspostdienst die door De Post werd aangeboden, heeft De Post
enkele dagen daarna eenzijdig de voorkeurtarieven opgezegd die die
klanten genoten voor hun algemene briefpost. Vervolgens heeft De Post
tijdens de onderhandelingen die door de verzekeringsmaatschappijen
waren aangeknoopt met het oog op het terugwinnen van het
voorkeurtarief, duidelijk gemaakt dat dit tarief gekoppeld was aan een
abonnement op de nieuwe bedrijfspostdienst. In de onderhandelingen met
de verzekeringsmakelaars heeft De Post eveneens gesteld dat het
voorkeurtarief voor de algemene briefpost die door het monopolie
beschermd is, gekoppeld is aan een abonnement op de nieuwe
bedrijfspostdienst.
Het hierboven beschreven beleid van De Post maakt de toekenning van
een voorkeurtarief voor de algemene briefpost waarvoor een wettelijk
monopolie geldt, afhankelijk van de vraag of de
verzekeringsmaatschappijen en makelaars een bijkomend contract
aanvaarden voor de nieuwe bedrijfspostdienst. Een dergelijk beleid is
in strijd met artikel 82, onder d) van het EG-Verdrag (het aan elkaar
koppelen van twee afzonderlijke diensten).
De volgende stappen
De formele procedure wegens inbreuk op de communautaire
mededingingsvoorschriften wordt ingeleid door het toesturen van een
zogenaamde "mededeling van punten van bezwaar". De aan De Post
toegestuurde mededeling van punten van bezwaar bevat een uitvoerige
weergave van de beschuldigingen en zet uiteen waarom de Commissie van
oordeel is dat De Post artikel 82 van het EG-Verdrag geschonden heeft.
De Post heeft het recht zich te verdedigen hetgeen betekent dat zij de
relevante documenten kan raadplegen en opmerkingen kan maken over de
feitelijke gegevens en de rechtsvragen die in de mededeling van punten
van bezwaar zijn vervat. De Post kan haar eigen bewijsstukken
voorleggen en een hoorzitting aanvragen waarop zij zich mondeling kan
verdedigen. De Commissie zal vervolgens besluiten of ze het kwestieuze
gedrag moet verbieden. Tevens heeft de Commissie de bevoegdheid om
geldboeten op te leggen wegens schending van de communautaire
mededingingsvoorschriften; het niveau ervan is grotendeels afhankelijk
van de zwaarte en de duur van de inbreuk
Noot ten behoeve van de uitgevers:
Een gesloten gebruikersgroep (definitie): In tegenstelling tot de
algemene briefpostdienst die beschermd is door het postmonopolie, is
een bedrijfspostdienst niet bestemd voor het algemeen publiek maar
voor gebruikers die zich op deze dienst abonneren. Die abonnees vormen
een zogenaamde "gesloten gebruikersgroep".
Bedrijfspostdienst (definitie): Een bedrijfspostdienst biedt een
aantal kenmerken die voldoen aan de bijzondere behoeften van
bedrijven, zoals een bijzondere bezorging vóór kantoortijd en een
bijzondere ophaaldienst na kantoortijd. Die kenmerken zijn beperkt tot
de poststukken die bedrijven onderling uitwisselen als onderdeel van
hun beroepsactiviteiten.