Nederlandsch Octrooibureau


De champagnekaars 23 Mei 2001

De president van de rechtbank in Den Haag zag het op de markt brengen van een kaars in de vorm van een champagnefles als onrechtmatig aanhaken bij het kwaliteitsproduct champagne. De gedaagde maakte inbreuk op het beeldmerk 'Champagnefles' van de eiser, want de verkoop van deze kaars deed afbreuk aan de exclusieve en prestigieuze reputatie van champagne.

Gedaagde Xenos, winkelketen in huishoudelijke artikelen, bracht een product op de markt in de vorm van een donkergroene fles met daarop een goudkleurige, paddestoelvormige afsluiting, een gekruist halslabel met een zegel en een crèmekleurig etiket waar champagne op staat. Het betreffende artikel was echter geen echte fles maar een kaars.

Fopcadeau
De eisers waren CIVC, dat zich toelegt op de behartiging van de belangen van producenten van champagnewijnen, en Moët, dat zulke wijnen verhandelt. Zij toonden zich niet erg gelukkig met de komst van de zogenaamde champagnekaars en sommeerden Xenos dan ook om het artikel uit de handel te nemen. Xenos gaf hieraan geen gevolg.
CIVC en Moët vonden dat Xenos onrechtmatig handelde door gebruik te maken van de productaanduiding 'champagne' en de presentatie van het product. Op het eerste gezicht waren de kaarsen niet van echte flessen te onderscheiden en op het etiket stond de naam 'Champagne' prominent vermeld. De president was van mening dat Xenos doelgericht en zonder dat daar rechtvaardiging voor aan te wijzen was, aanhaakte bij het product champagne. De kans bestond dat de kwaliteitsassociaties die champagne nu eenmaal oproept, werden aangetast. Het artikel zou bijvoorbeeld niet alleen worden gebruikt als kaars, maar ook om als fopcadeau aan iemand te geven, wat als een misplaatste grap kon worden opgevat. Bovendien kon het gebruik van de naam 'Champagne' voor waren als kaarsen verlies van de exclusiviteit tot gevolg hebben en vermindering van het 'kooplustopwekkend vermogen' van champagne.

Prestigieuze reputatie
Moët is rechthebbende op het Benelux-beeldmerk waarop de champagnefles staat afgebeeld. Het beeldmerk is voor allerlei dranken gedeponeerd. De merkhouder kan zich inderdaad verzetten tegen het gebruik dat van zijn bekende merk of overeenstemmend teken wordt gemaakt voor andere waren dan die waarvoor het merk is ingeschreven. Het gevaar moet dan bestaan dat er zonder geldige reden wordt geprofiteerd van of afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk.
De president vond dat Xenos inbreuk maakte op het merkrecht van Moët. De totaalindruk van het product stemde voldoende overeen met de fles zoals afgebeeld in het merk van Moët om overeenstemmend te worden geacht. Tevens meende de president dat door het gebruik van de producten ongerechtvaardigd voordeel kon worden getrokken uit of afbreuk kon worden gedaan aan de reputatie van het bekende merk van Moët. Xenos had duidelijk de bedoeling gehad om de producten te laten lijken op de flessen van Moët om daarmee de kooplust van het publiek voor die producten op te wekken. Juist wegens de exclusiviteit en de prestigieuze reputatie van de champagne was de kans groot dat dat in de praktijk ook het geval zou zijn. Het werd Xenos daarom verboden om de Champagnekaars nog langer te verkopen.