LISV
Meer keuze voor uitkeringsgerechtigde bij reïntegratie
Lisv stelt kader voor aanbesteding trajecten 2001 vast
De aanbesteding van reïntegratietrajecten voor arbeidsgehandicapte en
werkloze uitkeringsgerechtigden die weer aan het werk willen, is te
weinig doelgroepspecifiek en te weinig sector- en regiogericht. Ook de
omvang van de verstrekte opdrachten is te groot. Dat concludeert het
Lisv op basis van een evaluatie van de aanbestedingsprocedure voor
reïntegratietrajecten 2000. Deze evaluatie is in opdracht van het Lisv
verricht door TNO Arbeid en KPMG BEA. Het Lisv heeft op basis van de
onderzoeken het kader voor de aanbesteding van reïntegratietrajecten
2001 vastgesteld.
Meer differentiatie
Er is marktwerking ontstaan, zo concludeert het Lisv, maar die is nog
te beperkt. Kleine en regionaal werkende reïntegratiebedrijven komen
te weinig aan bod en arbeidsgehandicapten en werklozen hebben te
weinig mogelijkheden om zelf een reïntegratiebedrijf te kiezen. Om
tegemoet te komen aan deze knelpunten heeft het Lisv het kader voor de
aanbesteding van reïntegratietrajecten 2001 aanzienlijk bijgesteld. Zo
moeten er meer regionaal gerichte reïntegratietrajecten komen, moet de
cliënt meer keuzemogelijkheden krijgen en moeten de
uitvoeringsinstellingen meer differentiatie aanbrengen in hun
opdrachten aan reïntegratiebedrijven.
Samenwerkingsverbanden
Het is de tweede keer dat het Lisv een dergelijk kader vaststelt, dat
richtlijnen bevat voor de aanbesteding van reïntegratietrajecten. Het
kader 2001 wordt door de uvis uitgevoerd en heeft betrekking op de
contracten die voor 2002 worden afgesloten. Volgens het nieuwe kader
zijn bedrijven niet langer verplicht de intake, het opstellen van een
arbeidsintegratieplan en de bemiddeling van de cliënt zelf uit te
voeren. Daarmee is het ook voor samenwerkingsverbanden mogelijk deel
te nemen aan de aanbestedingsprocedure. Wel moet er altijd sprake zijn
van een hoofdopdrachtnemer, die zowel verantwoordelijk is voor de
behaalde resultaten als voor de begeleiding van de cliënt tijdens
diens gehele reïntegratietraject (het zogenoemde casemanagement).
Benchmarking
Om de afgesloten contracten met elkaar te kunnen vergelijken moeten de
uitvoeringsinstellingen de aanbestedingsprocedure zoveel mogelijk
uniform uitvoeren. Het bestek voor de aanbesteding wordt vooraf
vastgesteld en bekend gemaakt. Dit bestek bevat niet alleen de
opdrachtformulering, maar ook de uitwerking van zowel de selectie- als
de gunningscriteria. Het goed kunnen vergelijken van de verstrekte
opdrachten en de geleverde prestaties door de reïntegratiebedrijven
opent voor de toekomst de weg naar benchmarking.