European Commission

IP/01/739

Brussel, 23 mei 2001

Commissie keurt mededeling over staatssteun en risicokapitaal goed

Vandaag heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan een mededeling over staatssteun en risicokapitaal. Daarin wordt aangegeven hoe de Commissie voortaan de regels inzake staatssteun zal toepassen bij de beoordeling van maatregelen waarmee wordt beoogd de groei van de risicokapitaalmarkten te bevorderen. Sinds de Europese Raad van Lissabon in maart 2000 spant de Europese Unie (EU) zich bijzonder sterk in om een verhoging van het beschikbare risicokapitaal te bewerkstelligen. De Commissie heeft immers erkend dat overheidsgelden een rol kunnen spelen bij het verwezenlijken van deze doelstelling. Tegelijkertijd wil zij echter een nauwlettende controle op de staatssteun binnen de EU blijven uitoefenen. Zij is evenwel tot de bevinding gekomen dat de bestaande regels inzake staatssteun niet voldoende zijn toegesneden op de verschillende soorten maatregelen die de nationale overheden hebben ontwikkeld om de
risicokapitaalactiviteit aan te moedigen.

Met het document wordt gevolg gegeven aan een verzoek van de EU-ministers van Financiën: tijdens hun bijeenkomst in september 2000 te Versailles hadden deze er immers op aangedrongen duidelijkheid te scheppen over de wijze waarop risicokapitaalmaatregelen in het kader van de regels inzake staatssteun zullen worden beoordeeld. Dit verzoek spruitte voort uit de ervaring van de Commissie en de lidstaten met sommige van dergelijke maatregelen, die duidelijk gevallen van staatssteun waren en niet verenigbaar met de bestaande regels inzake staatssteun konden worden bevonden. De bestaande regels bepalen in het algemeen dat de staatssteun verband moet houden met bepaalde categorieën uitgaven (investeringen in vaste activa, onderzoek en ontwikkeling, opleiding enz., de zogeheten "subsidiabele kosten"), terwijl met het verstrekken van risicokapitaal vaak gewoon wordt beoogd werkkapitaal aan nieuwe en groeiende ondernemingen te verschaffen. Een ander probleem was dat de maatregelen niet voorzagen in directe financiering, maar veeleer de vorm aannamen van stimulansen voor potentiële investeerders om financiering te verstrekken. Dergelijke maatregelen waren onverenigbaar met de bestaande regels.

Het document maakt duidelijk dat regeringen tal van maatregelen ter bevordering van het risicokapitaal kunnen nemen die niet het effect van staatssteun hebben. De Commissie heeft immers verduidelijkt dat in de filosofie achter de strategie voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt in de EU zeer veel belang wordt gehecht aan de totstandbrenging van een klimaat dat gunstig is voor de oprichting en ondersteuning van nieuwe en innoverende ondernemingen, en dat door het nemen van structurele en horizontale maatregelen. De Commissie heeft echter ook erkend dat de rol voor financiering van risicokapitaalmaatregelen door de overheid "beperkt is tot een middel om identificeerbare markttekortkomingen aan te pakken"(1) . Zelfs dan kan het gebeuren dat er geen sprake is van staatssteun, mits het overheidskapitaal wordt verstrekt tegen voorwaarden die aanvaardbaar zouden zijn voor een particuliere investeerder die in normale omstandigheden in een markteconomie actief is.

Wanneer het overheidsoptreden wel als staatssteun moet worden aangemerkt, zal de Commissie voortaan bereid zijn andere criteria dan het verband met subsidiabele kosten in aanmerking te nemen bij de toetsing van dit optreden aan de regels inzake staatssteun. In overeenstemming met haar bovenbeschreven standpunt zal de Commissie er evenwel op staan dat de maatregel een bewezen markttekortkoming ondervangt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld in het geval van transacties van geringere omvang (500 000 EUR, een bedrag dat kan oplopen tot 750 000 of 1 000 000 EUR in gebieden die overeenkomstig respectievelijk artikel 87, lid 3, sub c), en artikel 87, lid 3, sub a), van het EG-Verdrag voor regionale steun in aanmerking komen).

Indien de voorwaarde dat er van een markttekortkoming sprake moet zijn, is vervuld, zal de Commissie de maatregel toetsen aan de volgende criteria: de omvang van de ondernemingen waarvoor de maatregel is bedoeld (waarbij de voorkeur zal uitgaan naar kleine ondernemingen die zich in hun start- en aanloopfase bevinden); het bestaan van waarborgen om de verstoring van de concurrentie tussen de investeerders tot een minimum te beperken; de eis dat de investeringsbeslissingen worden genomen met het oog op het behalen van winst (aan deze eis is met name voldaan indien kan worden aangetoond dat de maatregel grote hoeveelheden door marktinvesteerders verstrekt kapitaal mobiliseert).

De heer Mario Monti, het voor concurrentiezaken bevoegde Commissielid, was ingenomen met de goedkeuring van de mededeling. "Het gaat hier om een belangrijke ontwikkeling in onze regels inzake staatssteun, waarmee wordt beoogd een antwoord te bieden op de alsmaar complexere maatregelen die de lidstaten uitwerken om hun economieën te stimuleren. Ik ben van oordeel dat onze regels op deze trend moeten inspelen, maar dat wij steeds op onze hoede moeten blijven voor verstoringen die door ongepaste maatregelen kunnen worden veroorzaakt. Het is moeilijk gebleken het juiste evenwicht hiertussen te vinden, maar ik meen te mogen stellen dat de nieuwe mededeling daarin is geslaagd".

(1)
Voortgangsverslag over het Actieplan voor risicokapitaal, COM(2000) 658 def., 18.10.2000, punt 3.4.