D66


25 mei 2001

CDA is niet progressief

Bert Bakker

We moeten naar een "progressief" kabinet volgend jaar, schrijven Jet Bussemaker en Adri Duivesteijn in de Volkskrant van maandag. Een pakkend plan, maar meteen valt op dat zo'n progressief kabinet blijkbaar bestaat uit een combinatie van Groenlinks, de PvdA en het CDA.
Het CDA als progressieve partij, als katalysator voor een vernieuwend beleid. Hoeveel fantasie moet een mens hebben? We hebben het toch over die partij die meent dat de staat weer meer naar de kerken moet luisteren, dat homoseksualiteit weliswaar geen ziekte is, maar toch vooral geen reden mag zijn om te trouwen, de partij die tegen elke vernieuwing van onze democratie stemt? Of hebben we het over het CDA van de automobilist, de goedkope benzine, van alle koffieshops dicht, van liever niet debatteren over gevoelige zaken? Of zelfs over het CDA van het succesvolle middenveld, dat zo doeltreffend is geweest in het terugdringen van het aantal wao'ers, van samenwerking tussen scholen, van vernieuwing van de publieke omroep!

Boeiende, progressieve partij, dat CDA. Maar daar gaat het me nu niet om. Veel interessanter is de analyse die de PvdA-kamerleden maken van de behoeften van de hedendaagse samenleving. Want daar schuilt veel waars in. Het is belangrijk dat gemeenschapszin en samenleving een groter accent krijgen. Economische voorspoed brengt veel goeds, maar leidt hier en daar ook tot egoïsme tot nooit-genoeg, tot weinig bereidheid om ook buiten het werk en het eigen huis verantwoordelijkheid te dragen. Dat is niet goed, daar zijn we het over eens. Maar hoewel ze zeggen het niet te doen, is kennelijk toch het recept dat de overheid de verantwoordelijkheid weer overneemt. Dat blijkt alleen al uit de gehanteerde voorbeelden. In het huurbeleid heeft de PvdA, onder aanvoering van Duivesteijn, de afgelopen jaren keer op keer het initiatief genomen om meer collectief te regelen. Niet alleen om mensen met lage inkomens behoorlijk en prettig te laten wonen, want dat spreekt vanzelf. Maar om huursubsidie een steeds verdere strekking te geven en er daardoor steeds meer mensen van afhankelijk te maken, eigenaren van woningen te beknotten, regels uit te breiden. Ook op het terrein van Arbeid en Zorg heeft de PvdA voorstellen ingediend, die sympathiek waren, maar die het niet konden halen omdat a. daarin alles van bovenaf werd geregeld en b. niemand zich bij de PvdA afvroeg hoe de meer dan 1 miljard gulden aan extra uitgaven betaald moesten worden.

Het meest zorgelijk is echter de denktrant achter het artikel. De individu is bevrijd, maar kennelijk niet in staat tot gemeenschapszin en tot zelf kiezen, en dus schakelen we de overheid in om voor ons te kiezen en ons te leren dat we meer om elkaar moeten denken. Hierin nu, schuilt de essentie van het verschil tussen de sociaaldemocraten van de PvdA en de sociaalliberalen van D66. Natuurlijk is een actieve overheid een vereiste in deze samenleving: om een goed niveau van sociale zekerheid te garanderen, om toegang en kwaliteit van gezondheidszorg en onderwijs te waarborgen, om ervoor te zorgen dat mensen veilig de straat op kunnen, om het milieu te beschermen. Die taken vereisen effectieve regels, die ervoor zorgen dat niemand ten koste van anderen of van ons allen kan leven. Tot zover verschillen we niet van mening.
Maar de overheid is van de mensen, en de mensen zijn van zichzelf. Voor D66 is het kunnen maken van zo veel mogelijk eigen keuzes in het leven -dus ook de keuze om samen met anderen verantwoordelijkheid te dragen- wezenlijk. Daarbij is gemeenschapszin een voorwaarde voor een humane samenleving, maar juist ook gemeenschapszin is in de kern een individuele waarde - wie hem niet beleeft, kan er niet van bovenaf toe worden gedwongen - noch door overheid noch door kerk. Belangrijke waarden als solidariteit, naastenliefde of verantwoordelijkheidsgevoel zijn in de kern waarden die hun betekenis krijgen in de individuele beleving daarvan, en het daarop gebaseerde gedrag. Wie niet bewust kiest voor dergelijke waarden, kan door de overheid nog zo veel worden voorgehouden, maar gedraagt zich geen greintje anders. Natuurlijk mogen en moeten overheid en politici, maar ook de vele andere waardevolle instituties in de samenleving, uitdragen wat van belang is, maar wie het van bovenaf bepaalt, oogst afwenteling en onverantwoordelijkheid. De gemeenschapszin heeft dan immers gemakkelijk gestalte gekregen in een anonieme overheid, en niet via eigen, bewuste keuzes. De recente geschiedenis kent legio voorbeelden daarvan, van de 'calculerende burger' uit de jaren '80 tot en met de acties van vrachtwagenchauffeurs, boeren of treinconducteurs van het afgelopen jaar. Staat en individu staan dan tegenover elkaar, hebben (blijkbaar) tegenovergestelde doeleinden. Gezamenlijke inspanningen om Nederland een stukje beter (eerlijker, groener, socialer, veiliger) te maken zijn dan tot mislukken gedoemd, want de individu zorgt voor zichzelf, en de overheid voor ons allen.

En toch is dat waar de PvdA kennelijk weer naartoe wil. Geen woord over de mensen meer te zeggen geven - niet in het openbaar bestuur, niet in hun eigen leven. Noch over een gezondheidszorg waarin mensen zelf hun dokter kiezen. Geen aandacht voor een onderwijsbestel waarin ouders, leraren en leerlingen het voor het zeggen hebben, in plaats van Zoetermeer of Den Haag, ook al hebben alle centraal ingezette onderwijsveranderingen (niet toevallig door sociaal-democraten bedacht) jammerlijk gefaald. Niets over kansen vergroten, over de mensen zelf het stuur in handen geven. En al evenmin aandacht voor een nieuwe landbouwpolitiek, waarin welzijn voor dier en mens centraal staan. Kortom: nergens ook maar de geringste aanwijzing dat de PvdA enig vertrouwen heeft in de kracht van de samenleving zelf, of van individuele mensen: de staat moet het weer gaan doen. De dagen van Wim Kok lijken definitief voorbij.

Een karikatuur? Misschien, maar dat geldt dan allereerst voor het stuk van Bussemaker en Duivesteijn. Een kabinet van PvdA, CDA en GroenLinks is in de Nederlandse verhoudingen geen progressief kabinet, hooguit een centrum-links kabinet en op onderdelen zelfs rechts-links . Naar verwachting zal zo'n - in zich zelf tegengesteld - kabinet staatsverantwoordelijkheid benadrukken ook waar dat weinig zin heeft. Ook zal weer hevig worden geleund op de klassieke middenveldorganisaties al representeren die tegenwoordig voornamelijk zichzelf.

De individuele burger en diens vrije keuze en zeggenschap raken daarbij uit het zicht. Zitten wij daarop te wachten? Echt progressief in het begin van de 21ste eeuw betekent inzetten op de combinatie van individuele vrijheid, verantwoordelijkheidsbesef en actief overheidsoptreden waar dat nodig is. Dat vraagt om de ambitie en de wil om te vernieuwen, om het experiment niet te schuwen. Of het nu gaat om democratie en overheid, om de WAO, het ziektenkostenstelsel of milieubeleid. GroenLinks kan daarin een partner zijn, de PvdA maar tot op zekere hoogte, het CDA zelden.

Een combinatie van die drie brengt niet de verbeelding aan de macht, maar de restauratie. Misschien sociaal, zeker niet liberaal en al helemaal niet het gouden evenwicht daartussen.